Spring naar de content

Coocky Voorn, de nieuwe Verlosser

Beste meneer Voorn (of mag ik ‘Coocky’ zeggen?),

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Vandaag is het jouw dag. De dag van de wederopstanding.
17 juni wordt het nieuwe Pasen en Coocky Voorn de nieuwe Verlosser.

Over assistent-trainers doen altijd gruwelijke verhalen de ronde. Zo mocht John van ’t Schip (familie van Johnny de Mol, dus zo’n man heeft het al niet makkelijk) in de tijd dat Martin Jol trainer van Ajax was alleen de ballen die overgeschoten werden, terugschieten. Er zijn beelden van: je ziet Jol, het eeuwige trainingsjack strakgespannen om de Haagse pens, aan de rand van het veld, kijkend naar een afwerkoefening. Holle rug, buik naar voren, pet op ’t hoofd. Een visser op zondagochtend.

En Johnny, il bello Johnny, met opgetrokken schouders over het veld, scharrelend achter het doel als de jongste bediende van de gemeentereiniging van Drunen.
Inmiddels is Johnny gelukkig zelf de baas, in Mexico nog wel. Laten we hopen dat hij zijn Mexicaanse assistenten flink veel ballen laat rapen.

Chauffeur
Over Ernie Brandts, misschien geen potentiële Twee voor Twaalf-kandidaat maar wel WK-finalist, werd gezegd dat hij bij PSV ‘alleen de pionnen mocht neerzetten’. Je ziet het voor je: in de middencirkel wordt de tactiek voor zondag doorgenomen en ergens aan de rand van het veld loopt Ernie, zijn armen vol oranje kegels. De vaste kliek oude mannetjes kijkt vanachter het hek toe.
“’t Is Brandts.”
“Nee man, die hoeft da toch nie te doen.”
“’t is Brandts, ik zegget oe!”
“Ja verdomd. ’t Is Ernie. Hé Brandts! Brandts!”
“Ernie jong, uw veldje loopt nie netjes recht.”

Dat Amnesty destijds niet heeft ingegrepen op de Herdgang, is nog altijd een zwarte bladzijde in de geschiedenis van de mensenrechtenbeweging.

Vreselijke verhalen, ik weet het, maar de story’s die over jou de ronde doen, die zijn misschien nog wel het allerafschuwelijkst. Ze komen allemaal ongeveer op hetzelfde neer: je bent niet meer dan de chauffeur van Bert van Marwijk. (Ik weet niet of dit de waarheid is, Coocky, dit zijn slechts de verhalen, don’t shoot the messenger).

Na vanavond zullen die verhalen voorgoed verdwenen zijn, achterhaald en definitief onbetrouwbaar gebleken. Er zullen nieuwe verhalen komen, verhalen van heldenmoed en diepe inzichten, verhalen die zó de klassieke literatuur in rollen. Maar daarover later meer.

Om mij te verzekeren van een goeie afloop besloot ik me in jou, de sleutel tot alle succes, te verdiepen. Ik keerde de oudpapierbak om en begon te zoeken. Er stond me vaag iets bij van een stuk over jou, over Coocky, een stuk dat ik om onbegrijpelijke redenen ongelezen had gelaten.
Drie uur duurde dat graven in oude kranten, reclamefolders, pizzadozen en koekverpakkingen. Maar toen had ik het toch. Het stuk betrof een zogenaamd dinsdagprofiel. Een profiel is in kringen van journalisten een stuk waarvoor je allemaal mensen interviewt, behalve degene over wie het stuk eigenlijk gaat. Wat dit omslachtige gedoe tot een beproefd journalistiek concept maakt, weet ik eigenlijk niet.

Een dinsdagprofiel, dat is de hang-out voor economen, politici en schrijvers en zo. Ik heb het verder niet onderzocht, maar ik vermoed dat jij de eerste ‘coocky’ bent met een dinsdagprofiel.

Der Mann ohne Eigenschaften
Het stuk was van de hand van Jan Tromp. Jan Tromp schrijft normaal gesproken over de Amerikaanse verkiezingen, de wereldeconomie of prins Bernhard. En nu over jou. Je kunt Jan Tromp gerust een veelzijdig man noemen.
Het artikel was het graven waard: in de eerste zinnen viel de naam van Friedrich Engels al, en even later die van Rasputin en je werd ook nog ‘Der Mann ohne Eigenschaften’ genoemd.

Coocky Voorn, der Mann ohne Eigenschaften.

Jan Tromp, der Mann ohne Ironie.

Daarna werd toegelicht waar je vandaan kwam. Je ouders hadden een banketbakkerij en daarom werd je bijnaam Koekie, wat later dan weer Coocky werd.

Niet Cooky, dat was een veelgemaakte fout.

‘Zeven van de tien’
Ik begreep dat je in je jeugd aan de goot ontsnapt bent. Goed nieuws, zowel die goot als dat ontsnappen. Het is uiteindelijk de loutering die de jongens van de mannen onderscheidt, het zijn die rafelranden die van een boeiende figuur een Messias kunnen maken.

Tromp noteerde ook nog een detail dat vanavond beslissend kan zijn: “Zeven van de tien pogingen bij latjetrap zijn raak.” Zeven van de tien. Zeven Van De Tien.
Meteen daarop die zin, die klonk als een bekentenis. “Ik ben sociaal en meegaand.”
Een assistent-trainer die sociaal en meegaand is, daar begint het mee. Hoeveel assistent-trainers zijn er eigenlijk die meegaand of sociaal zijn? Je mag tegenwoordig allang blij zijn als ze niet scheldend de pionnen neerkwakken, of opgefokt achter het stuur zitten. Met eentje die óf sociaal óf meegaand is, kun je dezer dagen als coach je handjes al dichtknijpen.

En wij hebben jou. Coocky ‘zeven van de tien’ Voorn.

Afgelopen vrijdag stond in het Algemeen Dagblad een ergerlijk interviewtje met ene Jürgen Buschmann van de Sporthochschule van Keulen. Hij had met een clubje studenten alle tegenstanders van ‘die Mannschaft’ geanalyseerd: zeshonderd pagina’s en twintig DVD’s, en als ik het goed begreep, was dat alleen nog maar het Nederlands elftal.
Buschmann was trots, want zijn analyses werden tijdens de wedstrijd allemaal bevestigd. Hij was ook niet gespannen geweest, de winst stond bij voorbaat eigenlijk al vast.
De zelfvoldaanheid droop van het papier. Sociaal noch meegaand, die Buschmann. Ik wil hem wel eens zien bij het latjetrappen, zo’n gekke professor.

Vanavond wordt het anders. Vanavond staan onze jongens twee minuten voor tijd met 1-0 voor. Op het andere veld is Duitsland bezig de Denen onder de voet te lopen, dus één doelpunt is voldoende voor de kwartfinales. Dan draait Bert zich naar je om.
Hij kijkt je aan.
In zijn ogen lees je onvoorwaardelijk vertrouwen.
Jullie zijn oude makkers.
Jullie kennen elkaar door en door.
De nood is hoog, nooit was de nood hoger dan nu.
Je kunt hem helpen.
Hij gaat je raad vragen.
Bert opent zijn mond en vraagt:
“Coock, kun je me die bidon even aangeven?”
Je knikt. Zwijgend overhandig je hem het gevraagde.
Bert drinkt, hij spuit het water in zijn mond.
Er komen een paar druppeltjes op zijn pak.
Je zegt er niets van. ’t Is maar water.
Dan beent Bert naar het veld, zijn keel nog één keer gesmeerd.
Hij gilt: “Schiet hem erin!”
Een halve minuut later schiet Huntelaar Oranje naar de kwartfinale.
De definitieve wederopstanding.
Jouw verdienste, Coock.
Succes straks.