Al 23 jaar hoofdpijn van de tankman

Het is drieëntwintig jaar geleden, China heeft een andere politieke top, de natie is in vele opzichten aan het verwesteren, en nóg kan er geen sprake van zijn dat de opstand op het Plein van de Hemelse Vrede in Beijing officieel wordt herdacht. Het bloedbad, dat aan een onbekend aantal (maar waarschijnlijk honderden) vreedzame demonstranten het leven kostte, werd op huiveringwekkende wijze gesymboliseerd door de man die een colonne van achttien tanks tot staan bracht.
Het was 5 juni 1989, het plein was inmiddels schoongeveegd door het leger. De man met zijn boodschappentas sprong voor de voorste tank, die probeerde hem te ontwijken, waarna de man er opnieuw voor ging staan en op de tank klom om met de bestuurder te praten. Uiteindelijk verdween de man in de menigte. Zijn identiteit is nooit met zekerheid vastgesteld. Of hij is gearresteerd of kon ontkomen is tot op de dag van vandaag onbekend. Of hij zelf heeft geweten dat hij vanuit een naburig hotel werd gefilmd door fotograaf Charles Cole, is ook ongewis. Hoe dan ook, de ‘tankman’, zoals hij is gaan heten, zorgt inmiddels al drieëntwintig jaar voor hoofdpijn bij het Chinese leiderschap. En dat lijkt ons volkomen verdiend.