Spring naar de content

Lance Armstrong blíjft een winnaar

Er komt een punt in het leven van een mens waarop hij moet zeggen: Genoeg is genoeg. Lance Armstrong bereikte dat punt gisteren. Volkomen onverwacht, als een demarrage op een gek moment. Onbegrijpelijk ook, zoals Armstrong nooit volledig te begrijpen is geweest.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Frank Heinen

Lance Armstrong vecht al een leven lang. Hij kan niet anders.

Als kind vocht hij tegen de afwezigheid van de vader die hem en zijn moeder in de steek liet. Als jonge triatleet vocht hij tegen volwassen mannen, als wielrenner tegen de overmacht van Europese collega’s, als patiënt tegen de ziekte die hem bijna voorgoed tegen de mat werkte, als ronderenner tegen een lijf dat niet geschikt leek voor het beklimmen van cols, als Tourwinnaar tegen de rest van de wereld, tegen de grenzen van een mensenlichaam, tegen concurrenten die opkwamen als mos tussen terrastegels en weer verdwenen als stof in een hoosbui. Als weldoener tegen de ziekte van anderen, als zakenman tegen andere zakenmannen en als straatjongen tegen journalisten en collega’s die zijn eerlijkheid in twijfel trokken.

Armstrongs leven is één onafgebroken gevecht. En dan, op een donderdag in augustus, werpt hij plotseling de handdoek. Wat geen tegenstander ooit lukte, daar slaagde Travis Tygart in: Lance Armstrong op z’n knieën krijgen en hem tot overgave dwingen.

Enkele uren nadat Armstrong op zijn website aankondigde te stoppen met vechten, was de Wikipedia-pagina van Travis Tygart al volledig geüpdate.

Het was een mooie zin die zo vers was toegevoegd: ‘In August 2012 he rose to media prominence by accusing the 7 times Tour de France winner Lance Armstrong for doping, based on testimonies of anonymous witnesses’. Maar hij klopte niet helemaal: tot die getuigen behoorden vooral Armstrongs vroegere luitenanten, mannen die hem altijd leken te zullen steunen, in voor- en in tegenspoed, maar ook mannen voor wie het leven geen eeuwigdurend gevecht was, zoals bij hem. Zij verloren eerder, en namen in hun nederlaag hun aanvoerder mee: Floyd Landis, Tyler Hamilton, Jonathan Vaughters, Frankie Andreu; ze hadden allemaal wel iets gezien. Of gehoord. Of vermoed.

Lance Armstrong in betere tijden. Hier bij zijn zevende opeenvolgende Tourzege

Onmiddellijk nadat Armstrong opgehouden was het onaanvechtbare te bevechten, werd hij administratief uitgekleed. Vandaag, 24 augustus 2012, is Armstrong nog slechts een jonge renner verdwaald op de erelijst van het Wereldkampioenschap (1993), een ex-patiënt en de bedenker van gele armbandjes. De jaren 1998-2007 zullen voortaan in de wielergeschiedenissen bekendstaan als de jaren van de vergissing, het tijdperk van het bedrog, bedrog van de winnaar en van bijna alle losers. Wat zal blijven, is het snel vervagende beeld van de ijzeren greep van de alleenheerser, een greep die, met het verstrijken van de tijd, steeds wat meer losjes zal worden. Tot de herinnering niet meer ongelooflijk zal zijn, alleen nog ongeloofwaardig.

Misschien zijn we getuige van het grootste onrecht uit de geschiedenis van de sport, misschien ook krijgt vandaag Een Grote Oplichter eindelijk zijn verdiende loon. De sympathie ligt altijd bij de sporter, bij een man wiens levensverhaal aan Hollywood verkocht werd. Oók als die man verantwoordelijk is voor de saaiste zeven Tours uit de geschiedenis, zelfs als die man verantwoordelijk zou blijken voor een bedrog dat zijn weerga niet kent.

De sporter heeft een eeuwigdurende claim op het voordeel van de twijfel.

Lance Armstrong is gestopt met vechten, maar hij verlaat met opgeheven hoofd de ring. Hij heeft zich verheven boven de dagelijkse banaliteit van schuld en onschuld, de Tours van 1999 tot 2005 zullen voor altijd de zijne blijven. Daarvan is hij overtuigd. Hij gaat zich bezighouden met kankerbestrijding, het opvoeden van zijn kinderen en lekker sporten. Niemand die dat geen goede invulling van je tijd vindt.

Travis Tygart heeft gewonnen, op punten. Maar Lance Armstrong heb je nooit écht verslagen.