Spring naar de content

Lieve Frank Snoeks

Laat ik beginnen met een bekentenis: u bent mijn favoriete voetbalcommentator. Ik ben gek op stilte, maar uw geouwehoer kan ik velen. Zolang u spreekt, kan ik zelf eindelijk eens m’n mond houden.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

U was gisteravond trending topic op Twitter, u heeft vast gehoord. Ik ken heel veel mensen die nóóit Trending Topic op Twitter zijn geweest, en die het nooit zullen worden ook.

Ik ken zelfs een paar mensen die graag Trending Topic zouden willen zijn. Mensen met dat soort ambities moet je mijden, maar dat lukt niet altijd.

U leest alles (dat heb ík dan weer gelezen), dus ik zal u verder niet verdrietig maken met een bloemlezing van hetgeen er zoal over een Trending Topic wordt beweerd.

Fraai is het niet. Allerminst.

Of, zoals u het zou formuleren:

“Deze jongen wordt door de media in zijn eigen land al enkele maanden wat minder positief benaderd, iets wat al zijn teamgenoten bij de NOS erg heeft aangegrepen, waarna ze tot de conclusie zijn gekomen dat er iets moet gebeuren, maar datgene wat er dan zou gebeuren, is tot op heden niet gebeurd, mede omdat ook niet geheel duidelijk is wat er dan zou kunnen gebeuren, of zelfs moeten gebeuren, temeer ook omdat er natuurlijk de hele tijd van alles gebeurt en er ook best een keer te veel kan gebeuren, iets wat niemand binnen de NOS op zijn geweten wil hebben, maar dat er iets moet gebeuren – in de vorm van het een of ander, iets kleins of iets groots, maar in elk geval iets wezenlijks, iets ondersteunends, iets waarvan je zegt: ja, daar gebeurt is – dat lijkt op dit moment een zekerheidje, al moet je natuurlijk altijd met twee woorden spreken, want in het moderne voetbal kan een zekerheidje morgen opeens onzeker zijn, en andersom en vice versa, laten we hopen dat er in elk geval iets van een gebeurtenis op stapel staat, in een toernooi waarin mijns inziens veel te weinig gebeurt, en dat terwijl de UEFA, de Europese voetbalbond die er zoveel aan gelegen is om er een voetbalfeest te maken en u, de kijker, op uw wenken te bedienen, zich in de gekste bochten wringt om de amusementswaarde van een al met al toch ronduit mager toernooi op te krikken, en dan kun je negen scheidsrechters inzetten en alle onverkwikkelijkheden niet herhalen en in plaats daarvan allerlei opgewonden meisjes met vlaggetjes op hun wangen in beeld brengen, die dan altijd zwaaien naar het scherm waar ze zichzelf op zien en nóóit naar de camera die ze in beeld neemt, en al die beelden moeten becommentarieerd worden, en dat doet deze jongen, deze ondergetekende, de commentator van dienst, de man die een prima commentaarseizoen achter de rug heeft, in binnen- en buitenland, een thuisfront dat achter hem staat, een man die leeft voor zijn vak (en dat kunnen we niet van alle commentatoren zeggen, al zal ik hier, op dit moment geen namen noemen, maar ik denk dat u thuis wel weet over wie ik het heb) en die bovendien met tonnen ervaring hier is aangekomen, hier achter het voormalige IJzeren Gordijn, waar vroeger de treurnis over armoede en repressie heerste en waar de mensen nu lachen, waar de gezichten hoop en wilskracht uitstralen, alleen al vanwege de aanwezigheid van dit gekke circus, deze kermis, dit rondtrekkende rariteitenkabinet dat zich de internationale voetbalwereld noemt maar waarvan iedereen weet dat het allang niet meer alléén om voetbal gaat maar om veel meer dan dat, zoals economie, landsbelang, politiek, liefde, criminaliteit, leven, dood en al die andere aspecten die over zoveel meer gaan dan dat simpele spel van twee keer elf mannen en een bal, het spel waarover Gary Lineker – van wie veel mensen overigens ten onrechte denken dat hij óók commentator is geworden, dus net als ondergetekende, maar dat is een misverstand aangezien hij presentator bij de BBC is geworden, een volkomen andere functie dan de functie dan ondergetekende bekleedt, want de commentator van dienst, dat ben ik, en die jongen uit Haarlem, die jongen die intussen toch echt een man is geworden in de moederschoot van de NOS, die jongen die nooit had kunnen dromen dat hij allemaal zou meemaken wat hij uiteindelijk dus wel heeft meegemaakt, alleen maar door de gave van het woord, de kunst van de rhetorica, de edele kunst van de welsprekendheid, u kent misschien Aristoteles, die níet de rechtshalf van de Grieken is, maar een filosoof van lang geleden, schrijver van de Ars Rhetorica, misschien nog verkrijgbaar bij een antiquariaat bij u in de buurt, een traktaat vol boeiende tips met betrekking tot de welsprekendheid, ik kan er nu niet zomaar een paar gaan ophoesten, want het spel gaat verder en ondanks de handbalverdediging van de Fransen en het weinig geïnspireerde spel van de Spanjaarden die de muur proberen te slechten, gebeurt er voorlopig vast niet zoveel, al zou het ook wel typisch voor dit toernooi zijn als er juist nu een doelpunt valt, zomaar uit het niets, want dat lijkt een trend te worden, doelpunten die zomaar vallen zonder dat je er als commentator erg in hebt, zodat het voor kan komen dat je zomaar midden in een volzin onderbroken wordt door iets op het veld, iets wat je onmogelijk kunt negeren, al doe je nog zo je best, maar de kijkers zijn ook niet gek want die hebben beelden, behalve mensen die blind zijn of slechtziend dan wel een andere afwijking aan het gezichtsvermogen, maar die schijnen toch al minder vaak naar de televisie te kijken – of moet ik luisteren zeggen? – en áls ze al televisie kijken en het komt daadwerkelijk voor dat de commentator van dienst een belangrijke spelsituatie over het hoofd ziet omdat hij net bezig was met een verhaal dat hij graag even af wil maken, omdat het anders zo in het luchtledige blijft hangen en dat zijn geen aanbevelingen voor een commentator, zelfs niet voor een jongen met een schat aan ervaring, want je zult altijd zien dat je zo’n verhaal niet meer af kan maken omdat er net allerlei ontwikkelingen op het veld gebeuren waar je dan toch ook iets mee moet, en dat terwijl de meeste commentatoren, laat ik zeggen de jongens met een zekere mate van ervaring die ze koppelen aan een zeker natuurtalent, al klinkt dat misschien gek, maar dat die jongens vaak ergens naar toe werken in een verhaal, want het zijn allemaal rasvertellers, die commentatoren, mannen die leven voor het verhaal, en dan wil je ergens héén met dat verhaal, naar een clou, en dan kan het zomaar gebeuren dat – wat doet die verzorger van Frankrijk daar nu, met die theedoek, of wat is het, een shirt misschien, nou ja, u ziet, zo snel kan het gaan. Corner.”

En hup, trending topic, binnen één zin. Zo gaat dat. Het is het lot van de voetbalcommentator, van wie mensen verlangen dat zijn stem als een kameleon kleurt naar de wedstrijd, net zolang tot je nauwelijks meer doorhebt dat er iemand doorheen zit te zwammen.

Trending topic, het is toch niet niks.

What does the world talk about? “Frank Snoeks”.

Het laatste kwartier deed u er redelijk abrupt het zwijgen toe.

Eindeloze stiltes waren het, oorverdovend ook.

Ik vrees dat iemand u had verwittigd dat het weer zover was. Trending.

Ik zag u voor me, scrollend door de berichtjes op uw iPhone, terwijl zich beneden op het veld een van de dufste kwartfinales uit de geschiedenis ontrolde. Er was tijd zat, maar het was tijd die u graag anders had ingevuld.

De stilte die vanuit Donetsk op ons neerdaalde stemde droef.

De hitte van het digitale gekanker drong door tot in uw commentaarkabine en alles wat u dacht te zijn, smolt met ieder berichtje een beetje weg.

Beneden schoven Xavi en Xabi elkaar lusteloos de bal toe.

Vanaf de perstribune keek u toe. U dacht aan Johnny Drama, aan Henk van Dongen, aan Niels Loeffen, aan Remy Christiaan en aan schrikbArend. Aan hen en aan al die tienduizenden anderen. Ze luisterden naar u en daar deden ze verslag van. Verslag van het verslag deden ze, dieper kun je toch moeilijk zinken.

En toch: ze raakten u, op uw achilleshiel. Uw commentaar was hun commentaar geworden.

Vlak voor het eind boog u zich voorover naar de icrofoon. Traag sprak u, de commentator, tot ons, tot hen met het eeuwige commentaar.

Of het alsjeblieft geen verlening mocht worden.

Voor één keer had u geluk.

Wel thuis straks, en blijf praten, praat ze omver,

Frank