Spring naar de content

Feit en vooroordeel

Geen gestrafte staat zo in de belangstelling als iemand die veroordeeld is tot tbs. Zeker sinds staatssecretaris Teeven in het kabinet-Rutte de desbetreffende portefeuille beheert. Het lijkt wel of hij zich heeft voorgenomen wekelijks een verharding van het tbs-beleid af te kondigen. De ene keer scherpt hij het verlofbeleid aan, de andere keer wil hij tbs’ers na hun vrijlating nog minimaal een jaar intensief laten volgen, dan weer meldt hij dat tbs’ers die een zedendelict hebben gepleegd na een afgeronde behandeling zelfs levenslang in de gaten zullen worden gehouden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Zulke verscherpingen worden natuurlijk ingegeven door angst voor recidive. Die vrees is aangewakkerd door een paar geruchtmakende misdrijven gepleegd door tbs’ers tijdens verlof of na beëindiging van hun maatregel. In januari nog pleegde een man na liefst zestien jaar behandeling binnen twee weken na opheffing van zijn tbs een overval op een Groningse supermarkt.

Maar al die aandacht voor uitzonderingen vertroebelt de kijk op de feiten. Volgens Teevens eigen ministerie daalt de recidive onder in de maatschappij terugkerende ex-tbs’ers namelijk onmiskenbaar. Zij komen minder vaak dan vroeger opnieuw met justitie in contact, en veel minder vaak dan onbehandelde delinquenten. Kennelijk kunnen feiten niet op tegen het vooroordeel dat wie eenmaal ter beschikking is gesteld altijd levensgevaarlijk blijft.

Toch nog maar eens een paar cijfers. In 2009 verbleven er 2008 personen met een justitiële en psychiatrische achtergrond in tbs-klinieken. Van hen was 73 procent in Nederland geboren. De grote meerderheid (94 procent) was man. Van de laatste lichtingen zat 14,3 procent voor een vermogensdelict zonder geweld; 16,8 procent voor hetzelfde delict met geweld; 52,7 procent voor geweld; 15,4 procent voor een zedenzaak; en 19,9 procent voor vernieling en agressie.

De gemiddelde duur van de behandeling ligt momenteel op tien jaar.

De afgelopen vijf jaar heeft er één ontvluchting uit een kliniek plaatsgevonden. Het aantal tbs’ers dat niet terugkwam van kort verlof liep in dezelfde tijd terug van 73 tot 22. Na vrijlating bleek 28 procent van de extases binnen zes jaar weer een ernstig misdrijf te hebben gepleegd, tegen 57 procent van de ex-gedetineerden. Onder de laatst gemeten groep ex-tbs’ers had 17,7 procent binnen twee jaar ernstig gerecidiveerd, blijkt uit de meest recente Recidivemonitor van het ministerie van Justitie en Veiligheid. Een halvering vergeleken met twee decennia eerder. Ook de recidive op langere termijn is in de achterliggende decennia aanzienlijk gedaald, meldt dezelfde monitor. De oorzaak van die daling is onzeker. De behandeling kan succesvoller zijn geworden; rechters en behandelaars kunnen voorzichtiger zijn geworden met het in vrijheid stellen van tbs’ers, en een combinatie van die twee factoren is ook denkbaar.