Spring naar de content

Natúúrlijk knutselt Iran gewoon door aan die atoombom

Er staan vandaag kaartjes met aanvliegroutes in de krant. Bij de doelwitten zijn alvast explosies getekend. Krijgen we inderdaad een nieuwe oorlog, en wel in Iran?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Boudewijn Geels

Benjamin Netanyahu is er, zo dienen wij en de Iraniërs te geloven, trigger happy genoeg voor. De Israëlische premier schat in dat holocaustontkenner Mahmoud Ahmedinejad en zijn enge ayatollahs volgaarne bereid zijn om Israël van de kaart te vegen als ze eenmaal over De Bom beschikken. Maar Barack Obama is vooralsnog meer van de soft approach – nog meer economische sancties, dat werk. Vandaag zal Obama dus proberen Netanyahu diens aanvalsplannen uit zijn hoofd te praten.

Dat wil zeggen: naar verluidt. Je weet nooit wat er écht wordt besproken in de Oval Office. Misschien zijn Obama en Netanyahu wel een spelletje good cop/bad cop aan het spelen. Veel deskundigen menen dat Israël helemaal niet in staat is tot een effectieve aanval op de Iraanse nucleaire installaties, laat staan zonder Amerikaanse hulp. En als Iran wordt aangevallen, zal het zeker terugslaan. Is Israël wel klaar voor een Iraanse rakettenregen?

Als Iran de atoombom eenmaal heeft, is het definitief onkwetsbaar voor militaire dreiging van andere staten. Ahmadinejad zou dan ook wel gek zijn om te stoppen met het ontwikkelen van kernwapens. De bekende Britse publicist David Gardner geeft hem in zijn boek Laatste kans gelijk: “Iran is het enige land in recente tijden dat de terreur van aanvallen met massavernietigingswapens aan den lijve heeft ondervonden: Iraakse chemische wapens die uiteindelijk afkomstig waren van westerse leveranciers – een feit dat de westerse argumenten tegen Irans nucleaire plannen in Iraanse ogen des te verdachter maakt.”

Dus knutselt Iran diep onder de grond gewoon verder aan De Bom. Laat het westen ondertussen maar stoere dingen roepen, zullen Ahmadinejad en Ali Khamenei denken. Blaffende honden bijten meestal niet.