Spring naar de content

De 149 aanbevelingscomités van Hanja Maij-Weggen

Dat de eervolle functie van Commissaris van de Koningin niet bepaald een fulltime job is, bewijzen de CvdK’s al jaren met hun vele nevenfuncties. Maar er bestaan ook erefuncties. Dat houdt vaak in dat iemand deel uitmaakt van een comité van aanbeveling. Als het hier om gaat, is Hanja Maij-Weggen, de CvdK van Noord-Brabant, absolute koploper. Ze heeft er 149.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Dat meldt Binnenlands Bestuur. Op de website van de provincie Noord-Brabant wordt hier geen melding van gemaakt. Deze erefuncties zijn onbetaald en brengen geen extra werkzaamheden met zich mee. Als het gaat om betaalde nevenfuncties, is CvdK Jan Fransen van Zuid-Holland koploper: hij heeft er elf.

Toch is het zitting nemen in al die onbetaalde comités van aanbeveling niet onomstreden. Clemens Cornielje, CvdK in Gelderland, kwam in de problemen na een subsidie aan een operagezelschap waar hij ook in het comité van aanbeveling zit. Hij beweert niet te hebben geweten dat hij in het comité zat.

Is Maij-Weggen niet bang dat haar ook zoiets kan gebeuren? Het zal niet gemakkelijk zijn om te onthouden in welke 149 comités van aanbeveling je zit.
“We screenen alle verzoeken, zodat er geen schijn van belangenverstrengeling kan ontstaan. En ze worden allemaal aan de commissaris persoonlijk voorgelegd,” zegt Maria Jensikens, woordvoerder van Maij-Weggen.

De twaalf CvdK’s vervullen bij elkaar honderden (onbetaalde) erefuncties, maar de transparantie hierover is nihil. De enige die wel alles meldt, is de CvdK van Limburg, Léon Frissen.
“Het zijn allemaal functies die niet betaald zijn en ook geen tijd kosten. Het gaat om verzoeken van organisaties, verenigingen en goede doelen, die vragen of de commissaris bereid is te worden opgenomen in het comité van aanbeveling. Dat betekent alleen dat zij in hun publicaties opnemen dat de commissaris in het comité zit, en dus het doel of de vereniging steunt. Dat hoeft niet te worden voorgelegd aan de Provinciale Staten.”

Maar waarom zoveel comités?
“Noord-Brabant is een grote provincie met 68 gemeenten. Het verenigingsleven is ontzettend groot in deze provincie. Daarnaast is de commissaris breed geïnteresseerd.”