Spring naar de content

Ik mis de pislucht van Lowlands

Ik ben geweest. Het vorige stukje over PMS-klachten schreef ik zaterdagochtend op mijn iPhone, op het gras tegen de zijkant van de Groove Tube, waar het naar pis en hamburgers en oud bier stonk. Maar ik zat daar, omdat er schaduw was. Ik was dus op Lowlands.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Pauline Bijster

In het kader van: dingen die je gedaan moet hebben voordat je dertig wordt was ik er (ik ben wel vaker geweest maar nooit een heel weekeinde, en aanhangers van de Lowlands-religie vinden dat je hét pas voelt na een heel weekeinde en niet na één dag).

Wat je gedaan moet hebben voordat je dertig wordt
Mijn moeder zei vroeger dat je voor je dertigste een boek moet hebben uitgebracht of een baby gebaard. Die had ik allebei al. In 1997 publiceerde het Amerikaanse Glamour magazine een artikel over ‘Alle dingen die je als vrouw moet hebben en weten tegen de tijd dat je dertig wordt’. De lijst werd zo populair dat vrouwen hem wereldwijd aan elkaar rondstuurden, en er uiteindelijk nog veel andere artikelen over zijn verschenen en een boek. De Huffington Post plaatste de lijst laatst opnieuw op de site toen het gelijknamige boek onlangs uitkwam.

Een paraplu waar je je niet voor schaamt, deze Lowlands-ganger heeft hem al gevonden

Het is best een ingewikkelde lijst: je moet bijvoorbeeld een goede paraplu hebben waarvoor je je niet schaamt, spaargeld, het geloof dat je het leven verdient, je moet je jeugdtrauma’s hebben verwerkt. Omdat ik deze dingen nog niet allemaal kan afstrepen blijf ik maar bij mijn eigen lijst: voor je dertigste moet je een boek hebben geschreven of een baby hebben gebaard én een keer een heel weekend op Lowlands zijn geweest.

Lowlands is niet zo leuk als je denkt
Net voordat ik het stukje typte op mijn iPhone tegen de zijkant van de Groove Tube in de warme schaduw en het opgedroogde pis, was ik chagrijnig, want de iPhone was bijna leeg en de oplaadpunten waren allemaal bezet en stonden bovendien in de volle zon. Het was geloof ik het op drie na warmste weekend van de eeuw. En ik was een van de 55.000 mensen op een relatief klein stukje grond en ik houd eigenlijk helemaal niet van veel anderen mensen tegelijk. Overigens was ik wel verbaasd over hoe goed alles was geregeld (de toiletten, de toevoer van schoon, koud water en het eten bijvoorbeeld) en aan een beetje wachten hier en daar wen je ook, maar ’s ochtends vroeg waren de 54.999 andere mensen vooral irritant, liepen ze in de weg en roken ze onfris. ’s Ochtends ben ik nu eenmaal graag alleen.

Goed geregeld op Lowlands: de washokken en toevoer van schoon en koud water

Verbaasd was ik over hoe weinig rare dingen er gebeuren op dat festival, als je erover nadenkt dat er zoveel mensen samen op zo’n klein terrein zitten in zulke warmte met zoveel drank en drugs op – die vast ook wel eens graag alleen zijn. Het moet er wel mee te maken hebben dat het een soort religie is: in je eigen kerk ga je ook niet rellen. (Het kan er ook mee te maken hebben dat Lowlands bezoekers over het algemeen ‘brave witte kinderen van rijke ouders zijn’, zoals iemand opmerkte.)

Of misschien is het toch wel zo leuk
Een weekend lang heb ik geklaagd en cynische opmerkingen gemaakt over het spektakel, en me zelfs geërgerd aan mensen die het allemaal zo serieus namen. Een paar keer schoot het door mijn hoofd dat je op je 29e hiervoor eigenlijk ‘te oud’ bent – maar dat ik het nu gelukkig wel van mijn lijstje kan afstrepen. Eén keer, toen het echt heel warm was, en de moeite om naar muziek te luisteren me zelfs even te veel was, en we onderuitgezakt in het gras een verhit gesprek hadden gevoerd, verzuchtte ik tegen mijn vriend: ‘Nu is er gelukkig weer een uur voorbij.’ Overigens heb ik wel van de concerten genoten, een paar keer met kippenvel en een keer met tranen in mijn ogen.

Maar nu, nu begrijp ik het pas. Ik heb het toch gevoeld, gisteren om precies te zijn. Ik mis de 54.999 andere mensen, ik mis het stinkende gras en de vieze wc’s. Ik mis het gevoel dat je kunt doen waar je zin in hebt (veel meer dan op de gemiddelde strandvakantie) en dat niets echt uitmaakt. Ik mis het plakkerige gevoel, de muziek die nooit uitgaat, de mensen die nooit gaan slapen en de opwinding die nooit verdwijnt. Ik wist niet dat ik het zo leuk vond tot ik weer thuis was.

Uiteindelijk mist Pauline toch het plakkerige gevoel, de muziek die nooit uitgaat, de mensen die nooit gaan slapen en de opwinding die nooit verdwijnt.