Spring naar de content

Nieuwe partij?

Elke week één artikel uit HP/De Tijd in zijn geheel op de website. Deze week: aanhangers van D66 en GroenLinks die het initiatief hebben genomen om alle sociaal-liberalen te verenigen in een nieuwe politieke partij. Vooral voor rechts Nederland is dat goed nieuws.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Roelof Bouwman

Het zal vast en zeker toeval zijn geweest dat de internetsite www.nieuwepartij.nl werd gelanceerd in precies dezelfde week waarin we, nogal vroeg voor de tijd van het jaar, werden overvallen door winterse weersomstandigheden, maar het kwam wel goed uit. Want hoewel een kop warme chocolademelk natuurlijk de beste remedie blijft tegen vrieskou, mag ook het verwarmende effect van een enthousiast gepresenteerd Ambitieus Plan nooit worden uitgevlakt. En zo’n plan en de bijbehorende geestdrift hebben ze bij www.nieuwepartij.nl, daarover is geen twijfel mogelijk.

“Nederland is een vooruitstrevend, liberaal, sociaal land,” zo worden we welkom geheten. “Maar wij, de sociaal-liberalen in Nederland, zijn verdeeld over Groen Links, D66, VVD, PvdA, PvdD, CDA en CU. Daardoor hebben we geen sterke stem. D66 en GroenLinks zijn sociaal-liberale partijen, met veel meer overeenkomsten dan verschillen. Samen hebben ze al twintig zetels en met de sociaal-liberalen van VVD, PvdA, PvdD, CDA en CU erbij worden dat gemakkelijk dertig zetels, of meer. D66 of GroenLinks kunnen dat zelfstandig niet bereiken, door hun verleden en hun reputatie. D66 of GroenLinks ‘herpositioneren’ is niet geloofwaardig. En weer een nieuwe partij naast de bestaande partijen wordt ook niks. D66 en GroenLinks zijn samen de beste basis voor een sterke, progressief sociaal-liberale partij.”

Voorts meldt de site dat as we speak reeds 3550 kiezers hun instemming hebben betuigd met deze gedachtegang, en ook is te zien dat een aantal van hen reeds het hoofd heeft gebroken over de vraag hoe de nieuwe partij zou moeten gaan heten. ‘Progressief Liberaal’ lijkt vooralsnog favoriet, maar ook ‘Groene Democraten’ en ‘ProLib’ doen het goed. ‘SD11’ wat minder, maar dat zal komen omdat het een afkorting is van ‘SnorkelDing11’, een door een creatieve inzender bedacht anagram voor GroenLinks en D66, waarbij 66 is vervangen door (20)11. Zo’n kind gun je een Fanta, zeiden ze vroeger.

Laten we echter niet vergeten vast te stellen dat de initiatiefnemers op tenminste één punt helemaal gelijk hebben: D66 en GroenLinks zijn inderdaad partijen die programmatisch erg op elkaar zijn gaan lijken en die bijgevolg grotendeels in dezelfde electorale vijver vissen. Beide partijen immers moeten het vooral hebben van relatief hoogopgeleide en beter gesitueerde kiezers uit (groot)stedelijke milieus die hechten aan ‘postmaterialistische’ thema’s: het milieu, cultuur, onderwijs, emancipatie, de derde wereld, de internationale rechtsorde, Europese samenwerking. In die zin verschillen ze duidelijk van progressieve kiezers die, gelet op hun minder riante sociaal-economische positie, vooral belang hechten aan ‘materialistische’ issues, lees: betaalbare gezondheidszorg, niet te hoge huren en een fatsoenlijke uitkering bij werkloosheid, arbeidsongeschiktheid en ouderdom.

Maar toch: dat de vorming van een sociaal-liberale eenheidspartij om inhoudelijke redenen voor de hand ligt, betekent niet dat we hier te maken hebben met een project waar, bezien vanuit het standpunt van de betrokkenen, per definitie zegen op rust.

Want om te beginnen leert de ervaring dat politieke fusieprojecten in Nederland steevast lang duren en dus veel kostbare energie opslokken. Ter opfrissing van het geheugen: het CDA deed er (tussen 1967 en 1980) dertien jaar over, bij GroenLinks besloegen de besprekingen nagenoeg de hele jaren tachtig, en hoewel GPV en RPF reeds in 1982 in vier provincies met gemeenschappelijke kandidatenlijsten meededen aan de Statenverkiezingen, werd pas achttien jaar later, in 2000, de ChristenUnie opgericht. Bovendien bleek in alle genoemde gevallen dat de na veel conflicten tussen rekkelijken en preciezen tot stand gekomen fusiepartij bij de kiezers maar matig aansloeg. Zo ging de electorale neergang van de christendemocraten na 1980 met wat horten en stoten gewoon door en bleken ook GroenLinks en de ChristenUnie niet bij machte om substantieel grotere kiezersgroepen aan te boren dan hun voorgangers.

Voor een eventuele fusiepartij van D66 en GroenLinks zijn dat geen goede voortekenen. Maar laten we, bij wijze van gedachte-experiment, ook eens rekening houden met de mogelijkheid dat beide partijen het wél op korte termijn, zonder veel ruzies of afscheidingen, met elkaar eens worden en dat er daarna, voor het eerst in onze parlementaire geschiedenis, een fusiepartij ontstaat die wél aanslaat bij nieuwe kiezersgroepen.

Als dat zou gebeuren, zal dat – wat de initiatienemers van www.nieuwepartij.nl ook mogen beweren – slechts in zeer beperkte mate ten koste gaan van de aanhang van het CDA en de ChristenUnie, want daar zijn sociaal-liberalen zeer dun gezaaid. Ook de kleine Partij voor de Dieren kunnen we wel wegstrepen, want daar valt sowieso weinig te halen. De VVD is natuurlijk in potentie een veel grotere buit, ware het niet dat juist tijdens de recente kabinetsformatie is gebleken dat die partij nog nauwelijks beschikt over een linkervleugel. En voor zover die eerst wél bestond, zijn de belangrijkste woordvoerders ervan recentelijk overleden (Hans Dijkstal, Henk Vonhoff) of reeds vertrokken naar D66 voordat er sprake was van de vorming van een links-liberale fusiepartij (Joris Voorhoeve, Gijs de Vries).

Blijft over de PvdA. En inderdaad: die partij kent sinds jaar en dag een spraakmakende, sociaal-liberale ‘VPRO-vleugel’, belichaamd door partijprominenten als oud-staatssecretaris Rick van der Ploeg, voormalig partijvoorzitter Felix Rottenberg en oud-Tweede Kamerlid Mei Li Vos. De Balie, Felix Meritis of De Rode Hoed krijgen ze moeiteloos vol, maar toch zouden de initiatiefnemers van www.nieuwepartij.nl er goed aan doen om de omvang van de vrijzinnige aanhang van de PvdA niet te overschatten. Zelfs als ze bij de eerstvolgende Kamerverkiezingen en bloc zouden bezwijken voor de verleiding van een nieuwe sociaal-liberale eenheidspartij, zou dat hoogstens een kleine handvol zetels opleveren. Te weinig dus om zelf veel dikker van te worden, maar wel genoeg om de PvdA voortaan uit de race halen voor het premierschap.

Want hoe ging het ook al weer in juni? Mark Rutte bleef toen Job Cohen voor met een verschil van slechts 80.770 stemmen. Anders gezegd: als slechts twee van de twintig zetels van D66 of GroenLinks bij de PvdA waren beland, had er nu in Den Haag een heel andere premier gezeten én een heel andere, want in elk geval PVV-loze regeringscoalitie. Zó duur kan een sociaal-liberale stem uitpakken. En dus mag vooral rechts Nederland hopen dat het met die fusie van D66 en GroenLinks snel wat wordt.

Onderwerpen