Spring naar de content

Het failliete fenomeen felix

Felix Rottenberg straalt altijd belang en urgentie uit. Maar is wat hij zegt ook belangrijk en urgent? Steeds meer mensen vinden van niet. Open brief aan een politieke circusballon die zichzelf oppompt, maar nu toch echt op knappen staat.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Beste Felix,

Heb jij dat ook weleens? Dat je iets wilt zeggen of schrijven, maar dat je tot op het laatste moment twijfelt over het exacte begin? Allerlei invalshoeken, agenda’s, scenario’s en prioriteiten dwarrelen door je hoofd: een paar seconden lijkt alles zelfs verdwenen of zit alles in de weg en schiet je geen ordentelijk begin meer te binnen. Ken je die zenuwslopende en verwarrende momenten? Vast! En als je ze niet kent, Felix, dan acteer je ze wel. En hoe… Zelden heb ik iemand zo belangwekkend aan tafels, tussen coulissen, achter microfoons of ijsberend door lange gangen zien zwijgen. Jou zien zwijgen is een belevenis op zich. Die toegeknepen, ietwat gekwelde blik, priemend in een onbekend stukje muur, raam of hemel, het wijsvingertje dat nerveus rond je lippen beweegt: je vermoedt er als brave kijker – of je wilt of niet – van alles achter!

Broedt het genie Rottenberg op een sexyer socialisme, dat erin slaagt ook verstandige mensen aan te spreken? Heeft hij een nieuw kwaad in de smiezen dat zich als agressief griepvirus door de bestuurlijke elite verspreidt? Of bereidt ‘s lands bekendste politieke junk een keiharde aanval op een minister of staatssecretaris voor die buiten ons medeweten enorm heeft lopen klungelen? Als toeschouwer houd je steeds je adem in. Alles is mogelijk. Helemaal zeker weet je het nooit. Kijken naar jouw zwijgen heeft de dramatische kracht van een permanente ontknoping; zelfs als er al tien, meestal teleurstellende, ontknopingen voorbij zijn gekomen, bezit jij, Felix, het vermogen een zaal of horde kijkbuiskinderen in een elfde, wél opmerkelijke ontknoping te laten geloven.


Hoe je dat precies doet, weet niemand. Eén ding is wel zeker: in jouw leven is er altijd een gesubsidieerd, progressief podium geweest om je ongebreidelde gedachtenstromen en kwikzilverachtige gebaartjes te kunnen spuien. Als de PvdA je salaris niet betaalde, dan deed de VPRO het wel. Of de NPS, het Rotterdams Filmfestival, de VARA of het debatcentrum De Balie. Hoewel je al jaren de suggestie van dwarsigheid en rebellie cultiveert, ben je dus van a tot z gepoederd en gevoederd door de Staat der Nederlanden. Inmiddels heb je in al die verschillende gremia alle soorten progressieve politici en daaromheen zwervend volk meegemaakt, van sektarisch tot opportunistisch. Daarbij heb je alle complexen, vooroordelen en pijnpunten van links Nederland vergaderend, brainstormend, duwend, trekkend en orerend uitvoerig leren kennen. Kortom: je bent de geograaf van de orde der wereldverbeteraars. En omdat je donders goed doorhebt dat er thans een andere wind waait, jonge kids realistischer in het leven staan en de geitenwollen sok geen handen meer op elkaar krijgt, distantieer jij je strategisch van de troggen waar je vroeger ruimhartig uit hebt gelebberd. Zo giftig en intens verafschuwd als jij ‘de ar-ro-gán-tie van de PvdA’ en ‘de ar-ro-gán-tie van de macht’ kunt zeggen, dat doet niemand je na!

Suspense, drama, grote woorden – als je eerlijk bent, voel jij je helemaal thuis in de politieke popularisering van het afgelopen decennium. En begrijp jij je eigen mogelijkheden om erop mee te liften maar al te goed. Wie herinnert zich nog de megalomane programmareeks Slot Rottenberg uit het begin van deze eeuw? Een absoluut hoogtepunt in het opkrikken, vergoddelijken en mystificeren van je eigen imago. Ik zie nog de bliksem inslaan tijdens de leader. Alsof we naar een alchemistische seance overschakelen, waar de magiër Rottenberg goud gaat maken uit de politieke prietpraat van alledag. Elke keer ontving je een politiek kopstuk in jouw eigen ridderzaal en liep je whisky nippend en bezwerende rondjes lopend om je gast heen. Hoe komt het toch dat ik die beelden zoveel jaar na dato nog zo scherp op mijn netvlies heb staan, tot aan het wijsgerige turen achter het kasteelraam aan toe? Terwijl er van de inhoud van die gesprekken niets, maar dan ook niets is blijven hangen? Zou het kunnen zijn dat jij, in de grond, een ziekelijke aandachtstrekker bent? Een publiciteitsgeile acteur? Iemand die de politiek alleen maar gebruikt om zelf maximaal in de spotlights te kunnen staan?


Het zou verklaren waarom je altijd een buitenbeentje in de serieuze linkse kerk bent gebleven. Waarom je hele jaargangen van Vrij Nederland hebt mogen vullen met vrijblijvende bespiegelingen over de laatste bewegingen binnen de PvdA. Waarom je nooit in die ál te serieuze en zwaarwichtige pretenties en onderstromen van het socialisme bent meegegaan. En je recentelijk nog het partijestablishment tegen de schenen schop- te door live in DWDD Leefbaar Rotterdam-voor- man Marco Pastors aan te bevelen als wethouder. En de Rotterdamse PvdA-lijsttrekker, Dominic Schrijer, in één moeite door een ‘ongelofelijke schijterd’ te noemen. Het gaat jou primair om het gebaar! De verandering! De opschudding! De show! Niet voor niets kon je het destijds in Slot Rottenberg opmerkelijk goed met Pimmetje vinden. Twee geboren acteurs die zich voor het oog van Nederland verbaal zaten te bevredigen; het leverde bijna handtastelijke televisie op. In platonische zin, welteverstaan.

Ik vraag me af: heb je nu eindelijk door dat Nederland niet meer gevoelig is voor de Rottenberg-show? Bijna elke dag word je, rond vijf over half acht, door boezemvriend Matthijs van Nieuwkerk nog wel pontificaal ingeleid als dé politieke analist der politieke analisten, als dé man die elke fluctuatie in het politieke landschap kan ontraadselen en duiden (aan vriendendiensten van Matthijs heb je nooit gebrek gehad). Maar wie gelooft nog dat jij inderdaad opheldering brengt? Ons in een kort exposé door de machinaties aan het Binnenhof leidt? Vrijwel niemand. En dat komt doordat jij al decennia met huid en haar zó diep in het politieke geharrewar zit, dat je integraal onderdeel van dat geharrewar bent geworden. Hoe groot is het verschil tussen jouw plotselinge campagne Femke Halsema naar het premierschap te duwen en het initiatief van een gemiddelde kroegtijger, die, overmand door erotische fantasieën, het uitgaanspubliek oproept op Femke te stemmen? Hoe geniaal moet je zijn om de blunder van Labour-premier Gordon Brown als ‘dodelijk’ te omschrijven? Hoe erg moeten we onder de indruk zijn als jij een (te lang) betoog afsluit met de obligate constatering dat Nederland ‘uiteindelijk toch een coalitieland is’?


Het contrast tussen alle bombarie en de magere inhoud begint steeds meer mensen op te vallen. Veel kijkers zijn de opgeblazen een-tweetjes tussen jou en Matthijs ronduit zat. RTL-collega Frits Wester komt tenminste met harde, nieuwe feiten. En toont zich kort, bondig en helder in zijn toelichtingen. Maar jij? Jij remixt een portie actuele meningen tot hybride explicaties waar doorgaans geen touw aan vast te knopen is. Het zal je ongetwijfeld ter ore zijn gekomen dat er op Twitter inmiddels een actie in gang is gezet, ‘Boycot Felix’ (www.twitter.com/boycotfelix). Ik kan het bijna niet geloven, maar zou dat invloed hebben? Laatst liet jouw meestal feilloze gevoel voor timing en theater je namelijk voor het eerst echt in de steek. Weet je het nog, de uitzending met Femke Halsema? De verwarde vragen die je daarin stelt? De hoogmoed om een Andries Knevel-imitatie ten beste te geven? De angstige blik bij Matthijs, die denkt: is Felix nu definitief aan het wegdrijven op de golven van zijn zelfoverschatting?

Wacht, ik surf even naar YouTube en laat de lezer beoorde- len hoe verward je hier optreedt: “Mevrouw Halsema, ik stel u een gewetensvraag, die is ooit aan Hans van Mierlo gesteld: als ik een pistool op uw borst richt, ja? Voor wie kiest u dan: voor de VVD of de Partij van de Arbeid? Ik stel u een variabele vraag.

Als u moet kiezen: GroenLinks iets groter, maar Wilders de grootste… Dus met andere woorden: Wilders premier, of Wilders de grootste uitslag, groter dan de Partij van de Arbeid, met als bijverschijnsel minder verlies voor GroenLinks, maar Wilders wel de grootste…” Van Nieuwkerk, wanhopig: “Offff! Cohen wordt de grootste…” Jij weer: “Cohen de grootste en GroenLinks wordt kleiner? Wat kiest u dan?” Als er al een belangrijke vraag wordt gesteld, dan is die ten onder gegaan in het woordgeweld. Halsema kijkt je dan ook stomverbaasd aan, alsof je een pilletje nodig hebt.


Ach, het zal je natuurlijk worst wezen, uiteindelijk. Want hoe vaak je ook een brevet van onvermogen afgeeft, hoe dikwijls je ook verstrikt raakt in je eigen gedachtespinsels, hoe verward of ongeïnteresseerd het publiek ook op jouw vaak vergezochte scenario’s en complexe woordpuree reageert, zelf lijk je nooit door twijfels over je eigen belangwekkendheid te worden bezocht. Waarom zou je ook? Als o zo geliefd meubelstuk in de stoffige uithoeken van de ambtenarij staat er altijd een batterij vage denktanks en publieke dan wel semi-publieke instellingen klaar om jouw agenda te vullen en zich geestelijk door jou te laten centrifugeren.

Natuurlijk zijn er ook positieve punten te noemen. Zo vinden althans de Rottenberg-fans van wie ik er – heel soms – een paar tegen het lijf loop. Je schijnt alles te lezen wat los en vast zit. Vooral over jouw grote liefde: de politiek. En inderdaad, als je beleefd op jouw kalende hoofd klopt, valt er zonder uitzondering een stortvloed aan biografieën, parallellen, metaforen en illustere leiders uit je schedeldak. Of het nou de communistische parlementariër Marcus Bakker is, de ouwe Drees, Den Uyl, president Nixon, Sovjet-leider Michail Gorbatsjov, Mao Zedong, Winston Churchill of een andere politieke grootheid – je laat geen kans voorbijgaan om ze ten tonele te voeren en de jonge generatie bij te praten over markante gebeurtenissen uit het verleden. Hulde! Maar ook hier geldt: zit er enige lijn in? Of ben jij, welbeschouwd, niet meer dan een blender, waar je weliswaar alles in kan sodemieteren, maar die het vervolgens tot een onherkenbare smurrie vermaalt? Het lijkt erop.


Of wil je volhouden dat het voorstel om Femke Halsema als toekomstig minister van Milieu & Duurzaamheid op een mondain buitenverblijf te laten resideren, hout snijdt? Zag je niet hoe de hele studio ineen kromp van schaamte, Femke incluis?

Op docerende toon tegen Halsema, en ik citeer je hier letterlijk: “Wat, zeg maar, heel belangrijk is in het verduidelijken van waar u voor staat, is dat GroenLinks zegt: ‘Wij willen regeren, wij gaan op het terrein van milieu, landbouw, ruimtelijke ordening en vergroening en verduurzaming… Wij zijn dat! Ik ben dat! Ik word vicepremier! Ik trek meneer Vendrik, mijn beste kameraad uit de fractie aan als politiek staatssecretaris, dan hoef ik maar veertig uur per week te werken! En dat doe ik briljant!’, dan gebéurt er wat in het land…!” Femke lacht schamper. Jij gaat door, onverstoorbaar: “Churchill! Hebben we daar een beeld van? Kijk, dan komt u daar te wonen, op het platteland in Engeland. Het heet Chequers. Daar trok Churchill zich terug in de Tweede Wereldoorlog, Blair deed dat later ook, en dan stond hij om elf uur op, dan at hij spiegeleieren met spek, kreeg een glas cognac, en dacht na over hoe het moest. En dat heeft natuurlijk wel tot een denderende en heel essentiële overwinning geleid. En op die manier – het is natuurlijk overdreven in de metafoor! – zou u een briljante minister van Duurzaamheid en vicepremier kunnen zijn. Als u met die symboliek uitdrukt wat u wilt zijn, denk ik dat de Partij van de Arbeid problemen gaat krijgen.”

Volgens de regels van de absurdistische humor scoor je hier een hele dikke tien. Maar als politiek analist, die zijn instrument, de taal, ordentelijk bespeelt, zak je keihard door alle denkbare bodems. Al in 1997 constateert schrijver en columnist Max Pam dat je op dat punt een zeer ernstig geval bent: “Zelden heb ik zoveel spel- en stijlfouten aangetroffen als in de Den Uyl-lezing van Felix Rottenberg. Zeventien bedrukte velletjes bedraagt de door de PvdA zelf rondgestuurde versie, waarin hoofdzakelijk zinnen staan die zo krom zijn dat geen hijskraan ze meer overeind kan trekken.” Even verderop noteert Pam het zoveelste juweeltje Rottenbergiaanse taalverkrachting: “Valt er een patroon te distilleren, dat houvast biedt voor hen, die begrijpelijkerwijs afgeschrikt worden als de ijzeren wet der oligarchie toeslaat waardoor een geniepig conservatisme de overhand krijgt, wat overigens altijd weer, vroeg of laat – alsof het een chemisch proces betreft – verzet oproept, een teken dat er misschien een nieuwe lente op komst is.”


Oké. Even pauze, even tijd voor relativering. Natuurlijk, Felix, valt tegen iedereen een aanklacht samen te stellen. Dus ook tegen jou. Als je maar slim genoeg selecteert, de ergste wanprestaties eruit pikt en er een saus van verdachtmaking overheen giet, kun je zelfs een vakman in een minkukel doen veranderen. Maar bij jou is precies het omgekeerde aan de hand. Bij jou borrelt de vraag op: waar ben jij eigenlijk een vakman in? Welke reputatie heb je op grond waarvan ooit opgebouwd? Wat voor schade valt er toe te brengen aan iemand die van vaag politiek geabstraheer zijn corebusiness heeft gemaakt? Als je het mij vraagt, zou je juist blij moeten zijn met mijn conclusie dat 99 procent van wat je uitkraamt dikke vette mist is. Deze brief zou er opeens geen aanval meer door zijn, maar een erkenning van je vermogen om enorme bergen kretologie te verkopen als cruciale verkenningen voor de sociaal-democratie, baanbrekende ideeën voor de staatsinrichting of frisse toevoegingen aan de gedachtevorming over de toekomst.

In essentie, Felix, ben je namelijk een branchegenoot van Hans Klok. Vanuit het niets iets tevoorschijn toveren! En het hele publiek ‘oooooh!’ en ‘aaaaah!’ laten roepen. Eind jaren negentig – in de goeie, ouwe tijd, zou ik bijna zeggen – werkte jouw charisma nog. Ik heb het van dichtbij meegemaakt bij RTV Rijnmond, waar je ooit een ochtendprogramma maakte: een horde jonge journalisten wachtte slaafs op jouw entree, jij stormde Rottenbergiaans gehaast binnen, verzamelde iedereen, smeet wat ideeën in de groep en commandeerde iedereen naar verschillende plekken in de stad. Of het een goed programma opleverde, weet ik niet meer. Maar als brenger van sfeer en enthousiasme op de redactievloer slaagde je, voor zover ik het kon overzien, met vlag en wimpel. Je was het oog van de vulkaan. Maar wat er in dat oog zat, behalve een hoop adrenaline en een berg eigenliefde, heb ik nooit kunnen ontdekken. En de grote vraag is: ben je er zelf inmiddels achter?


“Een politicus moet weten wanneer zijn tijd gekomen is,” zei je in 1996 tegen dagblad Trouw. Het was de zoveelste wegbereider om ruimte te scheppen voor een van je vernieuwingsgolven. Mijn vraag: hoe zit het dan nu met jou? Is jouw tijd niet ook allang gekomen? Of beantwoord jij aan het levensgrote cliché dat alle babyboomers aankleeft? Dat ze ouderen eruit hebben gebonjourd tot het moment dat ze zelf oud zijn? Als ik het allemaal goed begrijp, ben jij met geen duizend stokken uit die studio van DWDD te krijgen en ga je ons vanaf 31 mei, samen met Matthijs, door de laatste dagen voor de verkiezingen heen loodsen. Bij de VARA vreten ze je uitgedroogde act kennelijk tot de laatste snik. Haha! En dan nóg ontkennen dat Hilversum een blinde vlek op links heeft.

Het cv van Felix Rottenberg (4 juni 1957) leest als een methodische rondgang langs de linkse bolwerken van ons land. Met een havo-diploma van het Montessori-lyceum op zak wurmt hij zich in 1976, negentien jaar oud, als voorzitter van de Jonge Socialisten in het partijbestuur van de PvdA. Daarna is hij al snel kind aan huis in het Amsterdamse politiek-culturele centrum De Balie, waar hij weldra de directeurspost bekleedt.

Ondertussen blijft hij op talloze manieren flirten met de PvdA, maar vindt hij ondertussen, steeds vaker, emplooi bij de omroep. Hij treedt op in Denktank en Het Gebouw (beide VPRO), doet klussen voor AT5, RTV Rijnmond en NPS en keert in 2002 prominent terug met de politieke personalityshow Slot Rottenberg. Van 1992 tot en met 1997 is hij samen met Ruud Vreeman nog even duovoorzitter van de PvdA en laat hij dikwijls zijn harde kant zien, bijvoorbeeld door fractievoorzitter Thijs Wöltgens ‘een luie Limburger’ te noemen. In 2004 draaft hij in Zomergasten op als gast van Joost Zwagerman. Momenteel peptalkt, adviseert en troubleshoot hij erop los bij diverse maatschappelijke organisaties en is hij vanaf 31 mei co-piloot van Matthijs van Nieuwkerk in de speciale verkiezingsreeks van DWDD.