Spring naar de content

Wisseling van de wacht

Economische tegenspoed leidt tot onvrede en een roep om verandering.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Zaterdagavond. Uitzinnige taferelen in Rome als bekend wordt dat Silvio Berlusconi zijn ontslag heeft ingediend bij de president. “We zijn bevrijd,” zegt een demonstrant op de televisie, “eindelijk democratie!” Het lijken wel beelden van de Arabische Lente.

Hoezo, eindelijk democratie? Berlusconi kan veel worden verweten, maar hij is wel tot driemaal toe door het Italiaanse volk gekozen. En hij heeft bovendien het langstzittende kabinet in de naoorlogse Italiaanse geschiedenis geleid. Berlusconi mag verwikkeld zijn in allerlei persoonlijke schandalen, maar hij heeft weinig politieke onrust veroorzaakt in Italië.

De beurzen spreken wat dat betreft duidelijke taal. Aanvankelijk lieten de koersen een verbetering zien toen bekend werd dat Berlusconi mogelijk zou vertrekken, maar toen duidelijk werd dat dit echt ging gebeuren, was die opleving weer even snel verdwenen. Berlusconi vertrekt, maar de stijgende rente waartegen Italië nog kan lenen, vormt een bedreiging voor heel Europa. De hoop in Italië is nu gevestigd op Mario Monti, een degelijke eurocommissaris, maar het is de vraag of hij voldoende slagkracht heeft om Italië van de neergang te redden.

Veel demonstranten die Berlusconi’s vertrek toejuichten, staan misschien volgende week alweer te demonstreren tegen de bezuinigingen die nodig zijn om de Italiaanse economie te redden. Het is uit onvrede dat mensen wisseling van leiderschap willen, maar als de nieuwe leider hun hoop niet waarmaakt, wordt ook die even snel weer afgeserveerd.

Het is september 2002. Jan Peter Balkenende is net een paar maanden premier. We brengen een bezoek aan een informele top van regeringsleiders van de Europese Volkspartij, waarin christen-democratische en conservatieve partijen zijn verenigd. Plaats van handeling: de imposante villa van Berlusconi op Sardinië. Elke delegatie heeft een kamer in het huis gekregen om zich te kunnen terugtrekken. Wij belanden in een van de kinderkamers, die groot genoeg is om met ons vieren te kunnen overleggen.


Voor de vergadering verzamelen we ons om een grote tafel die uitkijkt op zee, waar een wit jacht met bemanning klaarligt voor het geval de premier wil gaan varen. Ik waan me in een scène uit The Godfather. Om de tafel zitten onder anderen Berlusconi en zijn collega-premiers Aznar (Spanje) en Barroso (Portugal), en de Griek Karamanlis, die in 2004 premier zal worden. Het is duidelijk een zuidelijk onderonsje. Merkel is er nog niet bij, want de sociaal-democraat Schröder is nog bondskanselier.

Als ik in 2006 vertrek als politiek assistent is het beeld volledig anders. Aznar is vervangen door de socialist Zapatero. In Italië neemt Prodi het roer over van Berlusconi. Barroso is in 2004 vertrokken naar de Europese Commissie, maar de partijgenoot die hem opvolgde, is dan al vervangen door een socialist. Leterme is premier van België, en Merkel is nu de belangrijkste regeringsleider binnen de Europese Volkspartij. Het zwaartepunt is daarmee verschoven naar het noorden.

Al die verschuivingen laten zien dat machtswisselingen weinig te maken hebben met het beleid dat in een bepaalde periode nodig is. Wat ze wel aantonen, is dat economische tegenspoed leidt tot onvrede en een roep om verandering, iets wat je nu ook in de VS duidelijk ziet.

In Spanje heeft premier Zapatero zijn vertrek inmiddels aangekondigd. In Portugal is de machtswisseling al achter de rug. In Griekenland moest Papandreou het veld ruimen, en in Italië vertrok afgelopen weekend dus Berlusconi.

Al die machtswisselingen brengen Sarkozy en Merkel in een lastige positie. Ze moeten ze het broodnodige Europese leiderschap tonen maar ook hangt hun een binnenlandse verkiezingsnederlaag boven het hoofd. Wankelmoedigheid is het gevolg.


In ons eigen land blijkt het makkelijker om de terugkeer van de gulden te propageren dan voluit te kiezen voor het behoud van de euro. Zelfs vanuit de VVD klinkt al de roep om de ‘neuro’, een munt voor Noord-Europa. Dat pleidooi veronderstelt dat het noorden minder politieke turbulentie kent dan het zuiden. Dat is dus maar de vraag.

Onderwerpen