Spring naar de content

Kies het meest memorabele verkiezingsdebat

De afgelopen decennia waren we in Nederland getuige van een forse hoeveelheid verkiezingsdebatten. Maar welke woordenwisseling was het meest gedenkwaardig? Aan u de keus.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Roelof Bouwman

Sinterklaas bestáát
Datum: 20 oktober 1972. Locatie: het in 2005 gesloopte Groningse congrescentrum Het Tehuis. Aantal aanwezigen: zo’n zevenhonderd, maar omdat er buiten nog eens tweeduizend op de stoep staan, verklaren Joop den Uyl (PvdA) en Hans Wiegel (VVD) zich na overleg met de brandweer bereid om die avond twéé debatten te doen. Vooral Wiegel is in topvorm. Hij laakt voortdurend Den Uyls vermeende gebrek aan financiële degelijkheid en komt dan met de vondst van zijn leven: “Sinterklaas bestáát, dáár zit-ie, achter de tafel”.

Vragenvuur
Een meneer uit Eerbeek zorgde in de aanloop naar de Tweede Kamerverkiezingen van 1981 voor een rel van jewelste: door in het AVRO-televisieprogramma Vragenvuur te informeren naar het beperken van gezinshulp aan weduwnaars met jonge kinderen. Hans Wiegel mag de vraag beantwoorden, maar barst in snikken uit: sinds een paar maanden is hij zelf ook een weduwnaar met jonge kinderen. Net voor de uitzending door Jaap van Meekren wordt afgebroken ziet Nederland nog hoe Den Uyl troostend zijn hand op Wiegels arm legt.

Waar was je, Wim?
Van de campagne voor de Tweede Kamerverkiezingen van 1998 hebben weinig mensen wat gemerkt – zó saai was Nederland onder paars geworden. Wel waren er een paar memorabele plaagstoten van CDA-lijsttrekker Jaap de Hoop Scheffer richting PvdA-premier Wim Kok. “Waar was je, Wim,” zei hij om de haverklap – er kwam zelfs een gelijknamig boekje van – en dan volgde altijd een riedel over de privatisering van de ziektewet of de ‘geweldige kortingen’ op de kinderbijslag. Helpen deed het niet, dapper was het wel.

Dat belooft nog wat te worden!
“Nou, dat klinkt niet erg enthousiast, meneer Melkert. Dat belooft nog wat te worden! Ik hoop wel dat meneer Melkert gaat ontdooien de komende weken.” Iedereen weet het nog: hoe Pim Fortuyn in maart 2002, nadat hij in Rotterdam met overmacht de gemeenteraadsverkiezingen had gewonnen, afrekende met het chagrijnig ogende PvdA-boegbeeld Ad Melkert. Diens VVD-collega Hans Dijkstal nam daarna de leiding van het debat over van de beduusd kijkende Paul Witteman: “Zullen we gaan, want mijn auto wacht.”

U draait en u bent niet eerlijk
In het eerste lijsttrekkersdebat voor de Tweede Kamerverkiezingen van 2006 deed CDA-premier Jan Peter Balkenende tijdens een woordenstrijd over de sociale zekerheid en het ouderenbeleid een harde en persoonlijke aanval op zijn PvdA-opponent Wouter Bos: “U draait en u bent niet eerlijk.” Verweer kwam er nauwelijks. Erger nog: Bos zag bij de verkiezingen negen PvdA-zetels verdampen en zou nooit meer helemaal van zijn draaikont-imago verlost raken. Precies wat Balkenende en zijn spindoctors hadden beoogd.

Niet te vroeg gepiekt
Met de SP leek het in het voorjaar van 2010 over en uit: Agnes Kant was als opvolger van Jan Marijnissen mislukt en volgens Maurice de Hond zou de partij bij de Kamerverkiezingen van 10 juni zestien van haar vijfentwintig Kamerzetels verliezen. Maar opeens was daar backbencher Emile Roemer, die slechts één quote nodig had om zichzelf als toffe linkse peer op de electorale kaart te zetten: “Je kan veel over me zeggen, maar ik heb in elk geval niet te vroeg gepiekt.”

Job de stotteraar
Bij een debat in het kader van de Provinciale Statenverkiezingen kreeg PvdA-leider Job Cohen in 2011 een minuut de tijd om – zonder interrupties – zijn punt te maken. Zelfs dát lukte niet: “Dit kabinet maakt niet de goede keuzes. Dat verlaagt de villabelasting en het bezuinigt opput… opput… passend onderwijs. Het rent door de bijstand heen, het snoeit op de bijstand… Het snóeit op de bijstand ennut… eh… en het schaft een tweede JSF af. Eh… áán, het schaft een tweede JSF áán.”