Spring naar de content

Duitsers? Lachen!

Als in Fawlty Towers ‘Germans’ worden geschoffeerd, moeten ze daar óók in Duitsland hartelijk om lachen. Humor-expert Giselinde Kuipers over de onverwacht hoge grapdichtheid van onze oosterburen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Roelof Bouwman

Nederlanders die regelmatig in Duitsland vertoeven, beroepshalve of tijdens vakanties, zeggen vaak dat al die akelige clichés en vooroordelen over Duitsers eigenlijk helemaal niet kloppen. Dat wil zeggen: ze zijn heus niet zo dikdoenerig, brutaal, luidruchtig, autoritair en arrogant als wordt beweerd. Maar, wordt daar dan dikwijls aan toegevoegd, één gemeenplaats over Duitsers klopt wél: ze zijn tamelijk humorloos. Niet dat je ze helemaal nooit ziet lachen, want dat valt reuze mee, maar een goede Duitse grap of een komische Duitse anekdote? Nee, nooit van gehoord.

Aangezien alles wat onze lachspieren prikkelt reeds sinds 1988 wetenschappelijk wordt geanalyseerd in de kolommen van HUMOR, het periodiek van de International Society for Humor Studies, hoeven we ons niet langer machteloos te voelen als we worden geconfronteerd met oncontroleerbaar lijkende stellingen over Duitsers en hun (des)interesse voor luim en scherts. Daar komt dan nog bij dat de hoofdredacteur van HUMOR een Nederlandse sociologe is: Giselinde Kuipers, tevens universitair hoofddocent aan de Universiteit van Amsterdam en bijzonder hoogleraar aan de Rotterdamse Erasmus Universiteit.

Allereerst: is het cliché van de humorloze Duitser typisch Nederlands?

“Nee, het is mondiaal. De herkomst ervan ligt vermoedelijk in Groot-brittannië. Britten laten zich juist voorstaan op hun gevoel voor humor en zoals bekend hebben de Britten en de Duitsers elkaar in het verleden nogal eens dwarsgezeten. waarschijnlijk ligt daar de oorsprong.”

De hamvraag is natuurlijk: klopt het? Hebben Duitsers inderdaad minder gevoel voor humor dan Nederlanders?

“Nee. Het frappante is juist dat het Duitse en het Nederlandse gevoel voor humor heel erg op elkaar lijken. De grootste overeenkomst zit ‘m in de botheid en de directheid. Zowel Duitse als Nederlandse humor is vaak onbehouwen. We flappen het er zomaar uit. Het is niet gestileerd, zoals bij Franse humor vaak het geval is.”


Het is vaak humor ten koste van?

“Ja. Want het idee dat er sterk bij hoort is: het is goed dat humor een beetje pijn doet en taboes doorbreekt. Humor mag best een beetje náár zijn en een scherp randje hebben -dat geloven we eigenlijk in heel Noordwest-Europa, maar zeker ook in Duitsland en Nederland. Ook ons humorlandschap lijkt op het Duitse. Beide landen kennen namelijk een vrij heldere tweeDeling tussen elitaire, intellectuele humor en meer volkse humor, zeg maar een André van Duin-achtige humor, voor een breed en ook wat lager opgeleid publiek.”

Er zijn vast ook verschillen.

“Het is een beetje generaliserend, maar je zou kunnen zeggen dat Nederland informeler is dan Duitsland. Dat maakt dat humor in Nederland zichtbaarder is in het dagelijks leven. In Duitsland staat vrij nauwkeurig vast op welke plekken humor gepast is en waar niet. Bij wijze van voorbeeld: anders dan in Nederland bestaan in Duitsland geen politici die hun best doen om zo vaak mogelijk lachend op televisie te komen. Dat is niet omdat Duitse politici humorloos zijn, maar omdat het een geordender land is – met een domein voor humor en een Domein voor politiek, en die Overlappen Elkaar bij voorkeur niet.

“Een tweede verschil met Nederland is dat in Duitsland een soort conventie bestaat dat humor beter wordt als je niet duidelijk laat merken dat je iets grappig bedoelt. Dat is het idee van de stiff upper lip. Wij Nederlanders associëren dat altijd met Britten, maar het hoort ook heel erg bij Duitsers. Door die ingetogenheid, zelfbeheersing dus eigenlijk, kan humor je in Duitsland relatief makkelijk ontgaan. En als je dan ook nog eens de taal niet heel goed kent… Nog maar heel weinig Nederlanders spreken goed Duits. Het is een verdwenen taal. “


Vanaf de jaren zestig maakte Rudi Carrell enorm carrière in Duitsland, zeker ook dankzij zijn sketches. Duitsland is een formeel land, zei u net, maar Carrell stond juist bekend als losjes en relaxed. Waarom had hij dan toch zo veel succes in Duitsland?

“Omdat hij zich dat als buitenlander kon permitteren. Losjes zijn, mensen per ongeluk tutoyeren, rare grappen maken – als Carrell dat deed, dachten ze in Duitsland: ach ja, een Nederlander, die zijn nu eenmaal zo. Ik had van Carrell ook altijd de indruk dat hij zijn Nederlandse accent overdreef. Hij wilde, denk ik, in Duitsland met opzet die ‘iemand anders’-status vasthouden, want dan behield hij ook de vrijheid om zich op humorgebied van alles te veroorloven.”

Carrell werd in Duitsland een ster, maar we kregen er niemand voor terug. Otto Waalkes, zo’n beetje de Duitse André van Duin, of Harald Schmidt, de Duitse David Letterman: niemand in Nederland kent ze.

“Voor een groot deel is dat ook culturele afweer geweest, vanwege de Tweede Wereldoorlog en de bezetting. Een soort weigering van vooral de bovenlaag in Nederland om nog langer naar Duitsland te kijken. Waarschijnlijk is er ook een puur economische verklaring. De Duitse amusementsindustrie heeft nu eenmaal een heel groot Duitstalig achterland. “

Hoe moeilijk is het om in Duitsland grappen te maken die gerelateerd zijn aan de Tweede Wereldoorlog? Die beroemde aflevering van Fawlty Towersbijvoorbeeld, waarin John Cleese Duitse hotelgasten schoffeert, vinden ze dat leuk om naar te kijken?

“Ja hoor, dat doet het verrassend goed in Duitsland.”


Echt?

“Alle Duitsers die ik ken, kennen die sketch en vinden hem grappig. In gesprekken met hen heb ik Duitsers ook vaak die grap horen maken van: ja, mijn opa is ook overleden in een kamp, hij viel van de wachttoren. Kortom, het lijkt me niet dat grappen maken over de oorlog in Duitsland taboe is. Misschien is een grap juist in confrontaties met niet-Duitsers een heel makkelijke manier om het onderwerp ‘oorlog’ als het ware open te breken.”

Duitsers hebben de reputatie dat ze zich graag eindeloos en op zeer serieuze wijze auseinandersetzen met belangrijke historische en politieke gebeurtenissen. Toch was er in 2003 opeens Good Bye Lenin, een komische Duitse film over het toch behoorlijk zware thema van de Wiedervereinigung. Hoe verbazingwekkend was dat?

“Absurdisme was inherent aan het politieke systeem in de DDR, dus een voedingsbodem voor humor heeft daar altijd bestaan, net als in Polen of Rusland. Good Bye Lenin was daar waarschijnlijk de neerslag van; het was toch in sterke mate humor uit een ‘andere’, want Oost-Duitse bron. Niettemin zie je ook wat films betreft duidelijke overeenkomsten tussen het Duitse en het Nederlandse humorlandschap. Zo draaide eind jaren negentig in de Duitse bioscopen de film Ballermann 6, een komedie over Duitsers op Mallorca. Het was precies de botte, onbehouwen en ongeremde humor van New Kids. “

Komen we in Nederland ooit nog af van het misverstand dat Duitsers niet leuk zijn?

“Dan komen we toch weer terug op het gegeven dat bijna niemand in Nederland nog goed Duits spreekt. Zolang Duitsers en Nederlanders met elkaar moeten praten in het Engels – en zo gaat het nu – is het heel moeilijk om elkaars humor aan te voelen. Onze kennis van de Duitse taal zie ik niet gauw terugkomen, dus die culturele interactie met Duitsland is, vrees ik, een afgesloten hoofdstuk.”