Spring naar de content

Grensverleggend kunstwerk

Björk goes Joanna Newsom, denk je. En dan niet vanwege het kwinkelerende harpje, want met dat instrument heeft de IJslandse al eerder gekke dingen gedaan. Op haar eersteling Debut coverde zij de volkomen platgespeelde jazzballade Like Someone in Love op een manier waarvoor zij in de jaren veertig, toen deze song van Jimmy van Heusen en Johnny Burke het levenslicht zag, uitgejouwd en uitgefloten zou zijn. Een beschamende parodie op een vrouw die niet kan zingen: zó zou het oordeel in die jaren hebben geluid.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Toch schuilt in die track de essentie van het fenomeen Björk: eerder dan muzikant of vocalist is zij een kunstenares die grensverleggende werken creëert door het verenigen van het onverenigbare. Op Biophilia mijdt zij, net als Joanna Newsom, meer dan ooit de platgetreden paden van de popsong door heilige huisjes als couplet, refrein, middendeel, meezingbaarheid of dansbaarheid willens en wetens als ouderwets bij het grof vuil te zetten. Maar waar dat streven bij Newsom vaak ontaardt in eindeloos voortreutelende songs zonder kop of staart, slaagt Björk erin om tien compacte, thematisch gerelateerde statements te presenteren die eerder de kwalificatie ‘audio-installatie’ dan ‘song’ verdienen. De term audio-installatie past ook beter bij de manier waarop Biophilia tot stand is gekomen. Geïnspireerd door het boek Musicophilia – Tales of Music and the Brain van Oliver Sacks wilde Björk bewijzen dat het mogelijk is om de ongrijpbare en emotionele wereld van de muziek te koppelen aan de onwrikbare wetten van de exacte wetenschap. Dankzij de software van computermuziekprogrammeur Damian Taylor kon ze met behulp van iPads en touchscreens muzikale patronen creëren die werden gebaseerd op algoritmen uit de natuurwetenschappen of de biologie. Kort door de bocht: je stopt een natuurwet in de computer en er komt een liedje uit – en eerlijk gezegd klínkt Biophilia ook zo.

Maar voor we verder een waardeoordeel aan dit avant-gardistische klankproject hangen, nog even een paar woorden over de andere innovaties die dit album tot een unicum maken. Niet alleen de manier van componeren wijkt af, ook maakt Björk gebruik van novelty-instrumenten als de ‘gamelesta’ (een gamelan/celesta-hybride) of een set van vier tien meter hoge houten slingers die, gedreven door de zwaartekracht, een paar tonen kunnen produceren.


Een absolute first is dat Biophilia uiteindelijk – er zijn nog maar een paar van de twaalf tracks verkrijgbaar – ook als het eerste ‘app-album’ de geschiedenis in zal gaan. De gratis te downloaden Biophilia-app voor iPhone of iPad is niet meer dan het voorportaal dat fungeert als verkooppunt. Koop je de specifieke app voor bijvoorbeeld de track Moon, dan krijg je voor €1,59 het nummer zelf met een animatiefilmpje en de tekst die op het scherm synchroon meeloopt. Daarnaast een programma waarmee je de song kunt editen, om op die manier een eigen versie te creëren en op te slaan. Voor de muzikanten onder ons wordt een programmaatje meegeleverd waarin de hele partituur op het scherm aan je voorbijglijdt.

En dan is er ook nog een tekstgedeelte, waarin Björk zelf en musicologe Nikki Dibben Moon uitgebreid bespreken. Die app is grappig, maar wie op deze manier het hele album Biophilia wil downloaden, is bijna twintig euro kwijt, en dat is toch wat veel voor een gimmick – hoe mooi uitgevoerd ook.

Door alle parafernalia die Biophilia omgeven, zou je bijna vergeten dat het gewoon om een plaat gaat. En wie in een vijfsterrenrestaurant zit, hoeft niet per se het recept van een gerecht te kennen om van een gerecht te kunnen genieten – vaak integendeel zelfs.

Toch ben je geneigd om juist door die voorkennis vijf sterren toe te kennen, uit bewondering voor de creativiteit en de stoutmoedigheid van dit project. Björk heeft de luisteraar met dit multimediaproject een beetje verblind, of liever gezegd: doof gemaakt.

Natuurlijk, haar stemgeluid blijft magisch en de klankwerelden die zij creëert zijn nog steeds uniek. Maar of Biophilia een liederencyclus is die over honderd jaar in één adem genoemd zal worden met Strauss’ Vier letze Lieder, valt te betwijfelen. Want hoezeer deze audio-installaties ook gelieerd zijn aan de schepping en het universum, over het leven van de gemiddelde sterveling zeggen ze nog net iets te weinig. Biophilia is grensverleggend, maar niet hartveroverend – laten we het daar maar op houden.