Spring naar de content

Starters op de woningmarkt, stop met zeuren

Twintigers en dertigers kunnen zich vaak nog geen koopwoning veroorloven. Dat is jammer, maar geen ramp.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Roelof Bouwman

In het opiniekatern van NRC Handelsblad stond zaterdag een bijdrage van Floor Rusman, die zich bekend maakte als een ‘bijna afgestudeerd historicus’ van 26 jaar. In het artikel deed ze uitvoerig haar beklag over de Nederlandse huizenmarkt, die haar veel te weinig kansen zou bieden op het vinden van een geschikte woning. Zo zou het aanschaffen van een koophuis voor Rusman ‘helemaal ondenkbaar’ zijn. “Ik heb,” schreef ze, “nog geen vast inkomen en zal dus geen lening kunnen krijgen. Wel ken ik mensen die met hulp van ouders een kleine studio kopen, maar dat is geen lange-termijnoplossing.”

Niet met open armen ontvangen
Het verhaal zette me aan het denken. Want twintig jaar geleden was ik zelf een bijna afgestudeerd historicus van 26 en was het ook voor mij ‘helemaal ondenkbaar’ om een koophuis aan te schaffen. Ook zo’n hippe ‘kleine studio’ lag compleet buiten mijn financiële bereik. Toch kan ik me niet herinneren dat ik me daar ooit over heb beklaagd. Want ja, de keus om geschiedenis te gaan studeren had ik helemaal zelf gemaakt, in de wetenschap dat je met zo’n opleiding niet bepaald met open armen wordt ontvangen op de arbeidsmarkt. Dat je als historicus de eerste vijf à tien jaar na je afstuderen niet moest rekenen op een fatsoenlijk inkomen en het daaraan verbonden uitzicht op een hypotheek – ik vond dat toen hoofdzakelijk mijn eigen schuld en dus ook hoofdzakelijk m’n eigen probleem. Ik wist waaraan ik was begonnen.

Maar misschien had ik twintig jaar geleden wél moeten klagen. Want dankzij studentes als Rusman wemelt het momenteel in ons land van politici, deskundigen en opiniemakers die zich grote zorgen zeggen te maken over de zogenoemde ‘starters op de woningmarkt’. Opeens schijnt het heel erg te zijn dat twintigers en dertigers niet altijd bij machte zijn om een huis te kopen (u weet: een kleine studio kan nooit meer zijn dan een kortetermijnoplossing). Vandaar ook dat er aan de lopende band kostbare maatregelen worden voorgesteld om het starters op de woningmarkt makkelijker te maken. Pal naast de bijdrage van Rusman stond in NRC Handelsblad het zoveelste plan met een dergelijk oogmerk, ditmaal afkomstig uit de koker van PvdA-econoom Rick van der Ploeg. Ook hij bleek heel erg te doen te hebben met ‘studenten en starters’.

De ellende is te overzien
Maar zijn die nieuwkomers op de woningmarkt wel zo beklagenswaardig? Vergeleken met een paar jaar geleden zijn de prijzen van huizen fors gedaald en ook is de overdrachtsbelasting verlaagd van zes naar twee procent. Verder is de hypotheekrente nog steeds relatief laag. Voor starters zijn dat drie buitengewoon gunstige ontwikkelingen, waar maar één substantieel minpunt tegenover staat, namelijk dat banken minder scheutig zijn geworden met het verstrekken van hypotheken. De ellende lijkt me derhalve te overzien.

En dan nog. Zelf was ik veertig toen ik voor het eerst een huis kocht. Dat is, dunkt me, heel geen slechte leeftijd voor het doen van zo’n grote aankoop. Uiteraard wens ik Floor Rusman en al die andere starters op de woningmarkt van harte toe dat ze op wat jongere leeftijd slagen. Maar mocht dat nou onverhoopt misgaan: niet zeuren alsjeblieft.