Spring naar de content

Als undercoverjournalist in Syrië breng je je contacten in gevaar. Maar ze kiezen er wel zelf voor om mee te werken

Kun je het eigenlijk wel maken om als ‘undercover journalist’ naar Syrië af te reizen in het besef dat je daarmee je contacten in gevaar brengt? Die vraag werd min of meer opgeworpen door een boze lezer die vond dat mijn reis voor HP/De Tijd, halverwege oktober, ‘onverantwoord’ was.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

“Hang maar lekker de ‘naieve toerist’ uit,” schrijft hij. “BuZa komt je wel redden als ze moeilijk gaan doen. En dat is nog het gunstigste geval. Meer waarschijnlijk is dat ze anderen, achter jou, gaan lastig vallen. Maar dan ben jij al weg, hoef je dus niet voor te zorgen.”

De persoon heeft in de kern gelijk: mocht de Syrische geheime dienst jou, een westerling, verdenken van journalistieke activiteiten – die zonder werkvisum niet zijn toegestaan – dan zullen ze je in het ergste geval een paar dagen vasthouden om je vervolgens op het vliegtuig terug naar huis te zetten. De contacten die je tijdens je verblijf hebt gesproken, moeten zich meer zorgen maken: een onderonsje met een journalist kan tot nare ondervragingspraktijken leiden, of – erger nog – tot een gevangenisstraf voor onbepaalde tijd, incluis martelingen. Dat wil je als journalist niet op je geweten hebben.

Toch is dit geen reden om Syrië te mijden. Al helemaal niet in een tijd dat het land op z’n kop staat, er meer dan drieduizend doden zijn gevallen en de internationale gemeenschap vooralsnog geen andere oplossing ziet dan beschaamd toekijken. De journalistieke plicht roept. Wel moet je in zo’n situatie je bronnen zo goed  mogelijk beschermen: door hun namen te fingeren bijvoorbeeld, maar ook door op zo onopvallend mogelijke plekken af te spreken en jezelf zoveel mogelijk als toerist te gedragen.

Maar het gevaar dat je bronnen lopen door jouw aanwezigheid is niet alleen de verantwoordelijkheid van de journalist, maar net zo goed van de bron zelf. Die maakt uiteindelijk een keuze om wel of niet mee te werken aan een publicatie. Alle contacten die in mijn artikelen van vorige week en deze week zijn opgevoerd, wisten dat ik voor journalistieke doeleinden in Syrië verbleef. Ze werkten mee uit volle overtuiging, ook al kenden ze de risico’s. In een tijd dat er in Syrië een ware mediaoorlog is uitgebroken waarin voor – en tegenstanders van het regime elkaar bestoken met halve waarheden, of soms regelrechte leugens, waren ze blij dat ze de kans kregen om hun ‘eigen zegje’ te doen en op die manier aandacht te vragen voor de situatie in hun land.

Ik zit nu weer veilig in Nederland, mijn Syrische contacten maken het goed, heb ik vernomen.