Zure druiven voor John en Paul

Voor John Leerdam zijn de druiven nog het zuurst. Bij de Tweede Kamerverkiezingen van 2003 debuteerde de sympathieke spraakwaterval uit de Antillen op een mooie zeventiende plek op de kandidatenlijst van de PvdA. In 2006 duikelde hij echter naar nummer 27 en op de conceptkandidatenlijst voor de Kamerverkiezingen van 9 juni zakte hij nog zes plaatsen verder, naar nummer 33. Geen wonder, zo luidt het in Den Haag, want Leerdam staat bekend als een uitermate lui Kamerlid, die meer tijd steekt in het selecteren van blitse brilmonturen en het regisseren van toneelstukken dan in het parlementaire handwerk. Vooralsnog kan Leerdam weinig anders doen dan hopen dat zoveel mogelijk PvdA’ers die vóór hem op de lijst staan na 9 juni gaan ‘doorschuiven’ naar een nieuw kabinet, want anders zou het wel eens over en uit kunnen zijn met zijn Haagse carrière.

Of is het voor Paul Kalma allemaal nog veel erger? Tot 2006 werkte hij bijna dertig jaar lang bij de Wiardi Beckman Stichting (WBS), het wetenschappelijk bureau van de PvdA. Als directeur (vanaf 1989) zag hij daar diverse talenten komen en gaan, onder wie Femke Halsema en Ayaan Hirsi Ali. Kalma’s voorgangers bij de WBS werden ondertussen premier (Joop den Uyl), hoofdredacteur van Het Parool (Wouter Gortzak) of hoogleraar in Leiden (Joop van den Berg). En Kalma zelf? In 2006 moest hij zich tevreden stellen met een schamele 25^ste plek op de PvdA-kandidatenlijst voor de Tweede-Kamerverkiezingen. En nu, vier jaar later, zakt hij naar nummer 41, naar alle waarschijnlijkheid een onverkiesbare plaats.

Frappante bijkomstigheid: Kalma heeft die degradatie vermoedelijk vooral te danken aan zijn dissidente standpunt over de AOW-leeftijd. Die moet, als het aan hem ligt, op 65 blijven. En dat zou onder de gegeven omstandigheden mooi uitkomen, want in dat geval heeft de bijna 62-jarige Kalma straks nog maar drie jaar werkloosheid voor de boeg…