Spring naar de content

‘Vechten voor je wipkip’

In het regeerakkoord van dit kabinet is op aandrang van de ChristenUnie een afspraak gemaakt om iets te doen aan ‘verantwoordelijk burgerschap’. Burgerschap valt onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, dus het was aan die minister, Guusje ter Horst (PvdA), om met iets te komen. Een paar weken geleden was het zover: Ter Horst presenteerde de Kalender voor Verantwoordelijk Burgerschap. De media gingen er goeddeels aan voorbij, en nu ik deze kalender heb doorgebladerd begrijp ik ook wel een beetje waarom. Ook de minister zelf is blijkbaar niet zo ingenomen met het resultaat, want de laatste dagen sijpelen berichten door dat ze een punt achter de hele operatie wil zetten. Waar ze bij de CU natuurlijk weer boos over zijn, zodat we een nieuwe aflevering tegemoet kunnen zien van de Haagse tragi-komedie ‘Het Kabinet Dat Alsmaar Ruziede Over Wat Saamhorigheid Betekent’.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Dat Ter Horst bij het zien van deze kalender de moed in de schoenen is gezonken, verbaast me niets. Zo te zien komt hij uit dezelfde fabriek als dat boekje dat het kabinet uitgaf toen ze in 2007 honderd dagen het land in waren geweest om te vernemen wat ze nu eigenlijk moesten gaan doen. (Zogenaamd natuurlijk; wat ze gíngen doen lag al muurvast in het regeerakkoord.) Die brochure oogstte vooral hoongelach (onnozel, doorzichtig, schijnheilig, aanmatigend), dus om nu volgens hetzelfde procedé weer zoiets te maken… Enfin, vandaar wellicht ook de oorverdovende stilte bij de lancering. Kosten: 300.000 euro.

Voor de politicologen van de toekomst zal het een waardevol document blijken te zijn, als illustratie van de tragische double bind waar de huidige politieke elite in verstrikt zit: als zij spreken klinkt het in de zaal ‘boe!’, als de zaal spreekt klinkt het in hun hoofd ‘boe!’

Zij mogen niet beleren, maar openlijk instemmen met abjecte opvattingen willen zij ook niet. En dus gaat het een beetje om-en-om.

Enerzijds is die kalender een staalkaart van politiek correcte prietpraat – paps moet minder werken en meer zorgen, de padvinderij zou zich weer moeten toeleggen op goede daden, tegenstanders van asielcentra en woonwagenkampen moet je lik op stuk geven, vier in plaats van Kerstmis ook eens het Suikerfeest, Jom Kipoer, Chinees Nieuwjaar of Makar Sankranti, koop alleen slavernij-vrije chocola, et cetera – anderzijds krijgt de overheid er zelf ook regelmatig van langs. Voor elke keer dat het vingertje omhoog gaat, priemt het ook richting eigen borst.

“De overheid heeft het goed met ons voor,” lezen we eind januari, “maar mag zelf ook wel de handen uit de mouwen steken als het om burgerschap gaat. De overheid hoort bijvoorbeeld service te verlenen, integer te zijn en duidelijk antwoord te geven op vragen. Verder moet de overheid procedures tijdig afhandelen. Kom op, beste ambtenaren, doe je best!” Uiteraard is het de rank and file van ambtelijk Nederland die hier wordt toegesproken, niet de top, want daar maken ze geen fouten, maar, eh, burgerschapskalenders.


“We beheren in onze wijk de groene ruimte zelf en maaien het gras in de speeltuin,” lezen we begin april, onder het kopje ‘Vechten voor je wipkip’. “Maar de schommel was te laag en de wipkip gevaarlijk, vond de gemeente. En dat ronde grasveldje, dat kon niet, zei de ambtenaar. Dat zorgt voor hogere kosten voor het groenbeheer. Maar wij maaien toch zelf? Niets mee te maken. Inmiddels hebben we geen schommel en geen wipkip meer. Maar wel een vierkant grasveldje.”

De week daarop: “Soms wil je de vlag uitsteken. Maar de meneer die een vlaggenmast bij zijn huis wilde plaatsen, moest daarvoor wel een bouwvergunning aanvragen. Hij diende foto’s, tekeningen, plattegronden en situatieschetsen mee te nemen en leges te betalen. De kosten waren hoger dan de vlaggenmast.”

Augustus: “De overheid laat zich bij haar besluiten leiden door angst. Dat lijkt me niet het goede voorbeeld. Misschien moet de overheid een voorbeeld nemen aan de mensen die zijn onderscheiden door de Stichting Carnegie Heldenfonds.”

De enige manier waarop je in het Nederland van nu nog een moreel appèl op mensen kunt doen, is blijkbaar door op gezette tijden ook de hand in eigen boezem te steken.

Gewone burgers moeten beter hun best doen, de lagere overheid laat steken vallen, het maatschappelijke middenveld kan ook wel wat bijsturing gebruiken, welbeschouwd is er eigenlijk maar één maatschappelijke geleding die in deze Burgerschaps Kalender buiten schot blijft, namelijk (surprise, surprise): politiek Den Haag. En dat klopt natuurlijk ook, als kabinet besteed je je pr-budget natuurlijk niet aan kritiek op jezelf. Want daar hebben we het hier natuurlijk gewoon over: politieke pr. Enfin, een mislukte poging tot. Van de 120.000 exemplaren is inmiddels nog geen twee procent besteld.

Onderwerpen