Spring naar de content

Uw kind mag best een keer een drol eten

Deze week kwam natuurmonumenten met OERRR: een oproep aan kinderen om naar buiten te gaan. Buitenspelen moet weer ‘hot’ worden en ‘lekker vies worden’ is het devies. Zo belachelijk als het klinkt (dat kunnen kinderen toch wel zelf bedenken?), zo hard is het blijkbaar nodig (nee dus). En dat maakt het toch best een goed idee.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën: door Lisette Wouters

We horen het al jaren: één op de vier kinderen is te dik en ze zijn overal bang voor, want ze spelen niet meer buiten. Maar niet omdat ze niet willen, en nee, ook niet omdat de Xbox of 3D TV hen naar binnen lokken. Het zijn hun ouders die hen binnen houden, uit angst dat hen wat overkomt in de grote boze wereld.

Bijscholing in slootje springen
Begin dit jaar lanceerde National Trust een lijst met 50 dingen die je gedaan moet hebben voor je 12e. Zo’n bucketlist was er ooit alleen voor de bijna-dertigers die zichzelf doelen wilden stellen, maar ook kinderen hebben er nu blijkbaar een nodig om te zorgen dat ze ‘alles uit het leven halen wat er in zit’. NRC kwam deze zomer met de ‘Nederlandse poldervariant’ van de lijst, met Hollandse to do’s als slootjespringen en kikkers vangen. In Antwerpen, Brugge en Leuven worden vanaf deze maand officiële buitenspeelcursussen voor kinderen georganiseerd, omdat zij ‘niet meer weten hoe ze moeten ravotten’. Dus moeten ze worden bijgeschoold in het knikkeren, boomhutten bouwen en slootje springen.

En in Nederland is maandag dus OERRR afgetrapt om kinderen naar buiten te krijgen en OERRR-ervaringen op te doen. Kinderen die zich daarvoor aanmelden krijgen tips en opdrachten toegestuurd voor dingen die ze buiten kunnen doen. Er worden ‘speelbossen’, ‘speelpolders’ en ‘natuurspeelplaatsen’ aangelegd met namen als ‘De Speeldernis’ en ‘Het Woeste Westen’ om kinderen de natuur in te lokken.

Op een boerderij zijn bomen voor boomhutten in overvloed

In eerste instantie klinken de initiatieven ronduit belachelijk. Kinderen die op cursus moeten om buiten te kunnen spelen? Serieus? Nu heb ik makkelijk praten, ik ben opgegroeid op een boerderij. Daar waren de bomen voor boomhutten in overvloed, oude rotzooi om vlotten van te bouwen lag voor het oprapen, weilanden om in rond te dwalen omringden ons en hutten van hooibalen waren ons speelterrein. Rennen door de regen was mijn favoriet. Maar ook al woon je in de stad, buiten is altijd wel wat te doen. Kinderen zijn inventief genoeg om zich een hele dag te vermaken met een steen en een stok.

Schrammen-angst
Toch hangt een groot deel van hen nu binnen. En dus zijn initiatieven zoals OERRR toch wel heel goed. Niet alleen voor kinderen, maar vooral voor hun overbezorgde ouders, die vrezen voor schrammen, bulten en vieze kleren.

Een voorbeeld uit Amerika. Een moeder in Virginia werd onlangs vier keer door de politie ondervraagd en kreeg twee bezoeken van de sociale dienst vanwege buren die de plaatselijke autoriteiten hadden gealarmeerd. Ze hadden namelijk gezien dat de kinderen zonder toezicht aan het spelen waren in hun eigen tuin. Stel je voor. volgens Lenore Skenazy van Free Range Kids worden dit soort hysterische en Stasi-achtige paranoïde toestanden de nieuwe norm in Amerika. Kinderen worden tot in het extreme vertroeteld en permanent behandeld alsof ze groot gevaar lopen.

In Engeland gaf de helft van de ouders deze zomer toe hun kinderen binnen te houden uit angst voor vreemden, een derde van hen wil niet dat zijn of haar kind buiten speelt omdat zij zich dan wellicht kunnen bezeren.

Hollandse hyperouders
En in Nederland gaan we er dus net zo hard in mee. Hier is 20% van de ouders hyperouder, blijkt uit onderzoek onder pedagogische medewerkers van kinderdagverblijven. Komt het misschien omdat ouders gemiddeld maar 1,7 kind hebben, dat ze hun kroost zo overdreven beschermen? Komt het door hun perfectiedrang, die hen wordt aangepraat door de overdosis aan opvoedingsbladen? Willen ze het zo graag perfect doen, dat ze vergeten dat een kapotte broek, een schram en een kwak modder in het haar juist goed is?

Kinderen moeten zelf leren hun risico’s in te schatten in de natuur

Wat het ook moge zijn, laten we hopen dat initiatieven zoals die van natuurmonumenten een verschil maken in deze hysterie. Zowel kinderen als hun ouders komen zo nog eens buiten, en nog belangrijker: beiden leren risico’s in te schatten. Terwijl een kind uitglijdt over een groen uitgeslagen boomstronk en leert dat die glibberig kan zijn, leren zijn ouders dat die val niet erg is, hoe groot de bult ook mag zijn. Uw kind mag namelijk best een keer een partijtje matten met de buurjongen, het is niet erg als hij onder de modder thuiskomt en al eet hij per ongeluk een keer een drol in de zandbak, hij zal het vast geen tweede keer doen en wie weet is het nog goed voor zijn weerstand ook.

“Als je zelf kinderen hebt is het wel anders” zeggen mensen vaak. En dat geloof ik meteen. Maar hoe hard ik ook mijn best moet doen, ik zal voorkomen dat mijn kinderen op cursus moeten om te leren buitenspelen. Maar een bezoek aan een ‘speeldernis’ of het ‘Woeste Westen’ zal ik hen ook zeker niet onthouden. Gewoon omdat het leuk is.