Spring naar de content

Een goed gesprek met Seth Gaaikema

Zolang hij nog wat te zeggen heeft, gaat de 72-jarige cabaretier door met werken. Doet Beatrix toch ook?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Redactie

Zijn huidige theaterprogramma heet Het mooiste komt nog – en dat meent hij echt. Over de titel voor zijn volgende show twijfelt hij nog. Misschien Wat ik graag nog zou willen of Als ik dát nog zou kunnen. Seth Gaaikema (72), die zijn leven lang al roem oogst met talloze cabaretvoorstellingen, oudejaarsconferences, liedteksten en eigenzinnige hertalingen, denkt, vertelt hij in sterrenrestaurant De Heer Kocken, nog geen moment aan stoppen. Toen hij moest omzien naar een andere pianist (zijn vaste begeleider Menno Theunissen werd muzikaal leider van de nieuwe musical Ramses), vond hij Erik Vlasblom. Die werkte onder meer met Toon Hermans en Robert Long. “Vlasblom inspireerde me tot een compleet andere aanpak. De theaterbezoekers zijn verrast.”
Je bent een positief ingesteld mens. Ook in deze sombere tijden?

“Ga nou niet mee zitten somberen! Ik erger me dood aan al die droeve voorspellingen die radio en tv dag in, dag uit over ons uitstrooien. Het lijkt wel of niemand begrijpt dat we juist meer optimisme zouden moeten uitstralen. We dienen de moed erin te houden. Samen moeten we verder. Dat was het mooie van de oudejaarsconferences van vroeger. Wim Kan zei altijd: ‘Waar gaan we in het nieuwe jaar naartoe?’ Daar spreekt hoop uit. Laat ons land een proeftuin zijn van idealen, die het in het grote boze buitenland niet halen (een citaat uit een lied van Gaaikema –HK).”
Komt die positiviteit doordat je een oorlogskind bent?
“Om in Nederland een war child te kunnen zijn moet je natuurlijk, anders dan in oorlogslanden, een zekere leeftijd hebben. Ik bén inderdaad een oorlogskind, en was dan ook dolgelukkig dat me werd gevraagd op te treden tijdens het War Child Peace Concert. Dat was geweldig. Daar stond ik, voor het Vredespaleis in Den Haag, voor een publiek van duizenden mensen, en zong ik mijn anti-oorlogslied Waarom doen ze het mekaar aan. Alle goden van tegenwoordig waren er: Ali B, Trijntje, Borsato, maar ook de oude rotten Liesbeth List en Seth Gaaikema. Wat ik deed stond als een huis, het raakte zó de kern van wat ik ben. En Borsato en Trijntje, ze luisterden allemaal, want ik bracht iets wezenlijk positiefs over.”
Wat dacht je toen?
“Het klinkt vreemd, maar ik dacht even: wat zullen vader en moeder trots op me zijn.”
Lees het gehele artikel in de HP/De Tijd van deze week.

Onderwerpen