Spring naar de content

De dag dat ik bijna fotomodel werd

Journalistiek leidt tot alles, zeggen ze wel eens. ‘Alles’ is wat veel, maar onverwachte zaken heeft het vak zeker in petto.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Matt Dings

Voor een reportage over de seniorenmarkt verzeilde ik een paar jaar geleden op de 50PlusBeurs. Daar leed mijn humeur nogal onder, want de standhouders maakten maar al te duidelijk dat de ouderdom met gebreken komt. Nog nooit zoveel trapliften, steunkousen en incontinentiemateriaal bij elkaar gezien. En dan zong ook nog eens Ronnie – ‘Breng die rozen naar Sandra’ – Tober.

Toen ik weer naar de uitgang somberde, werd ik aangehouden door een opgewekte man die vroeg of hij me mocht fotograferen. Hij was namelijk scout voor een castingbureau en was vandaag op de 50PlusBeurs op zoek naar gezichten waar het bureau wellicht mee uit de voeten kon.

Hoewel ik vermoedde dat de man zijn dag niet had en zich erg op me verkeek, liet ik zijn verzoek even op me inwerken. Ik kon er twee kanten mee op. 1) Beleefd weigeren omdat ik er niet aan moest denken dat mijn doorgroefde hoofd uiteindelijk in pakweg een trapliftenbrochure zou belanden. 2) Instemmen wegens geprikkelde nieuwsgierigheid en gestreeld ego.

Dat werd dus antwoord 2. Ik fantaseerde er ijdel op los en zag me al figureren in een glamourshoot als goed gekleed denker aan de bar van een cosmopolitisch café. Of voor een peperduur herengeurtje flaneren in een chique winkelstraat met een langharige schoonheid aan de arm. Via het visitekaartje van de scout doemde er ineens een nieuw leven voor me op uit de oude sigarettenreclamesfeer van Peter Stuyvesant und der Duft der großen weiten Welt.

Enkele weken later meldde ik me bij een Amsterdamse studio in de buurt van het IJ. De fotograaf bleek een vrouw die ik voor allerlei beroepen zou hebben gecast, behalve voor dat van fotograaf van een modellenbureau. Gewillig ging ik in de weer met een hoed, een shawl, een bril en diverse grijnzen en tien minuten later stond ik weer op straat.

Drie weken nadien arriveerde er via de mail een half dozijn verschrikkelijke foto’s. Daar zou nog geen trapliftenbrochuremaker op reageren, laat staan een artistieke regisseur of een cool reclamebureau.

Nooit meer wat van gehoord, inderdaad. Dat nieuwe glamourleven van me had dus welgeteld tien minuten geduurd.