Spring naar de content

Eigen geluk eerst

Kleuter, peuters en zelfs baby’s zijn voor een groeiende groep ouders geen reden meer om bij elkaar te blijven. ‘Dertigers zien het liefdesgeluk en het krijgen van kinderen vaak als twee afzonderlijke projecten.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

In de zomer van 1968, wanneer de seksuele revolutie de Amerikaanse middenklasse bereikt, scoort de countryzangeres Tammy Wynette haar grote hit met het nummer

D-I-V-O-R-C-E. Wynette vertelde later in een interview dat ze zo graag dat nummer zelf had geschreven, want: “De tekst sloeg precies op mijn situatie, mijn hele leven.” Wynette legde al haar gevoel in het lied over een scheidingsdrama dat een vierjarig kind treft; de moeder probeert haar vierjarige zoontje het leed van een scheiding te besparen door alle nare woorden te spellen, zodat hij de niet begrijpt welk lot hem treft. “He thinks C-U-S-T-O-D-Y spells fun or play/I spell out all the hurtin’ words and turn away/I can’t spell away this hurt/that’s drippin’ down my cheeck.” De tearjerker was een zomer lang op alle radiostations van zuidelijk Amerika te horen, waar het thema scheiden tot dan toe taboe was. De hit dreef Wynette in de armen van countryzanger rge Jones, die diep geraakt was door haar performance – en die zelf net zijn scheidingspapieren had getekend. Jones werd weldra echtgenoot nummer drie voor Wynette, die daarna overigens nog twee keer in het huwelijksbootje zou stappen.

Bijna veertig jaar na het succes van D-I-V-O-R-C-E moeten steeds meer ouders lastige woorden spellen opdat hun kinderen niet begrijpen welk onheil het gezin boven het hoofd hangt. In Nederland is het aantal scheidingen waarbij minderjarige kinderen betrokken zijn de afgelopen tien jaar explosief toegenomen. Volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek gaan jaarlijks zo’n 35.000 echtparen en 60.000 ongehuwd samenwonende stellen uit elkaar. Bij de echtscheidingen zijn zo’n 39.000 minderjarige kinderen betrokken, en bij de ongehuwd scheidende ouders nog eens 18.000. In totaal krijgen 70.000 inwonende kinderen (de meerderjarige dus meegerekend) te maken met een scheiding, en die worden gemiddeld steeds jonger: ongeveer de helft van al deze kinderen is onder de tien, een groeiend aantal – momenteel vijftien procent – zelfs onder de vijf jaar.


Lilly Koets (38), de moeder van Roos (8) en Wouter (6), kreeg het woord s-c-h-e-i-d-i-n-g niet over haar lippen en moest eerst vijftien kilo afvallen voordat ze begreep wat haar zo opvrat: het ongelukkige huwelijk met haar man Jeroen. “Eigenlijk wist ik al tijdens de zwangerschap van ons tweede kind dat we niet bij elkaar pasten. Kinderen krijgen heeft het proces van uit elkaar groeien versneld.” Lilly en Jeroen werden op hun achttiende verliefd en beleefden tien vrolijke jaren samen, vol leuke reizen, culturele uitstapjes en lange nachten uit met vrienden. De wereld lag aan hun voeten. “Nu zie ik dat de problemen die we later kregen, toen ook al manifest waren. Maar als je jong bent, kun je elkaar een beetje ontlopen in moeilijke tijden en zo de verschillen negeren. Je gaat veel stappen met je eigen vrienden, of doet dingen alleen. Als je kinderen krijgt, worden die vluchtroutes afgesloten.”

Lilly, een levenslustige freelance consultant, had enorme behoefte aan een gezin. “Kinderen leken me helemaal het einde. Ik verheugde me ontzettend op het moederschap en zag de combinatie werk-privé positief in. Toen onze kinderen er eenmaal waren, kreeg ik er inderdaad ontzettend veel energie van. Dat was bij Jeroen anders, hij sjokte vaak doodvermoeid achter de kinderwagen – altijd maar moe.”

Terwijl Lilly floreerde, raakte Jeroen gefrustreerd in zijn loopbaan. “Hij wilde graag in de geestelijke gezondheidszorg werken, maar werd een paar keer afgewezen. Dat knaagde behoorlijk aan zijn zelfvertrouwen. Jeroen is toen in de telecomsector gaan werken, maar daar vond hij niks aan. Ik vond het zo onaantrekkelijk: een man zonder ambities, zonder perspectieven.”


Bij de tweede zwangerschap voelde Lilly geen betrokkenheid van haar man. “Hij viel tijdens mijn weeën in slaap. Hij had er volgens mij helemaal geen zin in, nog een kind.” Toen vervolgens het huis verbouwd moest worden, nam Lilly alle taken op zich. “De aannemer zei op een gegeven moment: ‘Moet jij nou alles alleen doen hier, waar is je man eigenlijk?’ Toen begon het me te dagen dat ik er alleen voor stond, dat ik drie kinderen had in plaats van twee.”

Na lang piekeren besloot Lilly haar liefdesleven een tweede kans te geven. “Ik heb hem verteld dat ik wilde scheiden. Ik stelde nog voor om in therapie te gaan, maar hij dat wilde hij alleen als ik gegarandeerd bij hem bleef. Toen ik dat niet kon beloven, was het over tussen ons. Hij zal zeggen dat ik hem heb laten zitten voor een andere man. Ik had inderdaad al snel een verhouding, maar toen waren de kansen tussen ons allang verkeken.”

Heeft Lilly weleens overwogen om bij Jeroen te blijven voor de kinderen, die toen vier en twee jaar oud waren? “Eigenlijk niet. Ik vind dat een bullshit-argument: alsof kinderen gelukkiger worden van een liefdeloos huwelijk. Bovendien heb ik het idee dat ze er weinig van hebben gemerkt.”

Henk-Jan Bos (43) verliet zijn vriendin na de komst van een kind. Hun dochtertje Lola was zes maanden oud toen hij zijn spullen pakte, nu zeven jaar geleden. “Het was de moeilijkste beslissing uit mijn leven. Maar het liep tussen ons volledig uit de hand. Mijn ex was zich tijdens de zwangerschap zich al vreemd gaan gedragen. Extreem jaloers, ze maakte mij continu verwijten. Als we bezoek hadden, hoopte ik vurig dat ze nog wat langer zouden blijven, want ik wist dat ik zodra ze weg waren een bak ellende over me heen zou krijgen.”


Bos wist met zijn ex uiteindelijk een regeling te treffen. “Co-ouderschap zit er tot mijn grote verdriet niet in. Ik heb nu een tweede dochter uit een nieuwe relatie. Het zit me enorm dwars dat Lola geen dagelijks onderdeel van mijn leven kan zijn. Maar ik had geen keus. Het was óf in een liefdeloos gezin oud worden, of voor mezelf kiezen en gelukkig proberen te worden. Ik vind dat ik nu een beter voorbeeld voor mijn dochter ben, want ik wil dat zij in zo’n situatie ook de juiste afweging maakt.”

Henk-Jan staat niet alleen in deze overtuiging. Steeds vaker kiezen ouders met heel kleine kinderen voor een scheiding, zegt Jan Latten, hoogleraar sociale demografie aan de Universiteit van Amsterdam. Latten houdt zich al jaren professioneel bezig met het liefdesleven van Nederlanders. Zo publiceerde hij eerder samen met Volkskrant-journaliste Malou van Hintum het boek Liefde à la carte, een toekomstvoorspelling voor relationeel Nederland. Volgens Latten wordt duurzaam geluk in de liefde een uitzondering. Door de ontkerkelijking, de lossere normen over gezinsvorming en niet te vergeten de emancipatie van vrouwen, wordt het steeds moeilijker een relatie lang vol te houden. Want de enige basis voor een relatie is nog de romantiek, en die basis blijkt te dun, zelfs als er kleine kinderen in het spel zijn.

Latten: “Als je naar de echtscheidingscijfers kijkt, zie je dat er steeds vaker dertigers en veertigers uit elkaar gaan. Dat impliceert dat steeds vaker jonge kinderen bij een scheiding betrokken zijn.” Kinderen vormen minder dan vroeger een drempel om te gaan scheiden: was van het aantal gescheiden stellen tien jaar geleden meer dan de helft kinderloos, inmiddels zijn bij de meerderheid van de scheidingen die worden aangevraagd kinderen betrokken, blijkt uit cijfers uit 2009.


“Dertigers van nu zien het liefdesgeluk en het krijgen van kinderen in toenemende mate als twee afzonderlijke projecten,” legt Latten uit. “Vroeger waren de liefde en het gezin onlosmakelijk met elkaar verbonden, maar de techniek heeft niet stilgestaan. Tegenwoordig kunnen alleenstaanden ook kinderen krijgen, kunnen vrouwen zich kunstmatig laten insemineren met donorzaad en kunnen mensen een draagmoeder vinden. Zulke ontwikkelingen hebben een maatschappelijke impact. Het aantal eenoudergezinnen neemt rap toe; een bewijs dat je ook kinderen kunt hebben zonder partner.”

Bovendien, stelt Latten, lijden dertigers aan keuzestress. “Deze generatie is opgegroeid met het idee dat je je kansen optimaal kunt benutten, maar het is lastig keuzes maken als alles mogelijk is, de mogelijkheden onbeperkt lijken.” In een samenleving waarin niet de groepsbelangen maar individuele ontplooiing centraal staat, prefereren mensen hun eigen geluk boven de algemene belangen van het gezin. “We zijn steeds meer op zoek naar de ideale partner, omdat we vinden dat we récht hebben op geluk. Die ideale partner moet je leven nóg leuker maken dan het al is. En compromissen sluiten doe je niet zo makkelijk meer, omdat iedereen met zijn eigen ontplooiingswensen zit, en vrouwen tegenwoordig ook een eigen carrière hebben.”

Latten maakt zich zorgen om deze trend. “Bijna iedereen wil een relatie, en als die dan stukloopt wordt er meteen gezocht naar een nieuwe liefde. Mensen hebben hooggespannen verwachtingen en willen dat verliefde gevoel vasthouden. Maar dat zijn onze hormonen die aan het werk zijn, die verliefdheid gaat weer over.” De irreële zoektocht naar de ideale partner leidt niet tot wezenlijk geluk, zegt Latten. “In een nieuwe relatie kom je vaak dezelfde problemen tegen.”


En die problemen zijn niet mals voor het jonge gezin. Veel ouders gaan gebukt onder opvoedstress, blijkens uit een onderzoek van het ouderblad J/M uit september vorig jaar. Ze voelen zich bovenmatig verantwoordelijk voor het geluk en de ontplooiingskansen van hun kroost. Negen van de tien ouders voelen zich onzeker over hun taak als opvoeder. NRC Handelsblad en Psychologie Magazine publiceerden in dezelfde periode onthutsende artikelen over het welzijn van jonge ouders. Die zijn vaak een stuk minder gelukkig dan hun leeftijdsgenoten zonder kinderen, volgens verschillende grootschalige internationale studies. Zo deed de geremommeerde gedragspsycholoog en econoom Daniel Kahneman onderzoek onder een grote groep werkende vrouwen in Texas. Ze werden een paar keer per dag ‘opgepiept’ met de vraag wat ze aan het doen waren en hoe veel plezier ze aan die activiteit beleefden. Daaruit bleek dat vrouwen voor de kinderen zorgen ongeveer even prettig vinden als huishoudelijke arbeid of naar het werk reizen. Werkende moeders waren bovendien vaak het meest geïrriteerd als ze thuis zaten met hun kinderen. Een vijf jaar oude Amerikaanse studie onder tienduizend ouders wijst uit dat mensen met thuiswonende kinderen significant vaker symptomen van depressie vertonen dan mensen zonder kinderen. Diverse onderzoekers wijzen op het feit dat kinderen vaak andere levensbehoeften in de weg staan, zoals slapen, maar ook bijvoorbeeld de behoefte aan de status die een veeleisende, zich niet tot kantooruren beperkende baan met zich meebrengt. Daarnaast maken baby’s hun ouders vaak onzeker en vergroten ze hun behoefte aan veiligheid.


Kinderen krijgen is dus eigenlijk helemaal niet leuk. Dat was veertig jaar geleden natuurlijk niet anders. Sterker nog, in tijden dat moeders nog de luiers moesten wassen, en dat zonder machine, leverde een baby veel meer werk op. Maar de huidige generatie dertigers en veertigers lijkt veel sterker gebukt te gaan onder de zware last van het ouderschap.

Mark van Wind (35) wist zeker dat hij de vrouw van zijn dromen had gevonden toen hij in de lente van 1998 verschrikkelijk verliefd werd op Natalie. “We zaten beiden op de kunstacademie, en we leken elkaars gedachten te kunnen lezen; ik voelde echt een zielsverwantschap met haar. We konden nachtenlang discussiëren over kunst, of we werkten in elkaars atelier. Veel mensen hadden nooit verwacht dat wij uit elkaar zouden gaan, zo symbiotisch als wij door het leven gingen.”

Maar toen hun zoontje Dirk twee jaar geleden werd geboren, veranderde de verhouding tussen Mark en zijn vriendin. “Het romantische en spontane was helemaal weg. Alles moest gepland worden, en ik merkte dat er een onaantrekkelijk soort perfectionist naar boven kwam in mijn vriendin: ze was overdreven driftig bezig met babykleertjes strijken en had ineens allerlei materiële eisen. Ik vond dat niet eerlijk, want ze verwachtte van mij dat ik een nieuw, burgerlijk bestaan zou omarmen. Natalie wilde bijvoorbeeld weg uit Amsterdam om een groter huis met een tuin te kunnen kopen. Maar mijn studio en mijn kunstenaarsvrienden waren allemaal hier. En Almere is echt niet bespreekbaar voor mij. We begrepen elkaar opeens niet meer.”

Natalie zette een punt achter de relatie toen Dirk anderhalf was. “Ze had het gevoel dat ze er helemaal alleen voor stond, zei ze. Ze voelde zich eenzaam in onze relatie en wilde dan liever maar helemaal alleen gaan wonen. Ik begrijp dat niet goed; we waren er volgens mij wel uitgekomen, zeker als ze zich iets meer in mij had ingeleefd.”


Wat veel stellen parten speelt, is dat ze al wat ouder zijn en dus minder flexibel op het moment dat er kinderen komen. Dat blijkt uit allerlei onderzoeken, en ook Conny Heuvelman komt het probleem vaak tegen in haar relatietherapiepraktijk in Haarlem. “Ik krijg steeds vaker mensen in mijn praktijk met kleine kinderen, van twee of drie jaar. Bij de komst van het tweede kindje is het gevoel volledig weg en zijn de ouders doodmoe. Vooral de vrouwen klagen dat ze er helemaal alleen voor staan.”

Volgens Heuvelman heeft de nieuwe generatie dertigers een te rooskleurig beeld van een relatie, een beeld dat deels is ontstaan in de lange periode vóór de komst van de baby. Waar vroegere generaties doorgaans al jog kinderen kregen, wordt het ouderschap tegenwoordig uitgesteld, waardoor mensen vaak pas na hun dertigste aan kinderen beginnen. Heuvelman: “Veel stellen hebben een leuke tijd vol vrijheid achter de rug, die schril afsteekt tegen de periode ná de komst van de kinderen, waarin ze opeens helemaal geen tijd meer voor elkaar hebben. Ze vergeten vaak verdieping aan te brengen in hun relatie, écht met elkaar te praten.”

Veel relaties kunnen in drie sessies weer op de rails komen, is de ervaring van Heuvelman. “Maar mensen moeten goed beseffen dat een goede relatie vrij weinig met romantiek te maken heeft. Het is soms keihard werken, maar dat is zeker in een gezin de moeite waard. Want hoe leren jouw kinderen anders hoe je een duurzame en betekenisvolle relatie op te bouwen?”

Dat laatste is een groot probleem onder kinderen van gescheiden ouders, zegt Ed Spruijt, scheidingsonderzoeker aan de Universiteit Utrecht. Zulke kinderen hebben twee keer zo veel kans later zelf ook te scheiden. En als beide partners uit gebroken gezinnen komen, is het risico zelfs drie keer zo groot. Maar een scheiding heeft nog meer negatieve effecten op het kroost: een relatiebreuk ondermijnt het zelfvertrouwen de schoolprestaties van een kind en en wakkert gevoelens van depressiviteit aan.


Spruijt, die onderzoek heeft gedaan onder duizenden ‘scheidingskinderen’, wil de dertigers en veertigers niet de les lezen. Hij is bekijkt het liever pragmatisch. “Het is nu eenmaal een gegeven dat relaties steeds sneller worden verbroken, en we moeten concluderen dat kinderen – ook heel kleine – minder een drempel vormen om uit elkaar te gaan. Maar veel stellen zijn niet goed voorbereid op de moeilijke fase van een scheiding. Als één ding funest is voor kinderen, is het ruzie maken. Je kunt ook goed uit elkaar gaan, maar daar moeten gezinnen veel beter in worden begeleid.” Hij verwijst naar België, waar ouders sinds enige tijd worden aangespoord om na te denken over hoe ze de opvoeding willen regelen na een eventuele scheiding. “Ze moeten hun ‘opvoedintenties’ opschrijven. Dat vind ik een goede zaak. Want of ze gescheiden zijn of bij elkaar, de verstandhouding tussen de ouders heeft verreweg de grootste invloed op het welzijn van het kind.”

Ook Jan Latten ziet wel wat in educatie als remedie tegen de teloorgang van het jonge gezin. “We zouden op scholen meer aandacht moeten besteden aan hormonen, aan hoe verliefdheid werkt en hoe je dat soort gevoelens moet relativeren, omdat ze altijd overgaan. Ik vond het programma Baby te huur van BNN ook heel goed: daarin werden jonge mensen geconfronteerd met de zorg voor een baby. Daardoor krijgen jongeren een realistischer beeld en worden ze voorbereid op de praktijk.” |

De namen van de geïnterviewde ouders zijn om privacyreden gefingeerd.