Spring naar de content

Balkenende, Rouvoet en Thieme verliezen ook thuis

Een beetje politicus haalt ook veel stemmen binnen in zijn eigen woonplaats en/of geboorteplaats. Toch geldt dat niet voor iedereen. Vooral CDA’er Jan Peter Balkenende en de lijsttrekkers van de kleinere partijen hebben het thuis bar slecht gedaan.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Volgens de meest recente verkiezingsuitslag doen vooral PvdA-leider Job Cohen, beoogd minister-president Mark Rutte (VVD) en PVV-leider Geert Wilders het heel aardig in hun eigen woonplaats en geboorteplaats. Jan Peter Balkenende (CDA), Marianne Thieme (PvdD) en Rita Verdonk (TON) doen het minder goed. Hoe lokaal wordt er eigenlijk gestemd? Een overzicht.

Mark Rutte (Den Haag, 1967). De eeuwige single Rutte woont helemaal alleen in Den Haag, wat tevens zijn geboorteplaats is. Zijn partij, de VVD, haalde in de hofstad 48.047 stemmen (21,6 procent, winst van 4 procentpunt) en is daarmee de tweede partij van de stad.

Job Cohen (Haarlem, 1947). Cohen huurt nog steeds de ambtswoning aan de Amsterdamse Herengracht, maar zijn eigen huis ter waarde van ruim 700.000 euro ligt in de kleine Noord-Hollandse gemeente Graft-De Rijp waar de PvdA 791 stemmen haalde (19,2 procent, winst van 2 procentpunt). In de hoofdstad werd Cohens partij veruit de grootste met 135.190 stemmen (35,2 procent, winst van 5,1 procentpunt). In Haarlem, zijn geboorteplaats, is de PvdA de grootste partij met 22.056 stemmen (25,6 procent, winst van 2,1 procentpunt). Een win-win-win-situatie dus.

Geert Wilders (Venlo, 1963). Wilders’ geboorteplaats Venlo is een echte PVV-stad geworden met 16.111 stemmen (30,2 procent, winst van 12,9 procentpunt). Intussen woont de PVV-leider in een zwaar beveiligd appartement in Den Haag. In die stad is de partij beloond met 39.368 stemmen (17,7 procent, winst van 9,9 procentpunt).

Jan Peter Balkenende (Biezelinge, gemeente Kapelle, 1956). Demissionair premier Jan Peter Balkenende heeft acht jaar in het torentje gezeten. Bij de Tweede Kamer-verkiezingen werd het CDA bijna gehalveerd. Het gevolg: Balkenende verlaat de politiek. Toch haalde Balkenendes partij 1688 stemmen (22,1 procent, verlies van 13,5 procentpunt) in zijn geboorteplaats en is daarmee de grootste. Maar in zijn woonplaats Capelle aan den IJssel verloor het CDA 12,6 procentpunt en behaalde het slechts 3418 stemmen (9,7 procent).

Femke Halsema (Haarlem, 1966). GroenLinks-lijsttrekker Halsema behaalde in haar geboorteplaats 9815 stemmen (11,4 procent, winst van 3,2 procentpunt). In de hoofdstad is GroenLinks de derde partij met 48.037 stemmen (12,5 procent).

Alexander Pechtold (Delft, 1965). In zijn geboorteplaats heeft Pechtolds D66 het aardig gedaan met 7390 stemmen (13,6 procent, winst van 9,4 procentpunt). Daarmee is D66 vierde in de stad geworden. In zijn woonplaats Wageningen deed Pechtold het iets beter met 3003 stemmen (14,6 procent, winst van 9,6 procentpunt).

Emile Roemer (Sambeek, gemeente Boxmeer, 1962). Landelijk heeft de SP 10 zetels verloren, maar op lokaal niveau zit het wel snor. De SP is namelijk de grootste geworden in Roemers woonplaats Boxmeer, de gemeente waar hij ook geboren is. Met 5998 stemmen (33,7 procent, winst van 10,2 procentpunt) is de partij onder leiding van Roemer veruit de grootste geworden in de Noord-Brabantse gemeente.

André Rouvoet (Hilversum, 1962). De links-christelijke partij van Rouvoet heeft het slecht gedaan in zowel zijn woon- als geboorteplaats. In Hilversum haalde de partij slechts 1287 stemmen (2,6 procent, verlies van 1,1 procentpunt) en in Woerden een beetje meer: 1728 stemmen (5,8 procent, verlies van 1,2 procentpunt).

Marianne Thieme (Ede, 1972). De Partij voor de Dieren is absoluut niet populair in de woonplaats van lijsttrekker Thieme. Slechts 306 stemmers in Maarssen namen de moeite om op de dierenpartij te stemmen (1,3 procent, verlies van 0,8 procentpunt). In Ede kozen 613 mensen voor Thiemes partij (1 procent, verlies van 0,3 procent).

Kees van der Staaij (Vlaardingen, 1968). De SGP-lijsttrekker Van der Staaij is een tikkeltje populairder geworden dan vier jaar geleden in zijn woonplaats Benthuizen, gemeente Rijnwoude met 622 stemmen (5,4 procent, winst van 0,4 procentpunt). In zijn geboorteplaats Vlaardingen haalde de SGP iets minder stemmen: 600 (1,6 procent).

Rita Verdonk (Utrecht, 1955). Trots op Nederland komt niet meer terug in de Tweede Kamer. De beweging van Verdonk heeft zo weinig stemmen gehaald dat zelfs een zetel er niet in zit. In Utrecht kreeg TON 595 stemmen en in het plaatsje Pijnacker-Nootdorp slechts 400 stemmen (1,5 procent). Het gevolg: de lokale afdeling van TON heeft zich afgesplitst vanwege de verkiezingsnederlaag van Verdonk.