Spring naar de content

Privacy

Als u onze website volgt (en dat kan ik u van harte aanbevelen) of u hebt een van de grotere kranten het afgelopen weekeinde gelezen, dan kan u niet ontgaan zijn dat de Raad voor de Journalistiek uitspraak heeft gedaan over de zaak-Mariko Peters. Wij schreven begin augustus een verhaal over de betrokkenheid van het GroenLinks-Kamerlid bij (vermeende) kinderontvoering door haar huidige partner en over de wijze waarop Peters, toen zij nog Nederlands diplomaat was, optrad als bemiddelaar voor een subsidieaanvraag van hem. Een ongewenste verstrengeling van belangen, volgens ons. Over de belangenverstrengeling is sindsdien al veel gezegd: Buitenlandse Zaken concludeerde dat Peters de diplomatieke code had overschreden, maar vond dat aan haar subsidieadvies niet te zien was dat de aanvrager en zij een verhouding met elkaar hadden. Heel genuanceerd.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Poorthuis

In hun klacht bij de Raad voor de Journalistiek (RvJ) tegen HP/De Tijd lieten Peters en haar partner de diplomatieke kwestie wijselijk buiten beschouwing. Zij betoogden daar, ik vat het even samen, 1. dat HP nooit had mogen schrijven dat er sprake was van ontvoering, 2. dat wij de privacy van beiden hadden geschonden en 3. dat wij geen fatsoenlijk hoor en wederhoor hadden verricht.

Wij gaan gewoonlijk niet naar de Raad (er is hele goeie normale rechtspraak in Nederland), maar in dit geval leek het me om publicitaire redenen slim de confrontatie niet uit de weg te gaan. Dat kostte ons en Peters tienduizenden euro’s aan advocatenkosten, wat jammer is, maar soms moet dat kennelijk.

Nu is er een uitspraak en die wil ik u niet onthouden. De RvJ vindt daadwerkelijk dat wij niet van kinderontvoering hadden mogen spreken, omdat die niet onomstotelijk bewezen was. Ik verwijs u maar naar onze site (ww.hpdetijd.nl) om mijn absolute ongeloof over dat punt uit te leggen. Verder hadden we, vindt de Raad, de partner van mevrouw Peters ook over de omgang met zijn kinderen moeten laten praten. Hoewel onze redenering was dat we hem juist zo veel mogelijk buiten de affaire wilden houden en we wisten dat hij meelas met onze correspondentie met mevrouw Peters, zeg ik nu: oké, dat was slimmer geweest.

Waar wij gewonnen hebben in deze raadsuitspraak? HP/De Tijd heeft volgens de Raad op generlei wijze de privacy van mevrouw Peters geschonden, zoals zij had betoogd. De Raad ziet wel degelijk het belang dat wij hadden om over een Kamerlid te schrijven dat bij zo’n heikele affaire is betrokken. De maatschappelijke relevantie van het artikel acht zij bewezen.


Ook Peters’ klacht dat wij haar niet fatsoenlijk om wederhoor hadden gevraagd is verworpen. En terecht. Dat hadden we namelijk wel degelijk.

Wat moet je ermee, met zo’n uitspraak? Ik schreef het al op de website: we zijn behalve een stuk armer, een beetje verbijsterd, een beetje schuldbewust en gelukkig ook een beetje tevreden. En dan laat ik buiten beschouwing de persoonlijke ontgoocheling die je tijdens zo’n affaire meemaakt: het gestuntel, het draaien en verdraaien van woorden door mensen die wij, met enige achting, nog steeds onze volksvertegenwoordigers noemen. Dat bewaar ik wel voor mijn memoires.

[email protected]@FrankPoorthuis