Spring naar de content

De echte Johan Cruijff

Op zijn eigen onnavolgbare wijze zet Johan Cruijff zich in voor het achtergestelde kind en de mindervalide medemens. ‘Ik probeer niet te dromen, ik probeer de realiteit aan te pakken.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

“Des te langer je ongeslagen blijft, des te eerder komt de dag dat je een keer gaat verliezen.”

Oef, die zit!

Niemand van de toehoorders begrijpt wat er wordt bedoeld, maar iedereen neemt de oneliner voor kennisgeving aan. Want hij komt van Johan Cruijff, dus dan stel je verder geen vragen.

We zijn in de voormalige bestuurskamer van het Olympisch Stadion waar De Verlosser (zie ook: Salvador, El en Betondorp, Orakel van) een praatje houdt voordat de negende Open Dag van zijn Cruyff Foundation van start gaat. Met zijn opmerking over ‘de dag dat je een keer gaat verliezen’ doelt Cruijff op de werkelijk fenomenale, nog altijd voortdurende carrière van tennisster Esther Vergeer. De blondine, die de ene Grand Slam-titel aan de andere rijgt, heeft momenteel 376 wedstrijden achter elkaar gewonnen, en daarvan is zelfs het fenomeen Cruijff volstrekt ondersteboven. Met zijn opmerking poogt hij, denk ik, aan te geven dat als Vergeer blíjft winnen, de druk op haar schouders almaar toeneemt. Want in principe móet de dag dat ze gaat verliezen natuurlijk een keer komen. Cruijff, over het leven aan de top: “Als je tachtig procent inzet nodig hebt om er te komen, moet je honderdtwintig procent inzet hebben om er te blijven.” En over Vergeer: “We vinden het allemaal maar heel normaal dat ze net weer de US Open wint. Maar je moet er wel gaan stáán!” En dat laatste is het opmerkelijkst in zijn betoog, want Esther Vergeer zit in een rolstoel.

Het gehele artikel staat in de HP/De Tijd van deze week.

Onderwerpen