Spring naar de content

Leon de Winter is de weg kwijt

Natuurlijk had deken Germ Kemper nooit de media moeten opzoeken. Zijn optreden in Buitenhof was niet erg verstandig. Begrijpen doe ik het wel, want er gaat bijna geen avond voorbij of aangeklaagde Bram Moszkowicz zit in een of andere talkshow om zijn zegje te doen.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Max Pam

Dat mag iets zeggen over het bedenkelijke niveau van het intellectuele debat in Nederland, voor Kemper was het raadzaam geweest als hij zich niet had laten meesleuren in het moeras. Dat is bij uitstek het terrein waar Bram Moszkowicz zich thuis voelt.

Ik begrijp ook dat de confrères van Bram graag voor hem in de bres springen. Dat is een aanwijzing dat meer strafpleiters zich cash laten betalen – en dan heb ik nog niet eens geschreven: zwart laten betalen. De confrères zien de bui al hangen. Heden ik, morgen gij.

Wat ik ook begrijp is dat Leon de Winter voor zijn vriend Moszkowicz wil opkomen. Inderdaad, dat doe je voor vrienden. Tot het echt niet meer kan.

Maar even het voorafgaande. Eerst was daar van De Winter de verdediging voor de vechtmachine Badr Hari. De sloeg weliswaar mannen in elkaar, maar die waren volgens De Winter jaloers op Badr’s mooie lichaam. Daarna ging De Winter helemaal uit zijn dak, omdat een fietser de eer van de familie De Winter had aangetast door “kut” tegen zijn vrouw Jessica te roepen. Vervelend, zeker als je ergens bij Bloemendaal woont, waar het tuig uit de Jordaan zich doorgaans nooit laat zien.

En dan Bram Moszkowicz. Eerlijk gezegd had ik verwacht dat De Winter in Elsevier over hem zou schrijven, maar het werd de Volkskrant. Mogelijk hebben ze bij Elsevier na Badr Hari en het kut-incident gezegd: nee Leon, niet weer! In elk geval kreeg het stuk van De Winter in de Volkskrant deze kop: “De deken heeft Bram Moszkowicz retorisch verkracht”.
Retorisch verkracht.

Godzijdank zou je bijna zeggen. Stel je voor dat de deken Bram echt had verkracht, dan waren de rapen helemaal gaar geweest. Maar wat heeft de deken nu echt gedaan om de retorische verkrachting te veroorzaken?

De deken heeft in zijn requisitoir Moszkowicz “niet intrinsiek slecht” genoemd. Dat is nogal flatteus voor iemand die 70.000 euro honorarium incasseert, en daarvoor slechts een kwitantie van 25.000 euro uitschrijft. Maar De Winter zoekt er veel meer achter. Ooit is de uitdrukking “niet intrinsiek slecht” door vader Max Moszkowicz gebruikt. De oude Max, die in Auschwitz heeft gezeten, meende dat zelfs de grootste oorlogsmisdadiger diep van binnen nog wel iets goeds heeft.

Voor De Winter leidt dit tot de volgende conclusie: “Vindt Kemper Bram ook een slecht mens – zoiets als een oorlogsmisdadiger. Een wil hij hem een beetje als mens zien?”. Erg vergezocht als je het mij vraagt. Volgens mij vindt Kemper onze Bram een schavuit of een oplichter en wil hij juist tot uitdrukking brengen dat Bram verder best een aardige kerel is. Zo kun je het ook uitleggen.
Hij schrijft het niet met zo veel woorden, maar ik proef dat De Winter het liefst zou willen dat zeggen dat Bram wordt aangeklaagd vanuit antisemitische motieven. De oude vader Max, bol van boeddhistische wijsheden, wordt steeds meer opgeblazen tot een heilige. En die ballon moet zo groot worden dat de praktijken van zijn zoon erachter verdwijnen.

Zelf vermoed ik dat Bram heel veel heeft van zijn vader. Misschien ook zijn streken. In het boek In Godsnaam over de priester Joep Haffmans, die in Limburg rondhoereerde en de armenkas voor tonnen plunderde, komt een veelzeggende passage voor over Max Moszkowicz. Op een gegeven moment zoekt Haffmans juridische bijstand bij de advocaat. De priester vertelt hem hoe het is toegegaan met die armenkas, en dit alles aangehoord hebbende wil Moszkowicz hem best verdedigen. Zo’n frauderende pater, dat gaat veel publiciteit opleveren. Maar eerst moet Haffmans als voorschot even dertienduizend gulden aan Moszkowicz overmaken – toen ook al een aardig bedrag.

U raadt al waar die dertienduizend gulden vandaan kwam. Uit diezelfde armenkas!

Leon de Winter, auteur van een paar uitstekende boeken, is volkomen de weg kwijt. Ik vermoed dat de geringe waardering voor zijn laatste roman VSV en de tegenvallende verkoopcijfers, daar iets mee te maken hebben.