Spring naar de content

Hafid Bouazza: ‘Waarom zou ik mijn toon matigen?’

Schrijver Hafid Bouazza haalt regelmatig hard uit naar de islam. Ook na ‘Noorwegen’ zal hij dat blijven doen. ‘Mensen hebben het recht om mijn teksten verkeerd te interpreteren.’

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Boudewijn Geels

“De islam is agressie op zoek naar een oorzaak,” zei u in maart in dit blad.
“Dat herinner ik me, ja.”

U zei ook: “Geert Wilders heeft gewoon gelijk met zijn cynische kijk op de islam. Zijn stem is heel belangrijk.”
“Klopt.”

Durft u dit na ‘Noorwegen’ nog zo te zeggen?
“Natuurlijk. De vraag is eerder: durf jij het nog af te drukken?”

Hoe zou u het vinden als ook u als inspirator was genoemd in het manifest van Anders Breivik?
“Ik zou allereerst denken: hoe kómt die man eraan? Er zijn namelijk maar een paar dingen van me in het Engels vertaald. Maar nee, ik zou het niet prettig hebben gevonden. Maar ik had er ook niet wakker van gelegen, sorry. In 2002 werd ik opeens gebeld door Tom Lanoye. Hij was volledig overstuur en riep: ‘Er staan delen van je artikelen uit NRC Handelsblad op de website van het Vlaams Blok!’ Ik antwoordde: ‘So what? Daar kan ik niks aan doen. Mensen hebben het recht om mijn teksten te verminken, verkeerd te lezen en verkeerd te interpreteren.’”

Als de verkeerde met je woorden aan de haal gaat, heb je gewoon pech?
“Pech lijkt me in het geval-Noorwegen wat zwak uitgedrukt. Kijk, als het een gek is die wat roept op een zeepkist, is het niet erg. Maar dit is een moordenaar.”

Veel commentatoren, en niet alleen linkse, menen dat Geert Wilders op z’n minst iets uit te leggen heeft. Dirk-Jan van Baar schreef: “Wilders kan niet meer de vermoorde onschuld spelen en doen alsof hij politiek niet verantwoordelijk is.”
“Daar ben ik het niet mee eens. Wat woorden met mensen doen is niet de verantwoordelijkheid van degene die die woorden uitspreekt of opschrijft.”

Punt?
“Ja. Punt! Moet je je dan bij alles wat je zegt op het hoofd krabben en denken: wat voor effect kan dit hebben op bepaalde gekken?”

Soms is dat misschien raadzaam.
“Natuurlijk is het helemaal niet slecht om na te denken voor je wat zegt. Maar ik vind: zelfs de meest krasse opmerking moet kunnen, mits er niet wordt opgroepen tot geweld – dat is het allerbelangrijkst. Wat wil je anders? Moeten we elkaars handjes vasthouden en elkaar vol zijig respect en onderdanigheid bejegenen? Daar moet je toch niet aan dénken?”

De toon van het debat hoeft niet te worden gematigd?
“Nee. De toon geeft de mate van frustratie weer. Als je niet iets matigs te zeggen hebt, waarom zou je dan een matige toon aanslaan? Nu wordt er dus gezegd – en dat is me een gruwel – dat ‘de anti-islamretoriek’ verantwoordelijk zou zijn voor Breiviks misdaad. Alsof mensen die hun omgeving hebben zien veranderen door komst van de islam die retoriek nodig hebben om die de verandering te signaleren. Voor die mensen is veel te weinig aandacht geweest.”

Lees het gehele artikel in de HP/De Tijd van deze week.

Onderwerpen