Bingo! Wat doen schrijvers met hun prijs?
Wat deden zij met hun prijs? Erwin Mortier, Jan Siebelink, Hans Münstermann, Brigitte Raskin en Frits van Oostrom kochten niet allemaal een cabriolet. Wat ze wel met het geld deden vertellen ze in de Ako Literatuur-special. Hieronder alvast Brigitte Raskin. Zij won 50.000 gulden met Het koekoeksjong (1989)
“Ik was een complete outsider, een debutant bovendien. Een koekoeksjong in de literaire wereld. Niemand in Nederland had van mij gehoord. Een kennis schreef me: je komt zomaar van bovenlangs naar binnen en staat meteen boven op de literaire ladder. Zo voelde dat ook wel. Alsof ik daar onvast wat stond te wiebelen. Onwennig en eng, maar toch ook bijzonder. In de loop van de tijd ben ik de prijs steeds meer op waarde gaan schatten: dat heb je toch maar mooi gedaan. Het geld van de prijs kwam me heel goed uit. Ik was lerares geschiedenis en had drie jonge kinderen. Ons inkomen was bescheiden, mijn man was druiventeler. Dankzij de prijs kon ik stoppen met werken en een literaire draai aan mijn leven geven. Beter gezegd: een schrijvend bestaan opbouwen, want puur van je literaire boeken kun je haast niet leven in Vlaanderen. Het geld heb ik deels geïnvesteerd in een reis naar China, als onderzoeksproject voor een volgend boek. En ik ben een veel zelfstandiger leven gaan leiden. Moeilijker, maar wel spannender en aantrekkelijker. Ineens kon ik mijn eigen ding doen.
Afgunst was er zeker, met name door mijn bijzondere aanpak van schrijven over bestaande personages. In mijn proza meng ik die bestaande verhalen met mijn eigen leven, een stijl die je niet vaak ziet. Die aanpak zou te journalistiek zijn. Win je een prijs, dan moet je dus ook betalen. Het is soms net een kreeftenmand: wie omhoogkruipt, wordt weer teruggetrokken.”
Lees de andere vier interviews in de HP/De Tijd van deze week.
