Spring naar de content

Bekentenissen van een punkrocker

Nu de belangrijkste Ramones al jaren op het kerkhof liggen, begin je zo langzamerhand zelf een curiositeit te worden als je ze nog hebt zien spelen. Ik zag de New Yorkse peetvaders van de punk aan het werk in juli 1995, in een bloedheet, stampvol Paradiso, waar ik met een groepje muziekvrienden koelte zocht bij de bar.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Cecilia Tabak

Vanuit de verte vingen we zo nu en dan een glimp op van de vier stramme, zwartleren mannen op het podium, die hun typische mix van punkrock en testosteronsurf in een tempo van twee nummers per minuut de zaal in slingerden. De trouwste fans brulden op geëigende momenten nog braaf ‘Hey ho, let’s go!’, maar dat de band over zijn hoogtepunt heen was wel duidelijk – al gold dat ook voor een groot deel van het publiek. Een jaar later gingen de Ramones met pensioen.

Veel bezoekers zullen hun kaartje hebben gekocht for old times’ sake. Want zonder de Ramones – volgens menig popdoctor de meest invloedrijke band van de afgelopen dertig jaar – had de toenmalige muziekscene er beslist anders uitgezien. De les dat je amper een instrument hoefde te kunnen vasthouden om de podia te bestormen, werd gretig opgepikt door Britse bands als de Sex Pistols en de Clash.

Maar wie dacht dat de Ramones net als hun Britse volgelingen een statement wilden maken tegen de gevestigde orde, zal met verbazing kennis nemen van de herinneringen van hun gitarist, zoals opgetekend in Commando, de onlangs postuum verschenen autobiografie van de in 2004 overleden Johnny Ramone.

Het imago van de band en vooral hun kledingstijl blijken geen uiting te zijn geweest van zoiets romantisch als een tegendraads levensgevoel, maar het resultaat van puur commerciële overwegingen. De Ramones waren de Abba van de punk. Als de gemiddelde Amerikaanse tienerjongen die hen als stijliconen had moeten omarmen niet te dik was geweest om er goed uit te zien in een glitterpak, dan hadden de Ramones zich in satijn gestoken, want dat vond Johnny stukken mooier dan een afgedragen spijkerbroek. Zoals hij ook meer van een goed glas melk hield dan van sterkedrank of een shotje heroïne.

Deze en meer opzienbarende bekentenissen uit Commando staan te lezen in het juninummer van HP/De Tijd, met als bonus een paar van de buitenissige toptienen die Johnny Ramone als obsessief lijstjesmaker aan de wereld naliet.

Voor de liefhebber nog een concert van de Ramones in Paradiso uit 1987.