Spring naar de content

Bericht van het NIW-front: ‘De sfeer is slecht, heel slecht’

Stront aan de knikker bij het oudste opinieblad van Nederland. Op de werkvloer bij het Nieuw Israëlitisch Weekblad (sedert 1865) is het de laatste weken niet meer zo gezellig. Op 15 oktober werd het contract van hoofdredacteur Paul Damen niet verlengd en vanaf dat moment is het hommeles. Het bestuur staat lijnrecht tegenover de redactie en oud-hoofdredacteur Damen en donderdag wordt er gevonnist in een kortgeding of het bestuur het redactiestatuut en de CAO terecht of onterecht aan zijn laars heeft gelapt. “Mijn nieuwe baas is een machtswellusteling.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Wat is er aan de hand? Paul Damen werd een jaar geleden gepresenteerd als nieuwe hoofdredacteur van het NIW, maar in dezelfde periode werden er ook bestuursleden aangesteld die zich actief gingen bemoeien met de inhoud van het blad. Zo mocht er volgens Damen over oorlogswezen evenals het Joods Maatschappelijk Werk niet meer worden geschreven. Ook moest de column van Damen verdwijnen en de bijdragen van jeugdige scribenten werden aan banden gelegd. Daarnaast werden salarissen niet altijd op tijd betaald en ontstond er steeds meer wrevel tussen de redactieleden en het bestuur. Op het moment dat Damens contract niet werd verlengd en werd opgevolgd door interim-hoofdredacteur Esther Voet waren de rapen gaar binnen het NIW. Er werd nog een lijmpoging ondernomen door prominente joodse journalisten, maar de onthechting werd alleen groter. Het bestuur legde intussen – heel modern – via een weblog  het waarom nog even uit. Overmorgen is het vonnis van wie het blad is: van de redactie of het bestuur.

Daphne Meijer, lid van de redactieraad van het NIW, wat vindt u van uw nieuwe superieur?
“Esther Voet heeft zich in zes weken steeds meer ontwikkeld tot lakei van het bestuur. Dat komt ook omdat ze haar kans schoon ziet om bij een serieus tijdschrift te werken. Ze is de baas van een blad waar ze via een column de wereldpolitiek kan bespreken. Ze geniet enorm van die positie en ook dat ze de baas over ons kan spelen. In feite is ze heel blij met het onverwachte cadeau dat haar met het vertrek van Damen in haar schoot geworpen is.

U typeert haar als een machtswellusteling.
“Ze is een machtswellusteling, ja.”

Hoe is de sfeer op de redactie?
“Slecht, heel slecht. Maar de redacteuren die er zitten, werken met heel veel commitment. Ze vinden het werk nog leuk en daardoor houden we het vol.”

U mag niet meer met iedereen praten, toch?
“Ik kreeg op een gegeven moment van Voet te horen dat ik alleen buiten werktijd contact mag opnemen met oude journalisten van het blad. Eigenlijk mag van haar helemaal niet meer met ze praten. Dat kwam omdat ik dingen doorbriefde aan Bernard Hammelburg en Hans Knoop en dat wil ze niet.”

Van wie is het blad? Van het bestuur of van de redacteuren?
“Het blad is volgens ons van ons, omdat wij het week in week uit volschrijven.”

Is het niet tegenwoordig zo dat de directies ook wel eens beslissen wat er in het blad terechtkomt? Er moet immers ook geld verdiend moet worden.
“Dat is geen gunstige ontwikkeling. We missen de toon dan Damen, het NIW is braver geworden.”

Onderwerpen