Spring naar de content

Het wielrenleven is te mooi om ermee te stoppen

Over een maand stop ik met wielrennen. Dan wordt het na drie jaar koersen op internationaal niveau tijd om naar concerten te gaan, naar alle feestjes die ik heb overgeslagen, wijn te drinken, een paar kilo aan te komen en natuurlijk om kindertjes te krijgen en een normaal leven te leiden. Dus half september gaan mijn koershandschoentjes aan de wilgen – niet mijn fiets, want fietsen zal ik altijd blijven doen. Daarvoor hou ik er te veel van.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Marijn de Vries

Dat was de afspraak met mijn vriend toen ik drie en een half jaar geleden begon met het experiment of je nog topsporter kunt worden op je 30ste. Dat kan, heb ik ontdekt, en hoe. De plekken waar ik geweest ben. De dingen die ik heb meegemaakt. En het ultieme inkijkje in een bizarre, bijzondere wereld. Drie jaar wedstrijden rijden leek een eeuwigheid. Maar ze zijn voorbij gevlogen.

Toen ik deze winter, nog voor het seizoen begon, wekenlang in de regio Girona trainde begon het al te knagen. Kom je volgend jaar weer, vroegen tijdelijke trainingsmaatjes me. Ja, mijmerde ik. Nog een winter hier trainen. Dat zou geweldig zijn. En dan nog een seizoen koersen. Dat zou ik best graag willen. Ik kon me eigenlijk helemaal niet voorstellen dat ik van de ene op de andere dag weer terug zou gaan naar een normaal leven, een normale baan. Iedere dag naar een kantoor en alleen in het weekend naar buiten. Maar ja. De afspraak.

Misschien wel de mooiste koers: voor enorm veel publiek op de Olympische Spelen. Zou ook dat er nog in zitten voor Marijn?

Frustratie
In de afgelopen maanden werd het knagende gevoel steeds sterker. Het seizoen liep niet zoals ik gehoopt had. Ik werd niet geselecteerd voor de mooie, grote koersen die ik graag wilde rijden – mijn team was op het allerlaatste moment versterkt met een paar wereldtoppers, en daar werd ik de dupe van, terwijl mijn vorm steeds beter werd en ik steeds lekkerder op mijn fiets zat. Frustrerend. Zo wil ik niet stoppen. Zo wil ik niet afsluiten, dacht ik meer dan eens. Maar afspraak is afspraak.

Vorige week kregen we nieuws. Mijn team, AA Drink/Leontien.nl, stopt ermee. Wordt opgedoekt. Houdt op te bestaan. In normale mensentermen: we zijn allemaal werkeloos aan het eind van dit jaar. Leontien van Moorsel en Michael Zijlaard gaven me drie jaar geleden de unieke kans om in hun internationale ploeg te komen koersen, om te ontdekken of mijn experiment zou slagen. Geen betere reden dus om, nu zij ermee ophouden, zelf ook maar te stoppen met wielrennen.

Ik ga door
Maar het is inmiddels geen experiment meer. Ik ben geen journalist meer. Ik ben wielrenner. En het kriebelt. Ik ben nog niet klaar. Ik koers zo graag. Hoeveel ik er ook voor moet doen en laten, hoe weinig ik er ook mee verdien: Dit is een waanzinnig leven. Het gaat goed, steeds beter eigenlijk. En mijn vriend? Die gunt me nog een jaar vol avontuur. Het normale leven kan nog wel een tijdje wachten, daar kan ik ook best op m’n 34ste of 35ste naar terug. Dus ik ga door. In een ander truitje, dat wel. Maar ik ga door.