Spring naar de content

Beste odes aan de trui (1)

Schrijf een lofzang op uw favoriete trui. Dat vroegen we in november – en dat hebben we geweten. Tientallen lezers namen de pen ter hand in de hoop die Andes of Cleo van Knit-ted te winnen. Twee inzendingen sprongen eruit. Vandaag publiceren we Geen col van Mijke Pol, morgen de andere winnaar.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Geen col
“Zegt u het eens mevrouw. Bent u bang voor onweer? Poept u wel eens met de wc-deur open? En draagt u coltruien? Houdt u van slangen?” De homeopaat keek mij over zijn kleine leesbrilletje serieus aan. Zijn merkwaardige vragen waren direct gevolgd op ons wederzijdse ‘goeiemiddag’. “U moet wel snel antwoord geven, want het gaat om de eerste ingeving. Anders kan ik geen persoonlijk profiel van u maken,” spoorde de geneesheer met zijn alternatieve vragen mij aan.

Ik antwoordde ontkennend, op alle vier. Alleen mijn tweede antwoord was gelogen.

Al maanden had ik last van vreemde darmklachten. Ik verloor gewicht, had geen energie meer en kon nog maar weinig voedsel verdragen. Mijn huisarts kon niets vinden en hield het op een spastische darm. Niks aan te doen. En dus stond ik met flinke kramp college te geven voor tientallen eerstejaarsstudenten.

Ik besloot naar een homeopaat te gaan. Als kind had ik er baat bij. En ach, veel erger dan dit kon het niet worden. Ik vergiste me. Na een hoop gepraat en korreltjes onder de tong, werd het niet beter.

Inmiddels had ik een buik die eruit zag als van een hoogzwangere vrouw, mét weeën, want regelmatig klapte ik dubbel van de pijn. Ik begon wijde kleren te dragen. Alles wat niet knelde, was een uitkomst.

Twee weken geleden kwam ik thuis met een topstuk. Een trui die tot de knieën reikt en waar ik zes keer inpas. Mijn vriend vond ‘m ‘best heel hip’. Ik ook. Hij kriebelde niet. Sloot nergens aan en had geen col.

Ik draag hem nu bijna dagelijks. Buiten met openhangende jas, want de wol is te dik. Gisteren werd ik gecomplimenteerd. Voor het eerst. “Handig hoor, zo’n trui,” sprak de bloedprikster haar goedkeuring uit. Ik knikte trots. Volgende week zou ik naar de specialist gaan die mij aan de telefoon opgewekt vertelde ‘de boel eens goed van binnen uit te zoeken’. Ik vroeg hem angstig of het om een operatie zou gaan. “Welnee mevrouw. U gaat rustig op uw zij liggen, ik pak een lange slang en ga met het cameraatje zo naar binnen. Daar is niks aan. Trekt u wel wat gemakkelijks aan? Iets wijds, dan kan ik overal goed bij.”

Mijke Pol

Onderwerpen