Spring naar de content

Hoe meer zielen, hoe minder vreugd

Wiens schuld is het dat we niet in een ideale wereld leven, een wereld zonder oorlogsdreiging, epidemische ziekten en smeltende poolkappen? Juist, dat hebben we aan een vrouw te danken! Niet omdat die eerste vrouw een hap nam van de verboden vrucht en zo het paradijs verspeelde, maar wel omdat ze het klokhuis bewaarde en de pitjes naderhand in de aarde stopte om haar eigen fruitboompjes te kweken. Daar bleef het helaas niet bij; vervolgens wilde ze ook een lapje grond om graan en maïs te verbouwen. En daarna wilde ze ook nog een geit en een koe en een paar kippen op het erf.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Zo is alle ellende begonnen, stelt geneticus en antropoloog Spencer Wells in zijn veelomvattende studie over de oorsprong van het Kwaad, De akkers van Pandora. Hij ziet de overgang van kleine, nomadische samenlevingsvormen, die gebaseerd waren op jagen en verzamelen, naar een sedentaire cultuur die zichzelf in stand hield door middel van landbouw en veeteelt als de beslissende opmaat tot de moderne, door technologie beheerste wereld zoals wij die kennen.

Vanaf dat kritieke punt hoefde de mens zich niet langer te onderwerpen aan de natuur, maar verwierf hij de macht om de natuur te onderwerpen. Die overwinning had drastische consequenties op het sociale vlak. Wells somt ze puntsgewijs op, eigenaardig genoeg zonder enige aandacht te besteden aan de enorme voordelen die die omslag ook heeft gebracht.

“Het eerste onbedoelde gevolg was dat meer voedsel tot meer mensen leidde,” noteert hij somber. Die schaalvergroting leidde weer tot steeds complexere bestuursvormen, die aan sommige individuen meer macht, bezit en status toekenden dan aan andere, zodat er een eind kwam aan de egalitaire instelling van de jagers en verzamelaars in het Neolithicum. De economische en territoriale eenheid in zulke landbouwgemeenschappen werd het kerngezin, en aan mannen viel de taak toe om het eigen huis en het eigen dorp te beschermen tegen invallen van buitenaf.

Er ontstond dus zoiets als een ‘krijgsmacht’, en dat kwam de maatschappelijke status van vrouwen niet ten goede. Het had ook zijn weerslag op het religieuze leven, dat de nieuwe patriarchale verhoudingen begon te weerspiegelen. Arbeidsdeling bleek een organisatorisch vereiste te zijn in zulke grote(re) sociale verbanden, zodat de weg werd vrijgemaakt voor getalenteerde mensen die nieuwe technieken en productiemethoden konden ontwikkelen. Dan zijn we dus al ergens in de Middeleeuwen beland en komen we vervolgens, via de industriële revolutie, pardoes terecht in het huidige informatietijdperk.


Spencer Wells veronderstelt dat het allemaal begonnen is met een klimatologische verandering, 10.000 jaar geleden, toen de mensheid met uitsterven werd bedreigd en een efficiëntere manier moest bedenken om aan voedsel te komen. Nou, dat is gelukt, en wel in die mate dat we nu een tweede grote klimaatverandering het hoofd moeten bieden: eentje van eigen makelij, omdat de planetaire grenzen van de groei bereikt lijken.

Het enige wat ons nu nog rest, schrijft Wells zwartgallig, is ‘de hoop’, die immers ook uit de doos vloog toen Pandora het deksel eraf haalde.

Spencer Wells: De akkers van Pandora. Contact, €24,95. Ook verkrijgbaar via www.ako.nl.