Spring naar de content

Een goed gesprek met Ahmed Marcouch

‘De diender moet Hassan van Hussein kunnen onderscheiden. Voor veel agenten lijken ze allemaal op elkaar.’
Henk Krol in gesprek met een man met een missie.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Redactie

Het is niet iedereen gegeven om twee culturen zo met elkaar te verbinden dat ze niet botsen, maar een voedingsbodem vormen voor iets nieuws dat wellicht nog fraaier is dan de afzonderlijke delen. Toch lukt dat Ahmed Marcouch, de man die in 1969 in een Noord-Marokkaans dorp werd geboren. Als analfabeet kwam hij op zijn tiende naar Nederland. Hij werkte als ziekenverzorger en politieman, was leraar maatschappijleer, woordvoerder van de Unie Marokkaanse moskeeën in Amsterdam, daarna de eerste islamitische stadsdeelvoorzitter (in Slotervaart). Nu is hij Tweede Kamerlid voor de PvdA, met de portefeuille veiligheid en justitie. We ontmoeten elkaar in Amsterdam, in restaurant BoCinq.

?Je was politieman in deze stad, nu ben je politicus in Den Haag. Heb je in je nieuwe rol een opdracht aan de politie??“
Het is een taak van de politie de norm te herstellen: dat we in dit land respect voor elkaar hebben. Bij misdrijven als overvallen en straatberovingen is de pakkans tien tot twintig procent. Dat is al niet veel. Maar bij buurtterreur, waar mensen en gezinnen worden gepest of geïntimideerd is die kans nog veel kleiner. Nog geen één procent van het tuig dat zich daaraan schuldig maakt, wordt in de kraag gegrepen. Toch is het terecht om te spreken van terreur. Deze daders wakkeren immers angst aan. Ze plegen een aanslag op het veiligheidsgevoel van burgers. Er zijn mensen die in hun eigen huis de gordijnen niet meer open durven te doen. Niet voor een paar dagen, maar langer dan een jaar. Ik sprak met een oud echtpaar dat het eigen huis tijdens Oudjaar niet durfde te verlaten, omdat een groepje jongens in het portiek zat te drinken. Veel homo’s hebben dagelijks te maken met straatterrorisme. Het leven wordt hun onmogelijk gemaakt. Zo worden burgers ontdaan van hun trots.”

Lees het hele artikel in de HP/De Tijd van deze week.