Dautzenberg bekent verzinsels: ‘In mijn hoofd sprak ik met Lemmy, dus in die zin is het waar’
In een interview met HP/De Tijd onthulde schrijver A.H.J. Dautzenberg deze week er een rijke fantasie op na te houden. Zo rijk zelfs dat-ie af en toe compleet verzonnen interviews publiceert. Tot nog toe was de VPRO niet te beroerd die verhalen klakkeloos af te drukken, om de simpele reden dat ze niet wísten dat die gesprekken nooit hadden plaatsgevonden. Oeps! Zijn volgende interviewkandidaat? “Ronnie Brunswijk.”
Dautzenberg: “Ik ben steeds anarchistischer en onverschilliger geworden. Dat zeg ik niet met trots – het is moeilijk, want je wijkt veel af. Neem dat Grunberg-interview, of [[popup file=”2011-03/vprogidslemmy.jpg” description=”interview met Lemmy van de band Motörhead over economie” align=”inline” ]], dat ook in HUMO is geplaatst. Had je in de gaten dat het nep was? Honderd procent verzonnen. Ik heb er totaal geen last van om zulke dingen te doen.”
Verzonnen…?
“Grunberg heb ik wel gesproken, maar dat uitknijpen van die mee-eter is niet gebeurd. In mijn hoofd praat ik met Lemmy, dus in die zin is het waar. Het is mijn werkelijkheid.”
Wat vindt de VPRO daarvan?
“Ze weten het niet. Maar eigenlijk maakt het niet uit of ik Lemmy heb geïnterviewd of niet. Het verhaal moet goed zijn. Non-fictie bestaat naar mijn mening niet. Alles is fictie, inclusief de wetenschap. Een amalgaam van constructies waarmee we de werkelijkheid willen duiden. Willen beheersen zelfs. Wat tien jaar geleden een feit was, kan nu een dwaling zijn. En in de politiek worden continu leugens verkocht.”
Dingen verzinnen gaat tegen de journalistieke afspraken in.
“En toch doen ze het allemaal. Neem de ‘massavernietigingswapens’. Dat was een collectieve leugen waar zelfs een economische oorlog mee is gelegitimeerd. Daar vallen doden door hè? En toch vindt iedereen dat oké. Ons hele koopgedrag is gebaseerd op een artificiële werkelijkheid. Ik creëer ook een werkelijkheid. In augustus komt een economieboekje van me uit: Economie voor en door leken verklaard. Lemmy staat erin, en ik ga praten met Ronnie Brunswijk.”
Gaat u met hem praten of doen alsóf u hem gesproken heeft?
“Ik weet het nog niet. Maar dat maakt niet uit.”
Behalve dan dat niemand nog weet wat echt is en wat niet.
“Nou en? Wat is waarheid? Dit is geen rol die ik nu speel hoor, ik meen het. Misschien is het iets zelfdestructiefs. Maar het maakt me echt niets uit. Als de VPRO nu zegt: dit was de laatste keer dat we met jou hebben gewerkt, dan is dat zo.”
Lees het gehele interview met A.H.J. Dautzenberg in de [[popup file=”2011-03/hpcover11.png” description=”HP/De Tijd van deze week” align=”inline” ]].
UPDATE, 16.01 uur – Dautzenberg loog in december ook tegen HP/De Tijd toen hij bij hoog en bij laag volhield Grunbergs mee-eter wel degelijk te hebben uitgeknepen.
