Spring naar de content

De PVV-dagboeken: september 2009

HP/De Tijd-verslaggeefster Karen Geurtsen verbleef bijna vier maanden undercover bij de Tweede-Kamerfractie van de PVV. Doel: onderzoeken hoe ‘gevaarlijk’ de partij van Geert Wilders nu écht is. Deze week de eerste van drie dagboekafleveringen. Waarin ze leert: “Ons uitgangspunt is simpel: de islam is slecht, de regering is slecht, andere partijen zijn slecht. En de PVV is natuurlijk goed. Snap je?”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Karen Geurtsen

Dinsdag 1 september 2009
Na het fractie-uitje op het IJsselmeer van gisteren is vandaag mijn eerste echte werkdag. Enigszins zenuwachtig meld ik me samen met drie andere nieuwelingen om negen uur bij de hoofdingang van het Tweede Kamergebouw. Chef-personeelszaken Marga* komt ons ophalen. Ze vertelt dat ik voor De Roon de Roon zal gaan werken. Ik was natuurlijk liever bij Wilders himself aan de slag gegaan, maar De Roon is ook goed. Ik ken hem al van mijn sollicitatiegesprekken en vond hem niet onaardig.
De Roon, woordvoerder Justitie en Buitenlandse Zaken, is 57 en stond nummer drie op de kandidatenlijst van de PVV. Voor het grote publiek is hij vrijwel onbekend, want hij is niet zo vaak op tv. Marga leidt me naar zijn kamer. De volksvertegenwoordiger is absent, maar zijn andere medewerkers zijn er wel. “Ontfermen jullie je over Karen?” vraagt ze. Er wordt driftig geknikt.
Met twee kamergenotes, beleidsmedewerkster Jolanda* en stagiaire Evelien*, heb ik gisteren op de boot al uitgebreid kennis gemaakt. Beide meisjes waren onzeker over hun voorkomen en klitten erg aan elkaar; we klikten niet echt met elkaar. Floor*, de andere beleidsmedewerkster, lijkt me aardig. Zij werkt hier al wat langer en is wat minder stijf.
Ons kantoor is een vierkant vertrek van ongeveer twintig vierkante meter, met vijf grote grijze archiefkasten. Tegen de ingebouwde boekenkast staat een groot tv-scherm waarop we alle Kamerdebatten kunnen volgen. Achter zijn bureau zie ik op een prikbord een poster van een pakje Marlboro met de tekst: “Terrorisme brengt de gezondheid ernstige schade toe.” Mijn bureau staat schuin voor dat van mijn nieuwe baas. Hij kan dus op mijn beeldscherm kijken. Dat betekent dat ik vanaf mijn werkplek nooit mailtjes aan de hoofdredacteur van HP/De Tijd zal kunnen sturen.
Aan het begin van de middag maak ik samen met Marga een rondje langs alle PVV-vertrekken. Iedereen stelt zich netjes voor, is geïnteresseerd en wenst me veel succes. De ontvangst is hartelijker dan ik elders gewend ben, realiseer ik me. “Geert is er helaas niet,” zegt Wilders’ secretaresse Wendy*, een vriendelijk ogende vrouw met lang rossig haar van zo te zien begin dertig.
Kamerlid Martin Bosma heeft een grote Israëlische vlag voor zijn raam hangen, hetgeen me niet verbaast omdat hij gisteren tijdens het fractie-uitje een sweater met de opdruk ‘Israel Defense Forces’ droeg. In de gang staat een versleten zwarte tweezitter. Marga: “Voor Geerts beveiligers.” Boven de bank hangt een ingelijste poster van Theo van Goghs boek Allah weet het beter. De vermoorde columnist/filmmaker kijkt met wijd opengesperde ogen de lens van de camera in, om zijn hoofd is een zwart-witgeblokte ‘Arafatsjaal’ gewikkeld. Ook zie ik in de gang een rijtje weinig subtiele anti-islamcartoons van Gregorius Nekschot.
Mijn kamergenotes verheugen zich erg op de officiële opening van het parlementaire jaar. Die hebben ze net als ik nog nooit van dichtbij meegemaakt – Floor werkt sinds januari 2009 bij de PVV, Evelien sinds juni en Jolanda is pas twee weken geleden bij de club gekomen. Ook ik ga ’s middags mee naar de grote zaal. De PVV maakt een sterke start door meteen twee spoeddebatten aan te vragen. Vervolgens worden enkele nieuwe Kamerleden beëdigd, waaronder een PVV’er, Richard de Mos. Hij is de opvolger van de kersverse Europarlementariër Barry Madlener. De Mos, een joviaal ogende Haagse ex-onderwijzer van 33, kijkt trots als hij, nadat hij de belofte heeft afgelegd, conform de traditie bloemen overhandigd krijgt.
Na deze ceremonie staat de pers gereed om alle Kamerleden te ondervragen over hun voornemens voor het nieuwe parlementaire jaar. Wij gaan terug naar de fractie en aan het werk. Ik mag meteen een commissievergadering voor overmorgen voorbereiden. Probleem: mijn voorganger is al vertrokken, en ik heb geen flauw idee wat ik precies moet doen met het zogeheten RAZEB-dossier – over de EU – dat op mijn bureau ligt.
Geen nood, De Roon neemt een uur later de taak op zich mij uitgebreid te informeren.
Hij onttrekt twee koppen koffie aan ons Senseo-apparaat en schuift zijn stoel dan naast de mijne. We tutoyeren meteen. “Kijk,” zegt hij op vaderlijke toon, “het is eigenlijk heel simpel. Niet te diep ingaan op de stof; het gaat om de media-aandacht die je ergens mee kunt verdienen. De islam is slecht, de regering is slecht, andere partijen zijn slecht. En de PVV is natuurlijk goed. Dat is het uitgangspunt. Wij praten hier intern misschien wel genuanceerd over zaken, maar niet naar buiten toe. Dan valt iedereen in slaap, journalisten als eerste. Snap je?”
Ik snap het helemaal.

Lees het hele artikel in de HP/De Tijd van deze week.

Zie ook: Wilders gaf intern toe dat kopvoddentaks te ver ging