Spring naar de content

Forensen zijn de grootste eurosceptici

In de vier grote steden bestaat veel minder verzet tegen steunmaatregelen voor noodlijdende eurolanden dan in randgemeenten. Dat blijkt uit een onderzoek in opdracht van HP/De Tijd, uitgevoerd door Kieskompas en bureau Ipsos Synovate.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Roelof Bouwman

In het onderzoek werden twee stellingen getoetst: ‘Verdere Europese integratie is goed voor Nederland’ en ‘Om de euro te behouden is het goed als Nederland zwakkere eurolanden financieel steunt’. Voor respondenten uit Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht bleek te gelden dat ze het met beide stellingen ongeveer even vaak eens als oneens zijn.

Heel anders werd gereageerd door deelnemers uit randgemeenten die net buiten de vier grote steden liggen en waar veel forensen wonen, zoals Almere, Purmerend en Zoetermeer. Onder hen bestaat voor verdere Europese integratie nog wel belangstelling: 39 procent is vóór. Maar zodra de portemonnee moet worden getrokken, beginnen de forensen te steigeren: slechts 24 procent is het eens met financiële hulp aan noodlijdende eurolanden. In de grote steden ligt dat percentage aanzienlijk hoger: 37 procent.

Vermoedelijke oorzaak: anders dan in de meeste randgemeenten is in de vier grote steden sprake van een substantiële groep burgers met zowel een hoog inkomen als een hoog (lees: universitair) opleidingsniveau. Met name in deze gegoede bovenlaag bestaat nog altijd veel sympathie voor Europa en de euro.

Alle cijfers uit het onderzoek op een rijtje: