Spring naar de content

‘Ik ben in alles extreem’

Grondstoffenmagnaat Michail Prochorov (44) is de rijkste man van Rusland, met de reputatie van een partyende playboy. Een gesprek over kansen van de crisis, de nieuwe verhoudingen op de wereldmarkt en de verschillen tussen Oost en West. ‘Elk land gaat gebukt onder zijn eigen complexen.’ door Alexander Jung en Matthias Schepp

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

“Mijn verontschuldigingen, ik heb vannacht maar vier uur geslapen. Ik ben gisteravond laat van een zakenreis naar Moskou teruggekeerd, en daarna nog uitgegaan.”

“Ik werk hard en af en toe zet ik flink de bloemetjes buiten. Toen ik klein was, hadden we thuis voortdurend gasten. Daarom ben ik dol op gezelschap, en soms ook luidruchtig gezelschap.”

“Als zakenman zie ik geld als een middel om mijn strategie te verwezenlijken. En het is waarschijnlijk ook een graadmeter voor succes. Waar het mij om gaat, is dat ik lol heb in alles wat ik doe en dat met anderen kan delen. Dat is niet alleen de leidraad in mijn werk, maar ook mijn levensfilosofie.”

“In de huidige wereldwijde crisis is nationalisatie geen verschijnsel dat tot Rusland beperkt blijft. Sterker nog, van alle landen bemoeit onze staat zich nog het minst met de economie.”

“Dat is echt zo. Van mij zou de staat best meer mogen doen, bijvoorbeeld een belang van dertig procent nemen in bedrijven die op de wereldmarkt kunnen concurreren. Maar dan wel op voorwaarde dat de particuliere beleggers hun aandelen kunnen terugkopen als de crisis voorbij is. Veel bedrijven die in de schulden zitten, vragen de staat om aandelen te kopen. Maar onze regering wil daar niet aan.”

“De term ‘oligarch’ is allang niet meer van toepassing. In die tijd had het bedrijfsleven aanzienlijke politieke invloed. Dat is voorbij.”

“De crisis is een uitzonderingstoestand waarin besluiten soms bliksemsnel moeten worden genomen, niet op de automatische piloot. Zoals wanneer er brand uitbreekt. Natuurlijk laaien de emoties dan hoog op. Regeringsleiders van andere landen doen hetzelfde – ook zij willen de sociale stabiliteit bewaren. Overigens is het niet uitbetalen van lonen bij ons strafbaar.”


“Vergeet niet dat de Russische markteconomie nog jong is, en dat er pas net een elite begint te ontstaan. Dat is een pijnlijk proces, maar het verloopt met vrij weinig bloedvergieten als je bedenkt dat Rusland het enige grote land is dat in de twintigste eeuw tweemaal zijn elite heeft verloren: tijdens de Oktoberrevolutie in 1917 en na de ineenstorting van Sovjet-Unie in 1991. We moeten eraan werken om de afstand tussen het volk en de economische elite te overbruggen. De ondernemers zijn zeker niet vrij van zonden, ik ook niet. Maar je moet het zien in het licht van de hele maatschappij.”

“Vijftien jaar lang was glamour in de hele wereld in de mode, nu is bescheidenheid de norm. En die villa waar u het over heeft, ga ik niet kopen. Niet dat ik iets tegen welvaart heb; hoe meer rijken we hebben, hoe beter het voor Rusland is. Omdat er nog zo veel arme Russen zijn, hebben rijken wel een zekere verantwoordelijkheid. Maar in ieder geval hebben heel wat mensen van de jaren van opbloei geprofiteerd. Er wordt vaak aan voorbijgegaan dat miljoenen Russen een hogere levensstandaard hebben gekregen.”

“Omdat zo’n dertig procent van onze ondernemingen nog altijd niet kan concurreren. Omdat we te veel inzetten op de inflatiebestrijding tijdens de crisis in plaats van op het stimuleren van de vraag. Doordat de roebel afhankelijk is van de olie, kunnen we ons niet sterk genoeg maken voor andere belangrijke dingen, zoals het op peil houden van onze goud- en valutareserves en het versterken van onze export.”

“We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden, maar we moeten wel een innovatieve economie opbouwen, waarin we gebruikmaken van de uitstekende concurrentiepositie die wij bijvoorbeeld op het gebied van grondstoffen hebben. Maar het is niet genoeg om alleen olie, gas, koper of nikkel uit de bodem te halen en te verkopen. We zouden die grondstoffen ook met moderne technologieën moeten bewerken, omdat we er dan veel meer aan kunnen verdienen. President Dmitri Medvedev en premier Poetin begrijpen de noodzaak daarvan beter dan menige ondernemer.”


“We hebben in het Duitse Dortmund voor ruim twintig miljoen euro Optogan gekocht, een firma die hypermoderne lichtdioden ontwikkelt. De firma is opgericht door studenten van de Russische Nobelprijswinnaar voor natuurwetenschappen, Zjores Alferov. Nu zijn we bezig met het opzetten van twee productielijnen, en we gaan ervan uit dat we binnenkort al voor ongeveer één miljard dollar aan opdrachten kunnen binnenhalen. De investeringen zijn relatief klein, maar de winst en het effect zijn enorm.”

“De tweehonderd miljard dollar uit de valutareserves die Rusland heeft ingezet om de roebel te steunen, hadden we moeten gebruiken om onze positie op de wereldmarkt te verbeteren. Deze tijd biedt prachtige kansen. Buitenlandse bedrijven zijn voor een schijntje te koop, ook in sectoren waar Russen voor de crisis geen voet aan de grond kregen, zoals de IT. De deur voor nieuwe mogelijkheden staat wagenwijd open.”

“Ik kan natuurlijk geen namen noemen. Onze holdingmaatschappij werkt volgens duidelijke criteria. We investeren eerst in bedrijven binnen Rusland die in staat zijn om te concurreren. Die bedrijven richten zich vervolgens op internationale diversificatie en nemen zo’n twintig tot dertig overnamekandidaten onder de loep. We zijn alleen geïnteresseerd in bedrijven die in onze strategie passen. Dat zijn in de regel ondernemingen die een marktkapitaal van een miljard dollar kunnen bereiken.”

“Die reputatie kun je niet los zien van de reputatie van ons land. We hebben vaak dezelfde opvattingen als onze partners in het Westen, alleen uiten we ons wat heftiger. Elk land gaat nu eenmaal gebukt onder zijn complexen. Bij ons is dat het eeuwige zoeken naar een antwoord op de vraag of we wel of niet een wereldmacht zijn. Dat is volgens mij een logisch gevolg van de instorting van de Sovjet-Unie. Daar komt nog bij dat het Westen en Rusland te weinig naar elkaar luisteren.”


“Als de Europese Unie de toenadering tot Rusland serieus meent, dan zou ze bijvoorbeeld de visumplicht moeten afschaffen. Dat is niets om u zorgen over te maken. Zo kunnen de mensen uit Oost en West elkaar gemakkelijker leren kennen en zullen vooroordelen voor een deel verdwijnen. De criminelen komen toch wel.”

“Goede vraag. De crisis versnelt een proces dat toch al aan de gang was. Het bruto wereldproduct wordt steeds meer verdiend in de dynamische BRIC-landen: Brazilië, Rusland, India en China. Amerika heeft natuurlijk ook een gigantisch probleem, maar pakt het stevig aan in plaats van zo halfslachtig als in Europa gebeurt.”

“Uiteraard. Onze firma Poljus-Soloto gaat de Kazachstaanse firma Kasachgold kopen. Zo ontstaat een concern met de op één of twee na grootste goudreserves ter wereld. We hebben cash en geen schulden, en we willen zodra de overname achter de rug is nog verder uitbreiden. Ik verwacht dat de grondstofprijzen zullen stijgen; dat weet ik eigenlijk wel zeker. Maar ik kan niet zeggen óf en zo ja wanneer ze het niveau van voor de crisis weer zullen bereiken.”

“Ik ben geen Nostradamus, maar ik had er inderdaad op gerekend dat de enorme vastgoedcrisis in Amerika ook alle ande- re takken van de economie zou raken, inclusief de grondstoffensector. Maar ik heb natuurlijk ook wel een beetje mazzel gehad.”

“Ik wil Rusal en Norilsk Nikkel tot een bedrijf samenvoegen. Alleen zo kunnen we concurreren met de giganten in de sector, zoals BHP Billiton of Rio Tinto. Het staatskrediet van vierenhalf miljard dollar dat Rusal heeft gekregen, zou in een belang kunnen worden omgezet.”


“Dat zal toch moeten gebeuren. Bij een dergelijke fusie zou elke grootaandeelhouder een belang van maximaal vijftien tot twintig procent houden. Die grootaandeelhouders zouden een onafhankelijk management moeten benoemen. Dat zou een radicaal nieuwe strategie zijn voor de Russische economie.”

“Neutraal. We ontmoeten elkaar eens in de drie maanden.”

“Ooit zal ik erachter komen hoe dat heeft kunnen gebeuren. In ieder geval was de beschuldiging absurd. We hadden gewoon een feestje, dat was alles.”

“Dat incident heeft de zaak inderdaad op scherp gezet. Maar de diepere achtergrond van de breuk lag in een verschil van inzicht over de juiste strategie. Potanin wilde alles op nikkel inzetten. Ik wilde diversifiëren.”

“Ach, weet u, ik zoek graag mijn grenzen op. Ik doe aan bijzondere sporten, kickboksen, trampolinespringen, heli- en jetskiën. Ik ben in alles extreem, zeker in mijn privéleven. Daarom vond ik mijn gevangenschap een interessante psycholo-gische ervaring. Het was trouwens niet de eerste keer: in mijn diensttijd had ik ook al eens vijf dagen in de bak gezeten. Toen had ik zonder permissie de kazerne verlaten.”

Michail Prochorov (Moskou, 1965) is volgens Forbes de rijkste inwoner van Rusland. Het Amerikaanse blad schat zijn vermogen op 9,5 miljard dollar. Pochorov dankt die notering aan zijn gevoel voor timing. Hij maakte zijn grote klapper toen hij voor het instorten van de markten zijn belang in de grondstoffengigant Norilsk Nikkel verkocht. Prochorovs loopbaan is nauw verbonden met die van Vladimir Potanin, die jarenlang zijn zakenpartner was. Ze richtten in 1993 samen een bank op, namen later een belang in Norilsk Nikkel en maakten van het voormalige staatsbedrijf een miljardenconcern. Twee jaar geleden kwam het tot een breuk tussen beide mannen.

Onderwerpen