Spring naar de content

Hardlopers zijn lelijk

Hardlopers zijn de lelijkste sporters op aarde. Ik kan niet anders dan die conclusie trekken na een zondagochtend op de van hardlopers krioelende IJsseldijk. Niet dat mensen die hardlopen per definitie lelijk zijn. Tenminste, daar ga ik niet van uit – maar dat kun je nooit met zekerheid zeggen als je ze lopend tegenkomt. Want daar zit precies de crux: hardlopen maakt mensen lelijk.

Gepubliceerd op: Geplaatst in de volgende categorieën:
Geschreven door: Marijn de Vries

Ik weet niet wat er aan de hand was, maar ik was de ene hardloper nog niet voorbij gefietst of de volgende doemde al weer op. Kennelijk had heel Zwolle en omstreken besloten de mooie herfstochtend in te vullen met een sportief uitje. Ze mogen de aandacht dan proberen af te leiden met hun fel gekleurde jacks en schoenen, maar bij mij werkt dat niet. Sterker, ik focus me juist meer als ik in de verte zo’n fluorescerende vlek zie naderen.

Zweterige kapsels
Natuurlijk kom ik tijdens mijn trainingen vaker hardlopers tegen, maar nooit meer dan een enkeling. Hun lelijkheid was me nooit echt opgevallen. Het was de overvloed aan rennende mensen die ‘t hem zondag deed. Want zo gauw de vlekken meer vorm kregen, ontwaarde ik zweterige kapsels die woest alle kanten op piekten, met tomaatrode gezichten eronder. Grotesk gewoon. De een had het gelaat in een nog angstaanjagender grimas verwrongen dan de ander. Ik ben precies nul hardlopers tegengekomen met een ontspannen, tevreden uitdrukking. Terwijl sporten toch ontspannend is en tot tevredenheid zou moeten stemmen.

Nu moet ik direct toegeven dat ik ook talloze wielrenners tegenkwam met zo’n verbeten trek op hun bakkes dat ik me oprecht afvroeg hoeveel plezier zij eigenlijk aan hun zondagse bezigheid beleefden. Maar, weet ik inmiddels uit jarenlange ervaring, verbeten kijken hoeft niet als je fietst. Het is namelijk geen kunst om de wangen gewoon lekker te laten hangen of zelfs te glimlachen. Met hardlopen ligt dat kennelijk anders.

Het verbeten gezicht (in dit geval van een deelnemer aan de marathon van Rotterdam) lijkt bij de hardloperslook te horen

Zou het zoveel pijn doen, vroeg ik me af, toen me weer twee vijftigers met verfrommelde tronie tegemoet kwamen strompelen. Of is het wat anders? Kom je gewoon niet vooruit met een neutrale blik? Ben je een coole dude in de hardloopscene met zo’n angstaanjagend gezicht? Of is zo lelijk mogelijk kijken goed voor de moraal, zoals hoge velgen dat voor een wielrenner zijn?

Rariteitenkabinet op de IJsseldijk
Hoe meer ik er tegenkwam, hoe fascinerender het werd, dat rariteitenkabinet op de IJsseldijk. Al die spastisch wapperende armen, ongecontroleerd naar binnen vallende knieën, naar buiten klappende kuiten en zwabberhakken. En bij elke stap opnieuw een bijna hoorbare dreun, gevolgd door een schokgolf die een mini-tsunami over het hele lichaam teweegbracht waarbij alle stukken lel en vel zich kort, maar hevig verplaatsten.

Sporten hoeft natuurlijk niet elegant te zijn. Dat weet ik ook wel. Maar die lelijke gezichten, die baren me toch echt zorgen. Hardlopen kan gewoon niet leuk zijn als werkelijk iedereen die ik het zie doen er zo’n tronie bij trekt. Zouden ze niet beter weten, dat er ook sporten bestaan die wél fijn zijn om te doen? Waarbij je geen belachelijke bakkes hoeft te trekken? Waarbij er niets lilt en trilt? Kennelijk niet. Anders zouden er niet zoveel hardlopers zijn.

Daarom zeg ik het maar gewoon. Lieve hardlopers. Ga toch fietsen.