Spring naar de content

Verhoog mijn AOW-leeftijd maar naar 70 jaar

Aan de toekomstige Minister van Sociale Zaken,

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frans van Deijl

Toen deze week de Eerste Kamer de verhoging van de AOW-leeftijd goedkeurde, schoot mij een lumineus plan te binnen. Een beetje een gek plan misschien, maar genialiteit werd bij Da Vinci en Einstein ook lange tijd aangezien voor onrealistisch, onhaalbaar, ongepast, ongewenst of een combinatie daarvan.

Deze zomer hoop ik 55 jaar te worden en in de nieuwe plannen van het kabinet ga ik dus niet over tien maar over elf jaar met pensioen. Op de dag van mijn verjaardag krijg ik dan automatisch AOW. Mijn vrouw heeft uitgedokterd dat ik een euro of duizend krijg – bruto. Best veel eigenlijk, want ik kan het aanvullen met verdiensten uit andere klussen.

Het idee dat ik over elf jaar moet stoppen met werken, vervult mij met afschuw. Ik hou nu eenmaal van mijn werk. Andere hobby’s dan schrijven, in de meest brede zin, heb ik niet. Verre reizen hoef ik niet te maken, want ik geloof dat ik genoeg heb gezien van de wereld. Een motor kopen en tochtjes maken met mijn eveneens gepensioneerde vrinden, lokt mij evenmin. Mezelf een paardenstaart aanmeten en aan een zoveelste leg beginnen à la Rob de Nijs, is al helemaal nicht in Frage. Ik vrees dat er niets anders opzit dan de hele dag thuis te zitten en te kijken naar hoe de geraniums iedere dag een millimeter groeien. Overigens denk ik dat mijn vrouw mij zeker niet de godganse dag om zich heen zal dulden, want zij kan zich nu al ergeren aan een rondslingerende onderbroek met mijn onmiskenbare signatuur erop, aan de stapel kranten die maar niet wordt opgeruimd of aan kleine klusjes in huis die ik al een leven lang voor mij uit weet te schuiven.

Nee, er zit niets anders op dan door te werken. Ik wil eigenlijk wel tot mijn zeventigste doorgaan. En dat houdt dan meteen in dat u, beste minister, mijn AOW niet uitkeert op mijn 66ste maar pas vier jaar later. Het uitgespaarde geld kunt u dan aan een ander geven, die wél per se wil stoppen op de pensioengerechtigde leeftijd. Of u reserveert het en trekt er in de tussenliggende jaren nog rente van ook, die u wat mij betreft rechtstreeks naar de schatkist terug mag laten vloeien.

Ik wil mijn eigen AOW-leeftijd dus verhogen naar zeventig jaar, en in mijn eigen journalistieke kring ken ik collega’s die er net zo over denken. Wij kunnen dat ook makkelijk, omdat wij geen zware lichamelijke arbeid hoeven te verrichten de hele dag. Wij, journalisten, zijn luxepaarden, en in de wereld van de reclame of de omroep moeten ook heel wat werknemers te vinden zijn die zich in dat beeld herkennen. En die potentieel dus eveneens hun AOW-leeftijd zouden kunnen oprekken.

Zelfs ken ik mensen die nog verder gaan en zeggen: laat die AOW maar helemaal zitten, ik heb genoeg aan mijn eigen inkomsten, spaargeld of vermogen. Ik zou de koningin en de gehele bevolking van de Quote-500 voor eeuwig aan mijn borst drukken, als zij werk zouden maken van dit initiatief, wat in de VS onder miljonairs al het geval is.

Nu zult u misschien denken, geachte minister, wat die meneer Van Deijl beweegt om in zekere zin een diefje van zijn eigen portemonnee te willen zijn? Het is heel simpel, en ik verwijs naar een uitstekende column van Wouter Bos in de Volkskrant van donderdag 12 juli. Bos schrijft onder meer: “Toen het kabinet-Rutte/Verhagen viel, hadden we nog maar vier maanden bezuinigingsellende meegemaakt. Het gros van de achttien miljard is nog niet gevoeld. De twaalf miljard van Kunduz daarbovenop nog helemaal niet. En de maximaal twintig miljard waar partijen in hun verkiezingsprogramma’s voor pleiten, is voor de meeste mensen al helemaal een papieren werkelijkheid. Kortom: we hebben met elkaar misschien een tiende gevoeld van wat de geplande bezuinigingen met zich mee gaan brengen. En nu al groeien de onvrede en het wantrouwen.”

Van alle crises waarmee we nu hebben te maken (bankencrisis, schuldencrisis, eurocrisis) vreest Bos vooral de politieke crisis: nu al elf regeringsleiders achter elkaar hebben in Europa bij verkiezingen hun mandaat verloren. De reden: zij slagen er maar niet in de moeilijke boodschappen aan de burgers te verkopen, en dat is nog begrijpelijk ook want het ergste bezuinigingsleed moet nog komen en nu al piepen de mensen.

Mijn drijfveer is dat ik iets terug wil doen voor mijn land, in de hoop dat die door Wouter Bos beschreven politieke crisis uitblijft. Nee, dat is niet pathetisch; zelfs de jonge John F. Kennedy riep zijn landgenoten al eens op: don’t ask what your country can do for you, but what you can do for your country.

Aan het einde van mijn studie in 1983 schreef ik de toenmalige Minister van Onderwijs, Wim Deetman, een bedankbriefje voor de jarenlange studiebeurs die ik mocht ontvangen. Ik dacht dat het achthonderd gulden per maand was, een vorstelijk bedrag. “Bedankt, het was altijd keurig geregeld,” schreef ik, en ik kreeg een handgeschreven briefje terug van de minister die een dergelijk bedankje nog niet eerder had gekregen en mijn geste dan ook zeer kon waarderen.

Ik zit niet om een nieuw bedankje van u, toekomstige minister van Sociale Zaken, te wachten, maar ik hoop echt dat u iets kan met dit initiatief van een bezorgde burger,

Met vriendelijke groeten,

Frans van Deijl