Spring naar de content

VVD-senator speelt dubbelrol

Als wetgever controleert VVD-senator Anne-Wil Duthler haar eigen advieswerk én lobbyt ze voor haar eigen adviesbureau. Ze haalde een miljoenenopdracht binnen bij het ministerie van Financiën waarbij de verplichte Europese aanbesteding werd overgeslagen. En die dreigt nu nog te mislukken ook.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

De Belastingdienst gunde in 2004 ondershands een grote automatiseringsopdracht aan adviesbureau Duthler Associates, eigendom van VVD-senator Anne-Wil Duthler. Dat is opvallend, want overheidsopdrachten van boven de 137.000 euro moeten Europees worden aanbesteed. Duthler heeft tussen 2004 en nu 8,9 miljoen euro gedeclareerd bij Financiën. Een woordvoerder van het ministerie zegt desgevraagd dat de Belastingdienst in die tijd ‘steekjes heeft laten vallen op aanbestedingsgebied’. De fiscus deed in 2007 een groot intern onderzoek naar de aanbesteding van automatiseringsprojecten. Van de opdracht voor Duthler bleek ‘de rechtmatigheid onzeker’. Anne-Wil Duthler zelf zegt in een reactie dat het project niet aanbesteed hoefde te worden op grond van artikel 31 van het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao). Haar bureau zou over zodanig unieke technische kennis beschikken dat Europees aanbesteden niet mogelijk was. De aanbestedingsregels bieden inderdaad de mogelijkheid om een opdracht ondershands te gunnen, maar daar gelden strenge eisen voor. De overheid moet dan bewijzen dat ‘de technische redenen het volstrekt noodzakelijk maken’ om het werk aan de ondernemer in kwestie te gunnen. Bovendien moet de Europese Commissie op de hoogte zijn gebracht. Aan die eisen is in dit geval niet voldaan, aldus een woordvoerder van Financiën. “Het is niet volgens de regels gegaan. Daarom hebben we later ook gezegd dat de rechtmatigheid onzeker is.” De bewering van senator Duthler dat ze artikel 31 heeft gevolgd, is dus feitelijk onjuist. Dat is des te merkwaardiger omdat Duthler zich op haar eigen website met zoveel woorden aanprijst als specialist op het gebied van aanbestedingsrecht.


Het project waar het hier om gaat, is het zogenaamde Nederlandse Taxonomie Project, het NTP. Het is een afkorting die de gemiddelde Nederlander niet veel zal zeggen, maar voor politici en ambtenaren op Financiën is het hét magische wapen in de strijd tegen de papieren rompslomp (zie kader voor uitleg). Het kabinet is er zo optimistisch over dat het een lastenverlichting van zeker 350 miljoen euro per jaar heeft beloofd. Alles meegerekend zou het NTP zelfs een miljard aan kostenbesparingen op moeten leveren. De belofte om de overheidsbureaucratie aan te pakken, valt of staat met het slagen van dit project. Anne-Wil Duthler speelt hierin een cruciale rol. Ze is directeur/eigenaar van Duthler Associates. Bij dit adviesbureau leidt haar man André Biesheuvel het NTP. Als Eerste Kamerlid voor de VVD controleert ze dus haar eigen werk. En dat niet alleen, ze lobbiet als politica ook openlijk om werk voor haar adviesbureau binnen te halen, zoals verderop in dit verhaal duidelijk wordt.

Het grootste probleem met het project is dat het dreigt te mislukken. En dat zou een ramp zijn voor het kabinet. Al sinds hij premier is, belooft Jan Peter Balkenende dat hij de bureaucratische rompslomp voor burgers en ondernemers met een kwart zal verminderen. Zo liet hij koningin Beatrix in de Troonrede van 2006 beloven: “De administratieve lasten zullen volgend jaar ten opzichte van 2002 met een kwart zijn verminderd.” Steven van Eijck, de nieuwe voorzitter van Actal, de toezichthouder die de administratieve lasten moet bestrijden, bevestigde laatst in NRC Handelsblad wat alle burgers al lang aan den lijve ondervinden: het kabinet maakt zijn beloftes bij lange na niet waar. “De feiten liegen niet: ze lopen achter.” Dat is volgens Van Eijck ‘zeer ernstig’, want uitgerekend in deze zware tijden zou een lastenverlichting van honderden miljoenen euro’s het bedrijfsleven flink helpen.


Voor de buitenwereld blijft de verantwoordelijk staatssecretaris, Jan Kees de Jager van Financiën, de eeuwige optimist. Binnenshuis is hij minder optimistisch, zo blijkt uit een ambtelijke notitie, die in het bezit is van HP/De Tijd.

Het gaat helemaal niet goed met het project, zo stelde de Regiegroep Regeldruk op 26 augustus vast. De notitie spreekt niet over NTP, maar over XBRL, de computertaal die onmisbaar is om het project uit te voeren (zie kader). De ambtelijke notitie zegt letterlijk: “Voor XBRL is een veel te grote reductie ingeboekt. Daarbij komt dat de reductie pas na 2012 gerealiseerd gaat worden als er nu geen vliegwiel wordt opgestart. Door de hoge nalevingskosten gaan ondernemers er niet zomaar mee werken.” Die 350 miljoen ‘reductie’ die het kabinet beloofde, is dus veel te optimistisch. En ‘hoge nalevingskosten’ heeft het kabinet al helemáál niet beloofd aan ondernemers.

Dat het kabinet naar buiten veel te optimistisch is over de strijd tegen de bureaucratie, begint een vertrouwd patroon te worden. Het Financieele Dagblad schreef begin 2007 al eens dat XBRL niet van de grond kwam. Het kabinet reageerde toen verontwaardigd in een schriftelijke reactie aan de Kamer. Van vertraging was ‘geen sprake’ en ‘er zijn aan overheidszijde geen belemmeringen om de geraamde AL (administratieve lasten; BdK)-reductie van € 350 miljoen dit jaar te realiseren’. Dat was een volstrekt loze belofte van het kabinet, want 2007 ging voorbij zonder dat er voor ondernemers merkbaar iets was gebeurd. Toch stuurde staatssecretaris De Jager in januari 2008 een optimistische update naar de Kamer.


In het vakblad Accountancynieuws kraakte expert Gerard Bottemanne van onderzoeksbureau GBNED die blijde boodschap. In feite stelde het XBRL-project in de praktijk nog helemaal niets voor, het was volgens Bottemanne allemaal ‘windowdressing’. De ambtenaren van De Jager reageerden weer verongelijkt: het project was wél een succes. Inmiddels, in oktober 2009, kunnen we vaststellen dat staatssecretaris De Jager zijn voortdurend herhaalde optimisme niet waar heeft kunnen maken en dat criticus Bottemanne gelijk heeft gekregen. Volgens de beloftes hadden bedrijven nu al zo’n anderhalf miljoen elektronische meldingen per jaar aan de overheid moeten doen, maar het zijn er nog maar een handjevol. De Belastingdienst laat weten dat dit jaar één aanleverancier ruim achtduizend berichten heeft ingezonden, een ander 75. In een andere proef waren er dit jaar 25.000 verwacht. Het zijn er tot nu toe acht. En die zijn dan meestal nog afkomstig van bedrijven die er rechtstreeks belang bij hebben, omdat ze ook opdrachten via het project krijgen. “Deze cijfers blijven achter bij eerdere prognoses,” zo geeft Financiën zuinigjes toe.

Waarom komt het XBRL-project maar niet van de grond? In België werkt het al, dus het kán wel. In Nederland blijft het steken in de polderklei. De bekendheid van het project bij bedrijven en accountants is laag. Omdat er nog geen markt voor is, is er ook geen goede software beschikbaar. Verder zijn de overheidspartijen het nog lang niet met elkaar eens over de details. Kortom: iedereen wacht op elkaar. De notitie van De Jager spreekt van een ‘kip-ei-probleem’. Criticus Gerard Bottemanne is minder diplomatiek: “Het probleem met de Nederlandse politiek is dat ze er direct getallen aan hangen. Ze hebben meteen geroepen dat het 350 miljoen euro moet opleveren, alsof XBRL een soort haarlemmerolie is.” Het project heeft daardoor een enorme politieke lading gekregen. Geen van de betrokken ambtenaren en adviseurs durft hardop te zeggen dat het niet goed gaat, want dan heeft het kabinet een levensgroot probleem.


Bottemanne somt de absurditeiten zo op. “Accountants moeten XBRL installeren, dat kost ze honderd euro per klant extra, terwijl er een verlaging van de lasten was beloofd. Bij de fiscus kunnen ze wel XBRL ontvangen, maar niet versturen. Dus de klant moet ook het oude systeem houden. Het slaat he-le-maal nergens op.” De Kamer van Koophandel heeft al 450.000 brochures aan ondernemers gestuurd waarin deze worden aangespoord om aan hun accountant te vragen hoe ze XBRL moeten installeren. Maar de Kamer van Koophandel kan, ook na herhaaldelijk aandringen door HP/De Tijd, niet vertellen hoeveel XBRL-meldingen ze nu verwerken. Bottemanne, tot slot: “Afgelopen juni zijn leden van het projectteam zelfs naar Australië afgereisd om de Nederlandse aanpak te promoten. Dan maken ze wel snoepreisjes naar Australië om te vertellen hoe geweldig ze het hier doen, maar we gaan niet in België kijken, waar het gewoon al werkt. Ik zeg: laten we lekker met de Belgen om de tafel gaan zitten.”

Maar er is nog een factor in de vertraging: de rol van Anne-Wil Duthler en haar adviesbureau. Duthler Associates is vanaf het begin, in 2004, verantwoordelijk voor de praktische uitvoering van het NTP/XBRL-project. Duthler kwam destijds binnen onder verantwoordelijkheid van Jenny Thunnissen, de omstreden baas van de Belastingdienst die vorig jaar moest opstappen. Financiën had en heeft de expertise zelf niet in huis. Duthler heeft nuttig voorbereidend werk geleverd, zegt men in Haagse kringen, maar de laatste tijd is de kritiek op het bureau gegroeid. Het wordt tijd om het project echt te laten groeien. Softwarebedrijven moeten aan de slag, accountants moeten hun klanten massaal aan de XBRL helpen, de overheid zelf moet flink in capaciteit gaan investeren. Maar in de praktijk bleef het bureau van Duthler als een bok op de haverkist zitten, waardoor het project niet de kans kreeg om te groeien.


Bedrijven en banken geloven op zich wel in XBRL, maar alleen als ze zien dat de overheid er zelf ook in gelooft en het dus ook zelf gaat doen. “Het project is een beetje een buitengewest in Den Haag. Ze gaan hun eigen gang,” zegt een insider. “Het project hoort niet thuis bij een extern bureau, maar in de normale organisatie van de overheid. Marktpartijen willen continuïteit. Je koopt alleen een fax als je zeker weet dat de anderen volgend jaar ook nog een fax gebruiken.” Andere insiders hebben dezelfde kritiek: Duthler heeft op zich goed voorbereidend werk geleverd, maar het project te lang onder zich gehouden. Projectleider André Biesheuvel – en echtgenoot van Duthler – bestrijdt dat. Dat het project minder oplevert dan verwacht, komt doordat het zo ingewikkeld is. Hij bestrijdt de suggestie dat Duthler Associates het project te lang onder zich heeft gehouden. “Wij hebben niet zoveel te willen. Daar hebben we helemaal geen stem in.”

De vier insiders die HP/De Tijd sprak, wilden alleen off the record kritiek leveren. Commerciële partijen, zoals softwaremakers, adviseurs en accountants, willen het ministerie van Financiën niet voor het hoofd stoten. Ambtenaren zelf zijn beducht voor de invloed van Duthler – ze is niet alleen directeur/eigenaar van het bureau dat het project uitvoert, ze is óók Eerste Kamerlid voor de VVD. Dat is een machtige positie. Duthler zelf zegt dat ze haar twee rollen zorgvuldig gescheiden houdt: “Ik zit als Eerste Kamerlid in een glazen huis.” Maar een aantal voorbeelden uit de praktijk maakt duidelijk dat Duthler op z’n minst de schijn wekt dat ze haar twee petten wel degelijk door elkaar haalt.


In de Automatisering Gids van december vorig jaar legde Duthler uit hoe minister Rouvoet het Elektronisch Kinddossier zou moeten opzetten. Hij zou, zo suggereerde de VVD-senator, het Nederlands Taxonomie Project als leidraad kunnen nemen. Let wel: dat is het project dat haar eigen bureau uitvoert. De lezer van de Automatisering Gids blijft daarvan onkundig, maar Haagse insiders ontging het niet. Op de website van het vakblad reageerde iemand onder de naam Lamenielache: “Spreekt mevrouw als Kamerlid of als directeur van het juristenkantoor dat het NTP in de macht heeft?”

Een speurtocht in de archieven van de Eerste Kamer levert nog een paar krasse staaltjes op van reclame die senator Duthler maakt voor adviseur Duthler.

In januari 2008 sprak de Eerste Kamer over de invoering van het Verdrag van Prüm, dat onder andere gaat over de bestrijding van terrorisme en grensoverschrijdende criminaliteit. Duthler kreeg als eerste het woord en deed aan de ministers Ernst Hirsch Ballin en Guusje ter Horst een suggestie om de automatisering beter te regelen: “Die beheersmaatregelen en processen zouden dan ondersteund en desnoods afgedwongen kunnen worden door ICT-systemen.” Voor de leek is het gewoon gortdroog Haags jargon, maar insiders haalden hun wenkbrauwen op: de systemen waar senator Duthler op doelde, zijn exact de systemen die adviseur Duthler helpt implementeren. De ministers gingen naar de zin van de VVD-politica kennelijk niet genoeg in op haar hint, want in tweede termijn herhaalde Duthler haar vraag aan Hirsch Ballin: “Kan hij nog ingaan op mijn suggestie om afspraken te maken over gezamenlijk te hanteren beheersmaatregelen en processen die eventueel kunnen worden afgedwongen door ICT-systemen?”


Op 10 juni 2008 nam de Eerste Kamer een wetsvoorstel aan, met een nieuwe regeling voor de jaarrekeningen van kleine bedrijven. Het was een hamerstuk, dus er werd noch in de Tweede, noch in de Eerste Kamer over gedebatteerd. Het opmerkelijke was dat het bureau van Duthler in het kader van het NTP-project nauw betrokken bleek bij het opstellen van deze regelingen. Wie voorafgaand aan de behandeling vragen had over het wetsvoorstel, kon die, zo blijkt uit officiële Kamerstukken, per e-mail richten aan Duthler Associates. Hier ontstond dus de situatie dat senator Duthler instemde met een wet die adviseur Duthler mede had helpen opstellen.

Bij een andere gelegenheid, in februari van dit jaar, vroeg Duthler aan Hirsch Ballin of hij niet meer vaart kon zetten achter de harmonisering van wetgeving, dat wil zeggen: verschillende wetten beter op elkaar afstemmen. Hirsch Ballin liet weten dat hij dat wel wilde, en noemde het Nederlands Taxonomie Project als ‘mooi voorbeeld’. Stond minister Hirsch Ballin hier te debatteren met volksvertegenwoordiger Duthler, of adviseur Duthler?

Voor buitenstaanders klinkt het allemaal als ondoordringbaar jargon, maar achter die vaktaal zitten grote belangen verborgen. Begrippen die voortdurend terugkomen, zijn ‘convenanten’ en ‘afdwingen’. Dat betekent dat bedrijven er verplicht aan mee moeten doen, en dus ook verplicht automatiseringsadvies moeten afnemen. Al die interviews en Kamerdebatten van politica Duthler zijn niet vrijblijvend. Op 11 juni van dit jaar kondigden de overheid, Rabobank, ABN Amro en ING aan dat ze gaan samenwerken in het Standard Business Reporting-programma (SBR) van de overheid. Het komt er op neer dat de banken zich verplichten om hun systemen allemaal dezelfde taal te laten spreken als de computers van de fiscus. Iedereen die weleens een automatiseringsproject van dichtbij heeft meegemaakt, weet hoe ingewikkeld – en duur – dat kan zijn. Uiteraard speelt Duthler daarbij een belangrijke rol; het is tenslotte het bureau dat het project uitvoert.


De handel en wandel van Duthler is in Den Haag niet onopgemerkt gebleven. De afgelopen maanden vond achter de schermen een machtsstrijd plaats rond het SBR-project, zoals het NTP-project inmiddels heet. In 2006 werd afgesproken dat het project zou verhuizen naar de GBO, de Gemeenschappelijke Beheerorganisatie Overheid, waar alle grote ICT-projecten op dit gebied ondergebracht zijn. Duthler heeft daar volgens insiders lang tegen gelobbyd, maar op 3 september van dit jaar ging de kogel toch door de kerk. Toen besloot de ambtelijke top van EZ, Financiën, Justitie en Binnenlandse Zaken dat Duthler het project moet overdragen aan de overheid. Door ervaring wijs durft Financiën nu geen concrete doelstellingen meer te noemen. Men overlegt in Den Haag nu over ‘realistische, haalbare stappen’. En zal het nu beter gaan? Financiën antwoordt met een onnavolgbaar eufemisme: “Inmiddels hebben de overheidspartijen besloten tot het versterken van de aandacht voor implementatie.”

De gedachte is simpel: wie bureaucratie wil bestrijden, moet hakken in de papieren rompslomp. Ondernemers worden gek van alle formulieren. CBS, fiscus, UWV en Kamer van Koophandel willen álles van ze weten: personeel, omzet, winst en nog duizend andere dingen. Is de ene stapel formulieren net ingevuld, komt de volgende binnen, met dezelfde of nét iets andere vragen. Iedere instantie heeft weer een iets andere omschrijving van wat precies winst is of loon, zodat ondernemers aan het rekenen blijven. De oplossing ligt voor de hand. Laat ondernemers alles bijhouden in één programma – boekhouden moeten ze toch – en geef die informatie door aan de overheid. Dan krijgen alle instanties in één keer alles wat ze nodig hebben, en hoeven ze de ondernemer niet steeds lastig te vallen met nieuwe formulieren. Zo werkt het in België: daar is het ambtenaren verboden om gegevens te vragen die een ondernemer al aan een andere instelling heeft verstrekt. Er is uitgerekend dat deze aanpak de Nederlandse ondernemers 350 miljoen euro aan bureaucratische lasten zou schelen.


Voor deze utopie is XBRL nodig: eXtensible Business Reporting Language, een taal die het mogelijk maakt om financiële gegevens, afkomstig uit verschillende computersystemen, op grote schaal veilig door te geven. Om het te laten werken, is het nodig om alle verschillende definities van zaken zoals loon en winst in alle verschillende wetten op elkaar af te stemmen. Dat is het zogenaamde Nederlands Taxonomie Project, tot voor kort de officiële naam van het project. XBRL en NTP hebben elkaar nodig, het een kan niet zonder het ander. Het bureau van Anne-Wil Duthler was tot voor kort verantwoordelijk voor het hele bovenstaande verhaal. Inmiddels is NTP omgedoopt in SBR: Standard Business Reporting.

Onderwerpen