Spring naar de content

De bende van Rottenberg

Zeventien veelbelovende PvdA-parlementariërs werden in 1994 door Felix Rottenberg geronseld om de zwaar gehavende partij nieuw leven in te blazen. Hoe kijken de debutanten van toen, vijftien jaar na dato, terug op hun Haagse avontuur?  ‘We zijn veel te naïef geweest.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Roelof Bouwman

Rick van der Ploeg weet het nog goed, ‘waarschijnlijk omdat ik normaal gesproken nooit boodschappen doe’: dat hij twee volle Albert Heyn-tassen bij zich had toen hij zich in 1993 meldde voor een gesprek met de kandidaatstellingscommissie van de PvdA. ‘In een soort waas’ en ‘niet in de verwachting dat ik op de lijst zou komen’ had de toen 37-jarige hoogleraar macro-economie zich bij de partij gemeld om Tweede Kamerlid te worden. Het toenmalige PvdA-voorzittersduo Felix Rottenberg en Ruud Vreeman had Van der Ploeg op die mogelijkheid geattendeerd – ze kenden de jonge professor als lid van een PvdA-commissie die begin 1992 een rapport had geschreven over de toekomst van de verzorgingsstaat.

Aan ‘een financieel iemand’ had de PvdA-fractie wel behoefte, zo merkte Van der Ploeg tijdens het sollicitatiegesprek. Om een toch al kort verhaal nóg iets korter te maken: luttele maanden later werd Van der Ploeg financieel woordvoerder van de partij, na het fractievoorzitterschap de belangrijkste functie die de PvdA op het Binnenhof te vergeven heeft.

Zo makkelijk ging dat dus, vijftien jaar geleden. Was dat omdat het toen ‘Andere Tijden’ waren? Het is maar net hoe je het bekijkt. Want net als nu zat de PvdA ten tijde van Van der Ploegs bezoek aan de kandidaatstellingscommissie in een coalitiekabinet met het CDA. Net als in 2009 stond dat kabinet onder leiding van een christen-democratische premier en fungeerde de partijleider van de PvdA als minister van Financiën annex vice-premier. En: net als nu stond de PvdA er in 1993 in de peilingen zéér beroerd voor – zo om en nabij de twintig zetels. Het enige verschil: de CDA-premier van toen heette geen Jan Peter Balkenende maar Ruud Lubbers, en de PvdA-leider die destijds fungeerde als minister van Financiën en vice-premier was niet Wouter Bos, maar Wim Kok.

Het gehele artikel staat in de HP/De Tijd van deze week.