Spring naar de content

Waarom we best mogen lachen om Joan Franka

Donderdagavond staat Joan Franka in de halve finale van het Eurovisie Songfestival. Verkleed als indiaan. Waarom vinden we dat idioot?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Mark Traa

Recentelijk moest ik in het Brabantse Overloon zijn, bekend van het Oorlogsmuseum. Op een plein stond ik ineens tussen mannen in camouflagepak. Het waren echter duidelijk geen militairen: veel mannen hadden de jas van hun camouflagepak open hangen omdat hun bierbuik nu eenmaal echt niet meer netjes viel te verpakken. De mannen kwamen voor een speciaal evenement: het museum toonde een collectie militaire voertuigen.

Ze waren helemaal verrukt over de jeeps en de pantserwagens; hun fototoestellen ratelden als mitrailleurvuur. Niet dat ze er zelf ooit mee naar het front waren getrokken of er überhaupt zelf in hadden gezeten. Nee, veteranen waren het bepaald niet. Toch hadden ze zich uitgedost als militair, al kon iedereen zien dat het een maskerade was. Het Oorlogsmuseum was voor de mannen een microkosmos waar ze als quasi-soldaat gewoon zichzelf konden zijn, zonder te worden bespot.

Daar in Overloon moest ik denken aan Joan Franka, de nationale inzending voor het Eurovisie Songfestival. Donderdagavond staat ze in de halve finale. Ze draagt dan een werkelijk gigantische indianenhoofdtooi. Waarom? Omdat ze als kind een vriendje had met wie ze indiaantje speelde. En het liedje gaat over haarzelf en dat vriendje. Vandaar. Klinkt leuk, maar op de een of andere manier pikken we dát dus niet. Over ‘Indiana Franka’ zijn inmiddels alle denkbare grappen wel gemaakt. Hoe komt dat?

Star Trek
Onszelf verkleden als iemand waarmee we ons vereenzelvigen is een delicate zaak. Het kan eigenlijk alleen ongestraft wanneer verkleden op het afgesproken moment en de afgesproken locatie de norm is. Met carnaval accepteren we wél mensen die zich als indiaan uitdossen. Tijdens een voetbalwedstrijd van het Nederlands Elftal ook, mits in passend oranje. Lang geleden kwam ik wel eens op bijeenkomsten van Star Trek-fans. Daar keek niemand op wanneer iemand (nee nee, niet ik) gekleed was in een uniform dat ook in de tv-serie werd gedragen. Zodra zo iemand een voet buiten de deur zou zetten, zou hoon zijn deel zijn. ‘Trekkies’ leven in hun eigen utopia.

In het geval van de oorlog-, voetbal- en Star Trek-fans heeft verkleden een functie: voor de betrokkenen benadrukt het de groepsidentiteit en voor de buitenwereld maakt het duidelijk dat het om een aparte groep gaat die iets gemeenschappelijks deelt. Als mensen zich bijzonder uitdossen omdat dit nu eenmaal past bij hun culturele of religieuze achtergrond, dan willen we het ook nog wel accepteren: dat heeft iets authentieks en daar houden we nu eenmaal van. Mits op de juiste plaats, want de dame in klederdracht die we in Volendam vriendelijk groeten, zou in Eindhoven door menigeen worden bespot.

Flip Fluitketel
Bij onze Joan Franka ligt het allemaal anders. Om te beginnen heeft ze zelf geen indiaanse achtergrond (de indiaan van Village People wél). De link tussen het liedje en de spelletjes die ze met haar jeugdliefde speelde is in de perceptie veel te dun. Was ze een moslima en had ze met een hoofddoekje willen optreden, dan hadden we dat (na enig gemor hier en daar) wel geaccepteerd. Daarnaast is er in Bakoe geen indianencongres aan de gang: de eenheid van plaats ontbreekt daarmee.

In de jaren tachtig trad André van Duin op als Flip Fluitketel. Hij droeg een fluitketel op zijn hoofd waar de bodem onderuit was gezaagd. Niemand die daar wat achter zocht. Hij behoorde niet tot een familie van fluitketels, hij had geen jeugdvriendje met wie hij fluitketeltje speelde en was geen lid van een fluitketelverzamelaarsclub. André van Duin was niet serieus over zijn fluitketellied: het was een grap. Dat begreep iedereen onmiddellijk.

Voor veel Songfestival-deelnemers zijn hun buitenissige kostuums ook een pastiche. Zo niet voor Joan Franka: de hoofdtooi is haar bittere ernst, zoals de nep-militairen in Overloon er ook niet liepen om de komiek uit te hangen. Maar zij waren tenminste nog groepsgewijs op hetzelfde moment op dezelfde plaats. Joan Franka is donderdag de enige nep-indiaan in heel Azerbeidzjan. En dat wij daar een beetje om willen grinniken, to say the least, is dus best verklaarbaar.