Spring naar de content

De angsten van Baukes zwangere vriendin

Ik heb de afgelopen week vaak aan Jane gedacht. Jaaaa-ne, op z’n Nederlands, de hoogzwangere vriendin van Bauke Mollema. Hoe moet dat voor haar zijn, dacht ik, om met die dikke buik voor de televisie haar vent zo hard tegen het asfalt te zien smakken?

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Marijn de Vries

Hoe is dat als je hem weer ziet opstappen, met de kleren zo gescheurd dat z’n blote billen te zien zijn, vol schaafwonden, en hem verder te zien fietsen, met een van pijn vertrokken gezicht? Om hem de dagen erna te zien worstelen, te zien vechten tegen de pijn en de teleurstelling? En te weten dat zijn Tour, waar hij zo hard voor getraind heeft en waar ze samen alles voor doen en laten, eigenlijk gereden is?

Als ik weer eens gevallen ben en de machteloosheid op het gezicht van mijn vriend zie bij de aanblik van mijn pijn en wonden, schiet het wel eens door me heen dat ik hem dit niet aan kan doen. Ik weet dat hij zich zorgen maakt als ik aan de start van een koers sta. Het vreselijke is: Ik kan hem niet geruststellen. Ik kan namelijk niet beloven dat ik voorzichtig doe en niet val, want wielrenners vallen. Diep van binnen snap ik zijn emotie heel goed: Ik kan er zelf ook niet tegen om mensen van wie ik houd pijn te zien lijden. Ik heb nog liever zelf pijn.

Mijn vriend ziet alleen mijn wonden. Hij ziet me gelukkig nooit vallen, want onze koersen zijn niet op tv. Dat is de enige reden waarom ik daar heel blij om ben. Want stel je voor. Je geliefde tegen het asfalt zien smakken, dat moet afschuwelijk zijn. Ik heb geen idee hoe het is om zwanger te zijn en hoe dat je emoties versterkt, dus ik kan alleen maar gissen naar wat het met Jane doet. De twijfel, in de eerste seconden. Het krampachtig afspeuren van het beeldscherm. Ligt hij erbij? Of toch niet? Dan, als de realiteit is doorgedrongen: Hoe erg is het?

En dat voor een meisje dat niks met een fietser wilde, omdat ze wist dat het fietsen op de eerste plaats zou komen. En niet zij. Maar de liefde laat zich niet tegenhouden en Bauke is geen doorsnee wielrenner. Toen hij haar zei dat hij voor haar in Nederland zou blijven, als zij dat wilde, dat hij voor haar tot in de eeuwigheid der jaren in de winderige Groningse polders zou blijven trainen, smolt ze.

Ja. Voor deze man wilde ze haar baan als juf op Ameland wel opgeven. Met hem wilde ze wel naar Spanje trekken, zodat hij goed zou kunnen trainen. Want fietsen maakt Bauke gelukkig, en als Bauke gelukkig is, is zij gelukkig. Op de fiets is hij Bauke de wielrenner, thuis is hij gewoon Bauke. Haar Bauke, die romantische komedies met Jude Law huurt als zij daar zin in heeft en zelfs met haar meekijkt – al heeft hij een bloedhekel aan romantische komedies met Jude Law. Bauke, met wie ze zo gelukkig is dat ze zich soms een prinsesje voelt.

Ik hoop dat ze elkaar af en toe even zien, deze Tour. En dat Bauke dan niet de wielrenner, maar gewoon Bauke voor haar is, dat hij zijn hand op haar dikke buik legt en in haar oor fluistert dat alles goed met hem gaat. Dat hij wel pijn heeft, maar dat ze zich geen zorgen hoeft te maken. Omdat hij over twee weken (of eerder) weer thuis is, bij zijn prinsesje. Of misschien wel bij zijn twee prinsesjes. Wie weet.

————————

Volg HP/De Tijd ook op Twitter!