Spring naar de content

Weer geen Grootse Speech van Obama

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

De feitelijke inhoud van Obama’s toespraak was van tevoren al bekend. Grote delen van de ‘American Jobs Act‘ waren door Obama en zijn beleidsmedewerkers al aan de media aangekondigd, zoals grote bouwprojecten in de infrastructuur die voor banen moeten zorgen en belastingverlagingen voor bedrijven die nieuwe werknemers aantrekken. Eigenlijk ging de speech dus helemaal niet over de inhoud, of over het bedrag van 447 miljard dollar die het gaat kosten, maar over de toon en retoriek die Obama zou gebruiken.

Die retoriek was opmerkelijk direct te noemen. “Aanvaard deze wet, nu!” was de boodschap aan de volksvertegenwoordigers. Keer op keer herhaalde Obama die woorden.

Tijdens de toespraak probeerde Obama ook duidelijk te maken wie er de baas was en plaatste enkele sneren naar zijn politieke tegenstanders. “Ik ben niet uit op een klassenoorlog,” grapte hij naar de Republikeinen, die hem er vaak van hebben beschuldigt een verkapte socialist te zijn. Ook refereerde hij aan president Lincoln, de eerste Republikeinse president, die voorstander was van grote overheidsprojecten om banen te creëren. Een directe aanval op de rechtse Tea Party-beweging die fel tegen een grote overheid is.

Toch kon hij het zich niet veroorloven de totale oorlog te verklaren. Daarvoor heeft hij de hulp van de Republikeinen in het Congres te hard nodig. Dus speelde hij tegelijkertijd de rol van bruggenbouwer en eenheidsbewaarder. “Vergeet niet dat de volgende verkiezingen pas over 14 maanden zijn. Het Amerikaanse volk, degenen die ons hebben verkozen, kunnen niet zo lang wachten op hulp. Ze hebben ons nu nodig,” was dus zijn oproep tot samenwerking.

Uit de respons van de aanwezigen in het Huis van Afgevaardigden bleek dat deze oproep niet met open armen werd ontvangen. Het applaus uit de zaal kwam bij tijd en wijlen flauwtjes en plichtmatig over. De houding van John Boehner, de Republikeinse leider in het Huis, sprak in dat opzicht boekdelen. Met een nors gezicht applaudisseerde hij schijnbaar onwillig na opmerkingen van de president. Dit stond in schril contrast met de constant empathisch knikkende vice-president Joe Biden. Achteraf gaf Boehner wel aan dat zijn partij Obama’s plannen zeker zal overwegen, maar dat het Witte Huis ook naar Republikeinse inbreng moest luisteren wil het voorstel wet worden.

Vanzelfsprekend kwam het meeste gejuich van de linkerkant van de zaal (voor Obama rechts), daar waar Obama’s partijgenoten zaten. Alleen bij overduidelijke inkoppers, zoals bij zijn belofte de belasting niet te gaan verhogen, gaven de Republikeinen de president een staande ovatie. De absolute winnaar van de applausmeter was Obama’s opmerking over de auto-industrie: “Als Amerikanen Kia’s en Hyundais kunnen kopen, dan wil ik Zuid-Koreanen in Fords, Chevrolets en Chryslers zien rijden.”

Symptomatisch voor de gepolariseerde politieke situatie was het commentaar op de toespraak verdeeld. Waar de Washington Post ‘Obama the aggressive’ kopte en ook de New York Times schreef over Obama’s ogenschijnlijk hernieuwde strijdlust, bekritiseerden anderen Obama’s gebrek aan visie. Columnist Peter Smirniotopoulos van de Huffington Post omschreef de plannen als een ‘pleister na een schot van een jachtgeweer’. “Wat we nodig hadden was een nieuwe visie voor Amerika en een duidelijke stap vooruit. Wat we kregen was een verzameling lauwe, been-there-done-that oplossingen voor de korte termijn die wellicht resulteren in lichte verlaging van de werkloosheid, maar op de lange termijn de economie zeker niet gaan helpen.”

Voor de stempel ‘groots’ was de toespraak simpelweg teveel een uiteenzetting over de inhoud van de wet. Bovendien is de tijd er nog niet naar, ondanks Obama’s nadruk op de urgentie van de wet. Obama zal in de aanloop naar de verkiezingen nog vaak genoeg in een hoek worden gedreven en bekritiseerd worden om de falende economie. Wellicht hervindt hij dan zijn grootsheid van de vorige verkiezingen en weet hij zijn volk weer voor zich te winnen met de beste toespraak uit zijn carrière.