Spring naar de content

Het állerlaatste interview met Pim Fortuyn

Acht jaar geleden maakten zes pistoolschoten een einde aan het leven van Pim Fortuyn. Afgelopen weekeinde sprak HP/De Tijd nog éénmaal met de ‘Goddelijke Kale’ in zijn favoriete vakantieplaats Provesano. “Het liefste was ik koningin geworden.”

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Bas Paternotte

Tijdens een wandeling door het zonnige Italiaanse Provesano stuit deze verslaggever op zo’n typisch Italiaans terras: een ober zoals ze er vijftig jaar geleden nog uitzagen (zwart vest en broek, servet messcherp over de arm gevouwen, smetteloos wit overhemd met zwart strikje) houdt zijn bezoekers nauwlettend in de gaten die op hun beurt rustig genieten van hun prosecco en het uitzicht over de Via Gore di Gregorio. Binnen klinkt muziek: het Slavenkoor van Verdi.

Een dikke man, blond verward haar, groot litteken onder de kin met daaronder een enorme buik die lijkt te worden bijeengehouden door zijn bretels en een t-shirt waarop staat ‘ I love Metro & Geitenneukers’, staat op en neemt afscheid van zijn tafelgenoot om vervolgens op zijn fiets te stappen. ‘Dag Theo, tot morgen!’ roept zijn kale metgezel hem na. Die glanzende schedel, het nonchalante maar toch deftige zomerpak, die ietwat hoge en tegelijk schorre stem. Is dat niet…?

Pim Fortuyn! Hoe maakt u het?
“Ik mag niet klagen. Wie bent u, als ik mag vragen?”

Ik heb u enkele jaren geleden geïnterviewd voor Panorama.
“Ach, het opinieblad voor de gewone man. Over jullie fotograaf was ik destijds niet erg te spreken. Hij fotografeerde mij van onderen af, in een soort Mussolini-perspectief. Dat gebeurde in die tijd wel vaker. Jullie waren het eerste blad waarin ik vertelde dat ik ‘moest vrezen voor goed en leven’. Ik ben er nog steeds van overtuigd dat ik in die tijd werd afgeluisterd door de BVD. Toenmalig minister Klaas de Vries zei dat toen omfloerst in het tv-programma Buitenhof: ‘Zij die de koude oorlog verklaren aan de islam, worden extra in de gaten gehouden.’ Ik werd daarna gebeld door een man die zei dat hij werkte voor de BVD en dat er een tap geplaatst was. Voordat ik daar op in kon gaan was de verbinding al verbroken. Het kan een grap geweest zijn. Maar die opmerking van De Vries heb ik toch altijd serieus genomen.”

U weet dat Klaas de Vries inmiddels in de Eerste Kamer zit?
“Een typische regent, ik had niet anders verwacht. Wist je dat hij al in november 2001 gewaarschuwd is, door Hans Dijkstal nota bene, dat mijn veiligheid in het geding was? Ach die De Vries, dat was achteraf bezien maar een klein mannetje. Wie ik veel stui-ten-der vind is Wim Kok! Die man is inmiddels commissaris bij de ING, KLM en Hoogovens. Kok verdient een vermogen terwijl hij vroeger altijd zat te brullen dat we niet teveel mochten verdienen. Een bloody shame meneer, ik zeg het u. Wim Kok haatte mij, en ik hem. En met de rest was het al niet veel beter. De PvdA heb ik gelukkig in mootjes gehakt. Daar hebben ze nu nog last van. Ook al vind ik die Wouter Bos nog steeds een leuke jongen. Van Cohen weet ik te weinig. Hij doet mij denken aan Ad Melkert.”

Ziet u in Geert Wilders een waardig opvolger?
“Dat zou wat zijn, zeg! U bedoelt die man met dat Mozart-kapsel? Hij heeft maar negen zetels, meneer! En heeft die Wilders ooit een boek geschreven? Al moet ik eerlijk toegeven dat hij het land redelijk aanvoelt. De burgers van Nederland waren na acht jaar Paarse kabinetten ontevreden. En dat zijn ze nog steeds. Ik kan dat beoordelen want door, laat ik het maar ‘omstandigheden’ noemen, kijk ik er tegenwoordig met een zekere afstand tegen aan. In dat opzicht is er weinig veranderd in dit land. Die onvrede weet Wilders te verwoorden. Alleen natuurlijk niet op mijn bekende eloquente en charmante manier. Het was namelijk niet voor niets dat het Nederlandse volk mij in haar hart sloot. Jongeman, op zes mei 2002 stond ik op acht-en-dertig zetels in de peilingen!”

Wilders heeft overigens wél een boek geschreven.
“Dat is nogal populair aan het worden onder politici, hè? Maar vergeet niet dat ik de eerste was die dat deed. En het waren er ook nog eens ruim twintig! Daar komt nog bij dat Wilders nooit professor is geweest. De enige die zich in dat opzicht met mij kan meten is Jan Peter Balkenende.”

In uw tijd kreeg u het verwijt een xenofoob te zijn.
“Nonsens! Ik was geen vreemdelingenhater, geen politicus die inspeelde op onderbuikgevoelens. Overigens bestaan die wel, en daar is niets mee mis. In de islamitische landen is er geen scheiding van kerk en staat. Het jodendom en het christendom hebben die scheiding geaccepteerd en de islam niet. Zolang de islam een rem is op economische en wetenschappelijke ontwikkeling gebeurt dat niet of duurt het heel lang. Wij hebben er 400 jaar over gedaan om dat overboord te zetten. De Italiaanse premier Berlusconi heeft gelijk. Die zei: ‘Op de westerse beschaving valt veel af te dingen maar qua mensenrechten is het een baken van licht in een duistere wereld.’ Daarin zijn wij superieur. En we zijn ook economisch, wetenschappelijk en technologisch superieur. Ik ken geen islamieten met een vooraanstaande wetenschappelijke positie. Ik ken geen islamitische samenlevingen waarin een grote vooruitgang wordt geboekt op het gebied van economie of wetenschap. Dat is tot nu toe alleen maar min of meer gelukt in Turkije. Maar daar hadden ze er weer een leger voor nodig. En met die aanslagen in Amerika zijn we wel een beetje teruggevallen in de tijd. Dat polariseert natuurlijk weer. Het zelfkritisch vermogen van de islam is nul komma nul, nul, nul! Het zijn volgens hen altijd anderen die verantwoordelijk zijn voor de situatie waar zij in zitten. Maar ik wil nog wat zeggen over Geert Wilders.”

Gaat uw gang.
“Ad Melkert vergeleek mij met Le Pen, Marcel van Dam noemde mij een üntermensch en vergeleek mij met Eichmann, Thom de Graaf haalde Anne Frank erbij, Jan Blokker noemde mij de nieuwe Mussolini en Paul Reuzenmeuler kenmerkte mij als extreem-rechts. De Nederlandse politiek en journalistiek hadden inmiddels beter moeten weten. Het is een bloody shame meneer, een bloody shame zeg ik u, dat nu wéér hetzelfde gebeurt.”

Het lot van de populist?
“Je acteert in het openbaar en het hangt helemaal van het medium af of je dingen wat zwaarder moet aanzetten of uitvergroten. Maar ik ben geen acteur. Als mijn emoties gespeeld waren, had het publiek er allang doorheen geprikt. Mensen voelen dat aan. Als een populist iemand is die ingewikkelde vraagstukken kan uitleggen voor een breed publiek, dan was ik inderdaad een populist. Als ze iemand bedoelen die ingewikkelde vraagstukken negeert, dan hebben ze het volkomen mis.”

Jammer dat u geen premier bent geworden?
“Het liefste was ik koningin geworden. Dat had ik in een nog mooier Palazzo gewoond en was ik in plaats van de Daimler met de Gouden Koets uit rijden gegaan. Paus had mij overigens ook wel wat geleken. Ach, weet u? Mijn goede vriend Harry Mens, die de onhebbelijkheid had mij voortdurend Annie te noemen en af en toe een jurk aan te trekken, zei het al op de dag van mijn dood bij die schatten van een Barend & Van Dorp: ‘Hef de LPF maar op, zonder Pim wordt het niets.’ Ziet u, het merendeel van die fractie was een bende, een kruiwagen vol kikkers. Uitzonderingen daargelaten zoals Joost Eerdmans, die schat van een João Varela en in zekere zin ook wel Mat, die zich toch kranig geweerd heeft al die tijd. Ik weet niet of een Kabinet Fortuyn al dat gedoe had kunnen voorkomen. Het is mij in Rotterdam overigens wel gelukt. Leefbaar bestaat daar nog steeds! Daarnaast is het merendeel van mijn ideeën inmiddels overgenomen door de andere politieke partijen. Er is méér aandacht voor geweld, gezondheidszorg, onderwijs en de dreiging van de islam en terreur. Daarnaast wil ik u er graag aan herinneren dat het idee voor een Generaal Pardon uit mijn koker afkomstig is! Maar mijn dood heeft de samenleving niet veranderd. Ik had namelijk al geschiedenis geschreven: iedereen praatte weer over politiek. De samenleving was trouwens al aan het veranderen. Het enige wat ik heb gedaan was al die ontevreden Nederlanders een stem geven. Ik denk dat dat mijn kracht was.”

Iets heel anders. Zijn er leuke jongens waar u nu bent?
“Ik had graag de eerste homoseksuele premier ter wereld willen worden. Bij ieder staatsbanket zou er een beeldschone jongeman naast mij hebben gezeten. Maar serieus, het zou maar even nieuws zijn geweest en daarna waren we er allemaal aan gewend. Hoe lang stonden we nou eigenlijk stil bij Margaret Thatcher? Al snel werd ze de Iron Lady en vervolgens was het gewoon een kerel in een mantelpakje.Maar om op uw vraag terug te komen. We zijn daarboven redelijk devoot, netjes. Het is niet de bedoeling… Ach, u begrijpt mij wel. Maar ik verveel mij niet. Er zitten boven enkele vrienden van mij. En mijn lieve, lieve moeder niet te vergeten. Natuurlijk ook mijn goede vriend Theo van Gogh die u net zag weglopen. Alleen zijn constante geroep van:‘Goddelijke Kale dit, Goddelijke Kale dat’ verveelt mij weleens.”

Wellicht een rare vraag. Wat doet u hier eigenlijk?
“Rond de zesde mei mag ik graag een paar dagen naar beneden en ga dan altijd naar mijn geliefde Provesano. Wat wandelen, beetje spoken in mijn oude villa, kijken hoe het mausoleum erbij ligt en dan huppekéé, naar het terras. Maar dit jaar ben ik hier voor het laatst.”

Voor het laatst, meneer Fortuyn?
“Werkelijk waar, acht jaar is genoeg. Nederland en haar geweldige volk zullen na vandaag toch écht zonder mij verder moeten.” 

Dank u wel voor dit gesprek.
At your service.”

Verantwoording: Dit interview met Pim Fortuyn is naast de noodzakelijke fantasie voor het merendeel gebaseerd op het interview dat deze verslaggever had met Pim Fortuyn in de Panorama van 7 november 2001, enkele weken voordat Fortuyn lijsttrekker werd van Leefbaar Nederland.

Onderwerpen