Spring naar de content

Raad voor de Rechtsspraak: liegende rechters fout maar niet ernstig

De Raad voor de Rechtsspraak kwam vandaag met een reactie op het nieuws van de vervolging van twee liegende oud-rechters. Voorzitter Erik van den Emster lijkt op twee gedachten te hinken. Aan de ene kant noemt hij de kwestie een ‘nachtmerrie’, aan de andere kant moet er ook niet ‘gedramatiseerd’ worden. Plus: een onbegrijpelijke voetbalmetafoor.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Bas Paternotte

Het verhaal moge inmiddels bekend worden verondersteld: de oud-rechters Pieter Kalbfleisch en Hans Westenberg hebben vermoedelijk gelogen tijdens het zich voortslepende Chipshol-proces. Liegen onder ede heet meineed, een kwalijke zaak.  

Micha Kat, de eigenlijke klokkenluider in de hele kwestie, noemde – in voor zijn doen beheerste bewoordingen – de zaak een ‘een bres in het vertrouwen in de rechtsspraak‘. De Raad voor de Rechtsspraak, de schakel tussen het ministerie van Veiligheid en de gerechten, zit ook met de kwestie in haar maag. Voorzitter Erik van den Emster kwam eerder vanmiddag met een verklaring.

En die verklaring hinkt op twee gedachten. “De vervolging van twee oud-rechters voor meineed is zeer ernstig en schaadt het vertrouwen in de rechterlijke macht, maar het effect moet niet worden gedramatiseerd,” begint de verklaring. “We moeten de zaak niet bagatelliseren, want getuigenbewijs is een belangrijk fundament van ons rechtsbestel. Een verdenking van liegen onder ede door rechters is zeer ernstig, dat raakt zonder meer de kern van het ambt van rechter. Daarom typeer ik deze zaak ook wel als een nachtmerrie, als rechter in hart en nieren doet dit mij pijn,” vervolgt Van den Emster.

Maar dan komt het: “Dit is een unicum, ik ken geen andere voorbeelden van verdenkingen van rechters die onder ede zouden hebben gelogen. Deze zaak gaat terug tot 1994. Dit is een incident, dat is de realiteit. Natuurlijk: er zijn voorbeelden van disciplinaire maatregelen tegen niet-functionerende rechters, maar die gingen steeds over menselijke tekortkomingen in de privé-sfeer of bij de uitoefening van hun ambt. De zaak tegen Kalbfleisch en Westenberg is echt van een andere categorie.”

Wij kennen ook geen andere voorbeelden van rechters die onder ede hebben gelogen. Maar zou de Raad voor de Rechtspraak zelf onderzoek hebben gedaan? Zou het kunnen dat er meer rechters zijn die – al dan niet onder ede liegend – elkaar de bal toespelen? Van den Emster zwijgt daarover.

Wel komt hij met een voetbalmetafoor. “Ik vergelijk het wel eens met straffen die worden uitgedeeld in het voetbal. Aan een rode kaart kan je soms een leermoment koppelen. Als een sliding bijvoorbeeld te hoog wordt ingezet, kan een voetballer daar de volgende keer rekening mee houden. Maar als een rode kaart wordt uitgedeeld voor het slaan van de scheidsrechter, dan is dat evident buiten de spelregels om. Daar kan je verder niets mee. Hetzelfde geldt hier; ik hoef niet uit te leggen dat een rechter niet mag liegen. Wat dat betreft is er geen grijs gebied.”

Rechters liegen en de magistratuur kan er niets mee. Waarvan akte.

Onderwerpen