Spring naar de content

Monarchie is een oeroud, irrationeel relict

Geachte mevrouw Van Amsberg,

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Maarten ‘t Hart gaat al zijn hele volwassen leven tekeer tegen het geloof. Hij heeft zelfs twee boeken geschreven waarin hij alle denkfouten, tegenstrijdigheden en ongerijmdheden uit de Bijbel scherpzinnig fileert. Geholpen heeft het allemaal niet, zo schrijft hij op de laatste pagina’s van De bril van God: “Intussen is mij wel duidelijk geworden dat ik een en ander verkeerd heb aangepakt. Ik ben uit de machtige eikenboom van het christendom afgedaald en sta nu al decennialang met een vuistbijltje op de taaie wortels ervan te hakken. Vergeefse moeite!”

Ik kreeg exact hetzelfde gevoel na een paar jaar als redacteur van De Republikein. We publiceerden de ene na de andere vlijmscherpe analyse, legden onvermoeibaar uit waarom een monarchie principieel niet te verenigen is met een democratische rechtsstaat, en onthulden nummer na nummer hoe Bernhard zijn zakken vulde. Vergeefse moeite! Net als Maarten ‘t Hart besefte ik dat ik met mijn vuistbijltje nog geen deukje in de wortels van het koningshuis sloeg. Hoe vaak kun je opschrijven dat een erfelijk staatshoofd strijdig is met artikel 1 van de Grondwet? Daarom ben ik een paar jaar geleden uit de redactie van De Republikein gestapt. Er zijn bovendien belangrijker kwesties – de kredietcrisis, klimaatverandering en de war on terror, om er maar eens een paar te noemen.

Republikein ben ik nog wel, maar milder dan vroeger. “Jij bent een constitutioneel agnost,” zei een vriend laatst tegen me, en dat is wel een aardige omschrijving. Agnosten missen de bekeringsdrift die atheïsten vaak wel hebben. Van mij mag Nederland morgen een republiek worden, maar ik ga niet meer op de zeepkist staan om de monarchisten te overtuigen. Monarchie is net als religie een oeroud, irrationeel relict dat zich niet rationeel laat weerleggen.


Met die irrationaliteit moet je nuchter omgaan. Zo begint deze brief met de aanhef ‘Geachte mevrouw Van Amsberg’, een van uw titels die op de geboorteakte van uw dochter Amalia staat vermeld. Termen als ‘Koninklijke Hoogheid’ en ‘majesteit’ (de verhevene) gebruik ik niet. Dat is niet uit puberale dwarsigheid, want ook tradities waar ik niet in geloof wil ik best respecteren. In een kerk kleed en gedraag ik mij decent – maar ik kniel niet, omdat dat onwaarachtig zou zijn. Ik spreek u dus beleefd aan met ‘mevrouw’ – niet te familiair met ‘Beste Máxima’, maar ook zeker niet met ‘Hoogheid’. Dat u prinses bent geworden, zegt mij als republikein niet zo veel, u bent gewoon een burgermeisje uit Argentinië. Niets op tegen natuurlijk: het is goed dat ons koningshuis met zijn tijd meegaat en dat de leden zelf bepalen met wie ze willen trouwen. (Je hoeft trouwens alleen maar naar de schilderijen van de Habsburgers te kijken om te zien wat een paar generaties gedwongen huwelijken in kleine adellijke kring voor fysionomie oplevert.) Het is u en uw man allemaal gegund, maar tegelijkertijd krijg ík het als Nederlands staatsburger in de 21ste eeuw niet voor elkaar om iemand anders ‘hoogheid’ of ‘de verhevene’ te noemen. Als andere mensen dat willen doen, moeten ze dat zelf weten. Ik zou de slappe lach krijgen.

Maar over republikeinen zoals ik hoeft u zich geen zorgen te maken. Een veel groter gevaar voor de monarchie komt nu van binnenuit. Om weer de vergelijking met de kerk te maken: één priester die zich misdraagt jaagt meer mensen de kerk uit dan duizend boeken van atheïsten als Maarten ‘t Hart. Elke stommiteit van ‘Prins Plankgas’ helpt de Belgische republikeinen meer dan al hun scherpzinnige essays bij elkaar. In Nederland hebben we dat ook al gezien: de onderhoudskosten van De Groene Draeck, de vliegreizen van de koninklijke familie, de villa in Mozambique – het zijn stuk voor stuk rellen die het koningshuis schade hebben berokkend, ook in milieus die de Oranjes van oudsher een warm hart toedragen. Daar kunnen geen honderd jaargangen van De Republikein tegenop.


Voor u en uw man wordt het een delicate balanceeract. Het volk wil een sprookje, met koetsen, paleizen en galajurken, maar het mag niet te duur worden. Het volk wil een majesteit, een ‘verhevene’, maar het volk heeft ook een hekel aan de elite. Zeker als die elite zaken bekokstooft achter gesloten deuren. In de Nederlandse politiek was republicanisme altijd een linkse hobby, maar de hardste klappen komen nu van populistisch rechts. De PVV wil een eind maken aan de rol van het staatshoofd bij de formatie. Geert Wilders noemde het bezoek van koningin Beatrix aan Oman ‘erg dom’. Dat is geen vuistbijltje meer, dat is een ronkende kettingzaag. Ik wens u veel wijsheid.

Hoogachtend, Bart de Koning