Spring naar de content

Retro bistro

Het concept van een steakhouse, biefstukrestaurant zo u wil, is sinds de introductie van Argentijnse grillzaken nauwelijks nog geëvolueerd. De heropening van l’Entrecte et les Dames in Amsterdam is zo’n beetje de enige uitzondering, al is de ambitie om er naar Frans voorbeeld een keten van te maken na de misluk-te poging tot een Haags filiaal al verwaterd. Misschien niet zo verwonderlijk; er wordt elk decennium wel een andere reden aangedragen om rundvlees te mijden: groeihormonen, creutzfeldt-jakob, die- renmishandeling, regenwoudalarm en CO2-uitstoot, of een duivelse combinatie van deze factoren. Wat ook al niet helpt, is het gebrek aan kennis bij de consument, die bij biefstuk vooral aan het allermagerste vlees denkt en zich bij slager en supermarkt gedwee allerlei geperforeerde ellende in de boodschappentas laat stoppen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Maar nu is er zowaar een nieuwe Steak Club, en wel op de zolder van de Harbour Club, een adequaat visrestaurant aan de Scheveningse haven. De Steak Club etaleert (Noord-)Amerikaans rundvlees: de gasten zien uit op de koeling waarin het vlees rijpt eer het in de broiler wordt geschoven. Het laten rijpen of afhangen van vlees is een tijd- en ruimterovend proces, dat door de inwerking van enzymen tot verbetering van smaak en textuur leidt. Een broiler is een elektrische insteekgrill, waarbij de (grote) hitte van bovenaf komt. De combinatie van rijpkast, broiler en de aanvoer van Amerikaans vlees wordt vermarkt door het Amsterdamse vleesbedrijf Nice to Meat. Tot zover de theorie.

De Steak Club-zolder is uit blank hout opgetrokken; het Amerikaanse karakter wordt versterkt door de grote afmeting en de aanwezigheid van booths, ronde aanschuifbanken om een dito tafel. De op gewicht gesorteerde steak-configuraties zijn op een glanzende zwarte kaart gedrukt, te beginnen met een lady steak van 150 gram voor €15,95. Bij wijze van carnivorisch bacchanaal hebben wij onze zinnen gezet op een tweepersoons cte de boeuf (€69,95) van 800 gram van het MRY (Maas-Rijn-IJssel)-rund, een autochtone dikbil.

Ronduit zorgwekkend is de openingsvraag van de serveerster: of we stokbrood met kruidenboter willen. Oei, dat is nog een verrukking uit de tijd van de bistro’s waar bij het licht van druipkaarsen op houten planken geserveerd werd, en nu we nog eens goed om ons heen kijken, zien we dat ook de houten plank gereïncarneerd is in de Steak Club, compleet met bijpassend kartelmes.


Er dient zich een slappe lach aan die ons de rest van de avond zal achtervolgen. Bij de carpaccio bijvoorbeeld, een naargeestige creatie van dunne plakjes smakeloos vlees onder een dekbed van kaassnippers en rucola met hier en daar wat balsamico-pek.

Dan komt het vlees: twee bamboehouten planken met – daar is-ie weer – een pluk droge rucola per plank. Bij het ambitieniveau van de rijpkasten zou je een meesterslager aan tafel verwachten om het vlees te trancheren, maar nee, op één plank ligt de Fred Flintstone-kotelet, en we mogen zelf de verdere portionering ter hand nemen met twee (!) bijgeleverde koksmessen. Er komen drie napjes fabriekssaus, waaronder zelfs frietsaus die als mayonaise gepresenteerd wordt, suffe dikke frieten en een nieuwe invulling van het begrip ‘seizoensgroenten’: paprika, haricots verts en courgette. Groenten uit een seizoen, inderdaad. Het vlees blijkt ook nog eens handwarm te zijn. We zoeken – en vinden – troost in een fles Ctes de Provence (Chteau Saint Roseline, €39,95). In positieve zin valt over de Steak Club te melden dat er vlees van uitstekende kwaliteit wordt bezorgd. Einde bericht. RH

The Steak Club, Dr. Lelykade 5-13.

Scheveningen. Tel. 070-8913229.

Onderwerpen