Spring naar de content

Wilders-proces leidde tot ruzie binnen Justitie-top

Het drieluik ‘Het proces Wilders’ van Human lijkt bij iedere aflevering tot nieuws te leiden. Hadden de documentairemakers de eerste keer Maxime Verhagen in het vizier, nu nemen ze de top van Justitie op de korrel. De top van het Openbaar Ministerie wilde Wilders niet vervolgen, minister van Justitie Ernst Hirsch Ballin stond er op dat dit wel zou gebeuren. Uiteindelijk drukte hij zijn zin toch niet door.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Bas Paternotte

De toenmalig voorzitter van het college van procoreurs-generaal Harm Brouwer raakte in een conflict verzeild geraakt met ‘zijn’ minister Ernst Hirsch Ballin. Brouwer raakte niet alleen met de minister in conflict over de vraag of Wilders moest worden vervolgd. Uit onderzoek van Human blijkt dat het college van procureurs-generaal in het najaar van 2008 ook in botsing kwam met twee hooggeplaatste openbaar aanklagers die vonden dat Wilders moest worden vervolgd.

Eén van die twee was hoofdadvocaat-generaal Peter van Kesteren. Hij werd teruggefloten door Brouwer en betoogde tijdens een besloten zitting van het Gerechtshof Amsterdam op maandag 8 december 2008 –tegen zijn eigen overtuiging in- dat Wilders niet moest worden vervolgd. Het gerechtshof had verder lak aan de ruzie’s binnen het OM – voor zover ze er überhaupt van op de hoogte waren – en oordeelde zoals bekend dat Wilders wel degelijk vervolgd moest worden.

Hirsch Ballin drukte zijn zin overigens niet door en ging mee in het oordeel van Brouwer dat Wilders niet vervolgd moest worden. “De uitkomst van het gesprek was een beslissing van het OM die ik voor mijn verantwoording heb genomen. Die ik ook voor mijn politiek verantwoordelijkheid is gekomen, en dat blijft zo.” Het hangt van van de definitie maar uit de houding van Hirsch Ballin blijkt dat het dus geen politiek proces was; de bewindsman legde zich neer bij het oordeel van het OM.

Het Proces Wilders, maandag 12 december, 22.30, Nederland 2.